Hoofdstuk 5: Geld Flashcards

1
Q

Hoe bepaald je de “waarde” van een aandeel?

A

Verwachte dividend / 1 + i + p
i= marktinterestvoet= interestvoet op bv een obligatie.
p=risicopremie= hoe veel risico hangt er aan een aandeel
–> fundamentals
Voorspellen deze altijd P? –> NEE
Onzekerheid (over bv verwachte dividend)
Animal spirit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit hoe een zeepbel ontstaat door middel van speculatie.

A

Speculatie= inspelen op toekomstige koersveranderingen, wat de vraag zal laten stijgen en P zal laten stijgen, wat dus zelfvoedend werkt –> “Self fulfulling proficy”
Rationeel handelen: individueel goed
Collectief: rationeel handelen
“zeepbellen”
steeds stijgende prijs, tot 1 iemand twijfelt, en via Animal spirit de prijs doet kelderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de reden waarom de overheid de financiële markten niet aan zichzelf overlaat.

A

Discrepantie (=verschil) tussen individuele rationaliteit en collectieve rationaliteit = negatieve externaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Herhaling: leg uit: mm, M, MB c, en r.

A
MM = geldbasismultiplicator = M/MB=CP+D/CP+R
M=geldhoeveelheid = mm * MB
MB = Geldbasis
c=chartaal geldvoorkeur
r=kasreservecoëficiënt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de rol van het publiek in geldcreatie.

A

c = chartaal geldvoorkeur

Veel geld in portefeuille = minder geld bij banken om geld te creëeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van de banken in geldcreatie. (+ waarvan is het afhankelijk (3))

A

r = kasreservecoëfficiënt
Veel reserve = weinig geld om aan geldcreatie te doen.
Afhankelijk van:
- opvraging geldbriefjes
- interestvoet : hoeveel winst kunnen ze maken als ze een lening uitgeven
- wettelijke bepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de 2 credit crunches.

A

2009: gevolg van het feit dat banken geen leningen durfden uitgeven omdat er weinig vertrouwen was in particulier en andere banken: minder leningen dus Geldhoeveelheid daalde.
2013: gevolg van lage rente : geen geld te verdienen uit leningen dus niet meer uitlenen : geldhoeveelheid daald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke 2 manieren beïnvloed de ECB M?

A
  1. Direct (via CP)
    - -> Geld drukken en uitdelen (gebeurt niet)
  2. Indirect (via R)
    - -> Geld maken voor in de kluizen van de banken, vooral via deposito-rekeningen van die banken bij de ECB. –> markt beslist waar het geld terecht komt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ziet de balans van de ECB er uit?

A
Activa:
1. Goud en buitenlandse deviezen
2. Vorderingen op leden
--> zoals bij een normale bank.
Passiva:
1. Bankbriefjes bij publiek (CP)
2. Bankbriefjes bij banken (R)
3. Deposito's van banken (R)
= MB
--> waarde van het geld behouden!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe beïnvloed de ECB MB?

A
  1. Aankoop van activa
    –> aankopen van deviezen, obligaties, leningen toestaan (zie actiefzijde)
    –> CP en R: geldcreatie zal M laten stijgen omdat MB stijgt (zie passief zijde)
  2. Verkopen van activa
    Bv. £ verkopen, dus € krijgen en deze vernietigen. Activa zal dalen, passiva zal dalen, MB daalt dus M daalt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg uit: de ECB geeft geen geld aan overheden.

A

Technisch gezien niet, maar: Overheid geeft een obligatie uit. De ECB koopt na x-aantal jaar deze obligatie van de banken op de secundaire markt. (=open markt –> “openmarktverichting”) Bank krijgt Geld dus R stijgt, MB stijgt, M stijgt = geldcreatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leg uit: hoe geeft de ECB leningen uit.

A

Niet op de open markt zoals FED of BOE.
Wel:
1. veiling voor een lenig op KT. (100 euro)
2. Bank geeft een waardepapier van 100 euro aan de ECB.
3. Koopt terug voor 99 euro.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt het systeem obv de reserveverplichtingen van de banken?

A
  1. tekorten en overschotten worden weggewerkt op de interbankenmarkt.
  2. tekorten worden weggewerkt door leningen van de ECB. Het stuurt dus M via de refinance. = beleidsinstrument van monetair beleid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de doelstellingen van de ECB

A

Economische groei

Prijsstabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarvan is het monetair beleid afhankelijk?

A

P en Q: P*Q moet voldoende groot zijn om economie te laten draaien, dus genoeg geld beschikbaar zijn.
Doelstellingen van de wisselkoers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leg uit: het beleid van de ECB in periode van lage rente (nu).

A

Beleidsinstrument op KT (rentevoet) valt weg omdat het niet meer mogelijk is om het goedkoper te maken.
Oorzaak: credit crunch: banken leenden geen geld meer uit + lage rente zorgde ervoor dat er geen winst meer op te maken was (liquiditeitsval = geen invloed meer op geldmarkt van ECB.) –> oppotten bij de ECB.
ECB legt negatieve rente op, wat de banken verplicht om bv aandelen te kopen en geld terug in de economische omloop te brengen.
Vanaf 2015: direct open marktoperaties.
–> “QE” “Quantity Easing” = geldcreatie makkelijker maken.

17
Q

Leg uit hoe r invloed heeft op M

A

lage r zorgt voor meer geld dat banken kunnen gebruiken zorgt voor meer geldcreatie zorgt voor stijgende M

18
Q

Leg uit “Lender of last resort”

A

Wanneer er een plotse geldopvraging komt, kan het zijn dat r niet voldoende is. De centrale banken zullen dan massaal geld lenen aan de banken om dit toch te kunnen betalen. Zie 2008: liquiditeitscrisis.

19
Q

Leg uit waarom Bitcoin effectief geld is, en waarom een economie op Bitcoin niet kan werken.

A

Het is geld omdat het vervuld aan de 3 functies:
1. Rekeneenheid
2. Betaalmiddel
3. Beleggingsmiddel
Een economie kan niet draaien op Bitcoin omdat het een max aantal heeft. hierdoor kan inflatie niet aangewakkerd worden en zal er geen economische groei voorzien kunnen worden.