Hoofdstuk 8 Flashcards
ontogenetisch
manier om te kijken naar ontwikkeling: van bevruchting tot volwassenheid
Hoe ontstaan zenuwcellen?
1 blauwdruk voor cellen, waar ze allemaal vandaan komen. multipotent
Verloop ontstaan zenuwcel
neurale stamcel -> voorloper cel -> neuroblast of glioblast -> gespecialiseerde neuron of gliacel
welke cellen kunnen delen
neurale stamcellen en voorloper cellen
neurale stamcellen zijn multipotent
welke cellen kunnen niet delen en staan dus vast
neuroblast/glioblast en gespecialiseerde neuronen of gliacellen.
multipotent houdt in?
dat neurale stamcellen zich in alle cellen die we hebben kunnen ontwikkelen
Hoe weten stamcellen hoe ze zich moeten ontwikkelen
weten we niet precies, maar denken door chemische signalen. elke stap is een chemisch signaal wat ervoor zorgt dat een stamcel zich wel of niet ontwikkelt naar een bepaalde soort cel.
genen expressie en zenuwen
welke cellen je krijgt is afhankelijk van je expressie van genen.
wat beïnvloed de expressie van genen?
- Nerotrofe signalen: kunnen bepaalde genen tot uiting brengen
- DNA methylatie: kan bepaalde genen onderdrukken. blokkeert eigenlijk genetische code, wat hem onleesbaar maakt.
en omgevingsinvloeden (epigenetische factoren), zoals bijvoorbeeld stress tijdens prenatale fase zorgt voor meer aan staan van genen (10%). (niet per se beter of slechter)
de fases van hersenontwikkeling?
- cel geboorte
- cel migratie
- cel differentiatie
- cel maturatie = vormen dendrieten/axonen
- synaptogenesis = vormen synapsen
- cel dood en synaptisch pruning
- myelogenesis = vormen van myelin
kennen want sowieso vraag
1 neurogenese/ontstaan neuronen
ontstaan uit stamcellen in de neurale buis, grotendeels afgerond na 25 weken (tot 5 jaar nog groei). uitzondering hypocampus.
als het proces voltooid is wordt het niet meer opgestart, dus neuronen in week 25 heb je nu nog.
hersentumoren?
hersentumoren in kinderen kunnen uit neuronen ontstaan (teken vertraagd neurogenese) terwijl ze bij volwassenen meestal ontstaan uit gliacellen.
2 migratie cellen
na sluiting neurale buis vormt ruggenmerg en ventrikels. in dat weefsel daarin beginnen de radiale gliacellen te groeien van binnen tot de buitenste laag van de cortex. langs die paden kunnen neuronen bewegen.
hoe ze precies op die plek komen weten we niet zeker. we denken dat er een primitieve corticale map is in de ventrikels en ruggenmerg. in het genetisch materiaal van de cellen zit dus al iets wat er voor zorgt dat ze op hun bestemde plek komen.
uitzondering celmigratie
niet alle cellen gaan via de radiale gliacelweg, sommige volgen chemische signalen. dit heeft verder geen invloed op gedrag ofzo.
ze komen alsnog op hun voorbestemde plek.
3 cel differentiatie (specialisatie)
alle cellen komen van een algemene voorloper cel (uncommitted precursor). onder invloed van chemische signalen differentieren deze cellen zich in gespecialiseerde cellen.
cel differentiatie is afgerond bij de geboorte, maar neurale maturatie gaat een aantal jaar door.
4 neurale maturatie
het groeien van axonen en dendrieten
4 neurale maturatie
het groeien van axonen en dendrieten
groei axon
- schiet uit cellichaam
- baant zich een weg door bestaand weefsel
- wordt bestuurd door neurotrope chemische signalen -> die vertellen de vingers van de axon (filodopia) op het uiteinde van de axon (groeiconus) waar hij zich wel en niet aan vast moet pakken.
gaat relatief snel
axon kan ook feedback geven aan cellichaam over hoe dendrieten gevormd moeten worden
groei dendrieten
stapsgewijs
- arborisatie = vertakking dendrieten (start prenataal en duurt tot 2 jaar na geboorte)
- groei spines = gevoelig worden voor graduele potentialen
5 synaptogenese
vorming van synapsen
- 5 maanden na conceptie: simpele synaptische verbindingen
- 7 maanden na conceptie: extensieve synaptische verbindingen in diepe corticale lagen
na geboorte snelle toename synapsen door overspoeld worden met informatie en aanpassing daarop.
6 afsterven neuronen en snoeien synapsen
initieel is er een overproductie aan neuronen en synapsen die de samenhang van het netwerk verstoren. die moeten dus afsterven. dit gebrurt in fases.
fases afsterven neuronen en synapsen
- apoptose = genetisch voorgeprogrameerde celdood. alle neuronen die niet genoeg voedsel krijgen van gliacellen sterven.
- synaptische pruning = synapsen op overblijvende neuronen verminderen drastisch. voornamelijk in pubertijd -> verklaart gedragsveranderingen. (tot 42% in cerebrale cortex).
7 myelinogenese
zorgt dat neuronen en axonen op plek blijven.
volgorde van myelinisatie
eerst primaire delen, daarna laterale, temporale en frontale pas.
stof en myelinisatie?
- witte stof neemt toe
- grijze stof neemt toe
- in taalgebied neemt grijze stof juist toe, omdat je dat vroeg moet leren
gedrag als indicatie voor neurale ontwikkeling
gedrag kan pas tot uiting komen wanneer de benodigde “hardware” is ontwikkeld
piaget’s stadia van cognitieve ontwikkeling?
waarschijnlijk gebaseerd op myelinisatie van bepaalde hersenstructuren
- geboorte - 18/24 m = sensomotorische; object permanentie
- 2-6 = jaarpreoperationeel; spelen, egocentrisme, taal
- 7-11 jaar = concreet operationeel; wiskunde en conservatie
- 12+ = formeel operationeel; abstracte logica, potentie voor vorminng moralen
omgevingsfactoren en hersenontwikkeling?
door neurale plasticiteit stimuleert opgroeien in een verreikende omgeving de neurale ontwikkeling.
bijvoorbeeld meer synapsen door verhoogde sensorische informatieverwerking in complexe omgeving.
hormonen?
- androgenen = mannelijk geslachtshormoon
- oestrogenen = vrouwelijk geslachtshormoon
androgenen
voornamelijk testosteron.
- mannelijke geslachtskenmerken
- secundaire geslachtskenmerken
- veranderingen in het brein
oestrogenen
oestron, oestradial, oestriol
- menstruatiecyclus en zwangerschap
welke veranderingen in het brein induceren hormonen?
- aantal neuronen
- vertakking van dendrieten
- groei van synapsen