Hoofdstuk 4 Flashcards
gereedschap om elektriciteit te meten in het zenuwstelsel?
- potentiaalverschillen -> voltmeter
- stroomsterkte -> ampère meter
oscilloscoop
meten we reactie van brein mee op trigger door stroom toedienen. meet spanning als functie van tijd
spanning over celmembraam
intra- versus extracellulair, je meet twee polen die een connectie hebben.
welke kant stromen ionen op?
de overwegend positieve ionen stromen van positief naar negatief.
snelheid van ~90 m/s
welke ionen zitten in het lichaam
- Natrium Na+
- Kalium K+
- Chloride CI-
- Calcium Ca^2+
Hoe veroorzaken stromende ionen potentiaalverschillen?
- diffusie
- concentratie gradiënt
- voltage gradiënt
diffusie
passief proves waarbij ionen van hoge naar lage concentratie stromen. er ontstaat evenwicht; overal gelijk aantal moleculen.
Na+ bindt met negatieve polen en CI- bindt met positieve polen bij bijvoorbeeld zout oplossen in water.
Concentratie gradiënt
concentratieverschil door aantal ionen, maar geen verschil in lading. (+/- balanceren elkaar links, dus neutraal en rechts heeft geen ionen dus ook neutraal)
verschil in concentratie ionen tussen intra- en extracellulaire vloeistof
Voltage gradiënt
niet per se verschil in gradiënt (kan wel als alle ionen naar 1 kant gaan), maar wel in lading. (- gaat naar rechts dus daar negatieve lading, links meer + dus daar positieve lading)
Verschil in elektrische lading tussen intra- en extracellulaire vloeistof
rustpotentiaal in een zenuwcel
potentiaalverschil tussen intercellulaire en extracellulaire vloeistof in rusttoestand, potentiële energie, ~-70mV.
welke ionen dragen bij aan rustpotentiaal?
- kationen (+); Na+, K+
- Anionen (-); Cl-, A-
- intracellulair = meer A- en K+
- extracellulair = meer Cl- en Na+
hoe wordt de rustpotentiaal in stand gehouden?
- kanalen = maken K+ influx en efflux mogelijk om intracellulaire A- te balanceren
- poorten = voorkomen influx Na+
- natrium/kalium pomp = pompt Na+ uit de cel en K+ in de cel, verhouding 3:2, kost energie.
2 optied die graduele potentialen induceren
- negatieve lading toedienen; hyperpolarisatie = K+ effluk of Cl- influx, potentiaalverschil wordt groter.
- positieve lading toedienen; depolarisatie = Na+ influx, potentiaalverschil wordt kleiner
graduele potentialen?
kleine fluctuaties over het celmembraam die uitdoven over afstand en bij elkaar opgeteld kunnen worden.
kan worden opgeteld en kunnen uitdoven. is niet per se informatie die door de zenuwcel heen stroomt.
actiepotentiaal
treedt op wanneer er wel informatie door de zenuwcel heen stroomt. treedt op wanneer het potentiaalverschil boven de vuurdrempel uitkomt (-50mV). Duurt kort (1ms) en keert polariteit van het celmembraam om