Hoofdstuk 14 Flashcards
wat is leren
een relatief permanente verandering in gedrag als gevolg van ervaringen
wat is geheugen
het vermogen om eerdere ervaringen te herinneren of herkennen
leren en geheugen
worden op gedragsnibveau gedefinieerd, nemen aan dat functionele gedragsveranderingen gerelateerd zijn aan structurele veranderingen in ons zenuwstelsel
mentale representatie
of geheugen sporen, het resultaat van fysieke veranderingen in het bren, zowel op het niveau van synapsen (synaptogenese) als op structureel celniveau (neurogenese)
amnesie
verlies van expliciet of impliciet geheugen.
soorten geheugenverlies
- anterograde amnesie: geen opslag nieuwe herinneringen
- retrograde amnesie: verlies van bestaande herinneringen
syndroom van Korsakoff
beide vormen van amnesie en aangetast korte termijn geheugen.
oorzaak: langdurig tekort aan thiamine (B1)
neurale mechanisme; afsterven van cellen in tussenhersenen, waaronder mediale thalamus en corpora mammillaria in hypothalamus ook corticale atrofie.
mensen met Korsakoff hebbem geen besef van hun beperkingen
consolidatie van geheugen, 3 stadia.
- encoderen: fragiele staat, sterke competitie bestaande en nieuwe herinneringen
- opslag: relatief permanente representatie, vereist structurele veranderingen in de hersenen
- ophalen “recall”: ophalen van herinneringen, integratie met bestaande herinneringen, open voor re-consolidatie.
Lokaliseren geheugensporen - Karl Lashley
zocht bij ratten naar locatie fysieke geheugensporen. - conclusie was relatie tussen omvang laesie en ernst geheugenproblemen, geen relatie locaties.
neuroanatomie van geheugen - korte termijn
- vooral frontaalkwab
- resoneren van actiepotentialen (reverberatie)
langetermijngeheugen
consolidatie - structurele veranderingen
- expliciet geheugen: mediale temporaalkwab (waaronder hippocampus en amygdala); semantisch in default mode netwerk; episodisch; hippocampus, ventromediale prefrontale cortex
- impliciet geheugen: vooral basale ganglia (motorisch leren) en cerebellum
Henry Molaison
ernstige anterograde amnesie, na verwijderen hippocampus. kon impliciet wel nieuwe dingen leren.
-> conclusie: hoppocampus bevat een mechanisme om nieuwe herinneringen op te slaan in expliciet geheugen
wel complexer dan dit
neuroanatomie van expliciet geheugen
anatomie van de mediale temporaalkwab; connecties hierin zijn wederkerig. hierdoor kunnen we herinneringen ophalen.
- perirhinale cortex: visueel object geheuegen (ventrale stroom input)
- parahippocampale cortex: visuospatieel geheugen (pariëtele gebied input)
- entorhinale cortex: integratie van visueel geheugen (eerste symptomen alzheimer)
- hippocampus: voornamelijk spatieel geheugen (plaatsen, object locaties)
neuraal plaatsbepalingssysteem (GPS)
in hippocampus en entorhinale cortex
- place cellen
- head direction cellen
- grid cellen
- border cellen
place cellen
in hippocampus vuren alleen als het dier op een bepaalde plaats is, onafhankelijk van hoofd oriëntatie
head direction cellen
in hippocampus vuren wanneer het hoofdd in een specifieke richting staat (vestibulaire systeem)
Grid cellen
in entorhinale cortex vormen een virtueel raster ‘grid’ om de omvang van de omgeving in te schatten
border cellen
in entorhinale cortex vuren alleen bij randen en grenzen van de omgeving.
neurale netwerken voor expliciet geheugen
- prefrontale cortex; reverberatie van actiepotentialen
- prefrontale cortex naar mediale temporaalkwab van KGT naar LTG
- mediale temporaalkwab projecteert terug naar neocortex: houdt ervaringen in leven, maakt ophalen mogelijk
Clive Wearing
geheel verlies van expliciet geheugen
schade aan hippocampus, temporaalkwab en frontaalkwab ten gevolge van virusinfectie in het hersenweefsel
-> impliciet nog wel intact, want kan wel piano spelen en nieuwe stukken leren
neuroanatomie impliciet geheugen
basale ganglia belangrijkste hersenstructuur voor impliciet geheugen
patiënt JK had parkinson.
neurale netwerken voor impliciet geheugen
basale ganglia worden beschouwd alsvolumeknop motorisch hersengebieden -> impliciet geheugen is gelinkt aan actie.
hier wel uni-directioneel.
geen terugkoppeling neocortex, brandstof systeem is dopamine
neurale netwerken voor emotioneel geheugen
amygdala is essentieel
emotioneel geheugen kan zowel expliciet als impliciet zijn
long term potentation (LTP)
hoe werkt LTP
- AMPA receptoren reageren op zwakke stimulatie en produceren een initiële EPSP -> Na+ influx
- NMDA receptoren worden normaal gesproken geblokkeerd door magnesium ionen
als er genoeg stimulatie is laat magnesium los. als er dan weer een stimulatie is heeft die magnesium losgelaten en gaat de transmissie dus sneller/efficiëntere
long term depression
potentieel cellulair mechanisme voor wissen van bestaande herinneringen
neurale plasticiteit - ervaringen
- modificatie van bestaande netwerken = synaptogenese
- creatie van nieuwe cellen en netwerken = neurogenese
neurale plasticiteit - omgevingsinvloeden
opgroeien in een verrijkte omgeving leidt tot structurele veranderingen
neurale plasticiteit - motorisch leren
experimenteel bewijs
training van fijne motoriek verandert de somatotopische organisatie in de motorische cortex
-> grotere representatie van de vingers na training van moeilijk motorische taak versus eenvoudige taak bij apen
- bij mensen ook geobserveerd
neurale plasticiteit - corticale reorganisatie na laesies
bijvoorbeeld fantoompijn, op gedragsniveau leidt aanraking ergens tot sensatie ergens anders, dit is doordat afgesneden neuronen reageren op aangrenzende gebieden.
neurale plasticiteit - chemische en hormonale invloeden
hormonen kunnen synaptische organisatie beïnvloeden
- neurotrofe factoren en psychoactieve middelen/psychofarmaca
neurale plasticiteit - herstel na hersenbeschadiging
- constrained-induced therapy
- compensatie strategieën
- reorganisatie bestaande neurale circuits
- vervangen beschadigde neuronen -> in de toekomst