Hoofdstuk 10: effectiviteit van het budgettair beleid Flashcards

1
Q

Automatische stabilisatoren vs discretionaire maatregelen

A

Welkloosheidsuitkereing en endogene daling van T

Belastingsverlaging en stijgende G

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit: self-inflicter recession van 2013.

A

Door te besparen vanaf 2011 in plaats van overheidsschulden te maken (tegen Keynisiaanse principes) ging de economie achteruit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de 3 verdringinsmechanismen van de Keynisiaanse theorie.

A
  1. Kapitaalmarkteffect
    We laten G stijgen –> D stijgt –> schuld stijgt –> i stijgt (want vraag naar geld stijgt door schuld) –> I daalt –> AV daalt –> Y daalt.
    = “crowding out effect”: we hielden eerst geen rekening met de waarde van het geld, maar nu wel.
  2. Wisselkoerseffect
    a. vlottende WK
    i stijgt –> WK stijgt (duurder voor buitenlanders) –> E daalt –> Y daalt
    ==> afzwakking van de expansieve politiek
    b. vaste WK
    i stijgt (goed om te beleggin in €) –> kapitaalinvoer stijgt –> M stijgt –> C en I stijgt –> AV stijgt –> Y stijgt
    ==> vesterking van de exapnsieve politiek
  3. Barro-spaareffect (=ricardiaanse equivalent)
    consument denkt “hier worden schulden gemaakt die ik ooit ga moeten betalen, ik ga nu al sparen”
    Weinig bewijs voor, maar het bewijs dat er is vooral uit landen met een hoge schuldgraad.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is expansieve contractie?

A

Door besparingen en belastingen te laten stijgen expansie hebben
–> schuldgraad daald, vertrouwen bij consumenten en producenten stijgt : Q stijgt.
= vraageffect
–> besparingen op overheidspersoneel en Sociale Zekerheid: bedrijven betalen minder RSZ, concurrentiepositie stijgt
= aanbodeffect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit: de mening van de klassieke economen, de neoklassieken en de welvaartsstaat/keynisianisme.

A
Nachtwakkerstaat: minimale taken van de overheid
Klassieke economen:
- begroting in evenwicht
- alleen uitgeven om te investeren
- niet meer uitgeven dan T
- overheidstekort = slechte overheid
Neoklassieken
- gouden regel van financiering: begroting G + lopende uitgaven (lonen, ...) geen tekort, I wel tekort en betalen met lening.
Na '45: welvaartsstaat = Keynisianisme
- lenen mag ook voor G
- anticyclisch werken
  --> werd niet gedaan wanneer schulden afbetaald moesten worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het IMF?

A

= Internationaal Monetair Fonds
–> leent aan landen die het heel slecht hebben.
‘80-‘00: bezuinigingen zijn noodzakelijk
–> niet zo succesvol, dus nu andere mening.
Maakt deel uit van Trioka
= Europese Comissie, ECB en IMF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly