hoofdstuk 7: stemmingsstoornissen Flashcards
wat is de algemene definitie van een stemmingsstoornis?
=> stemming is ernstig & langdurig => langer dan maatschappelijk verwacht & veroorzaakt belemmeringen in het functioneren
zijn stemmingsstoornissen een algemene categorie in de DSM 5?
=> Neen: Twee categorieën
1) depressieve stemmingsstoornis
=> deze is unipolair
2) bipolaire stemmingsstoornis
Wat is de depressieve stemmingsstoornis?
=> sprake van depressieve episode zonder geschiedenis van manische of hypomanische episodes
=> episoden komen terug en belemmeren het dagelijks functioneren
=> diagnostische voorwaarde: duur is min 2 weken en min 5 symptomen
=> symptomen:
1) verandering emotionele toestand: somber/ bedroefd/ verhoogde prikkelbaarheid
2) veranderingen van motivatie: ongemotiveerd/ verlies van plezier/ laag seksueel verlangen/ minder sociale participatie
3) veranderingen van lichamelijk functioneren: langzamer bewegen/ praten - slaapproblemen (insomnia of hypersonmie) - eetlust - gewichtsveranderingen - vermoeidheid
4) cognitieve veranderingen: moeilijk concentratie - negatieve gedachten - piekeren - suicidale gedachten - minderwaardigheidsgevoelens - schuldgevoelens over suicidale gedachten
soms één depressieve episode gevolgd door normaal functioneren
soms komen de depressieve episodes terug afgewisseld met normaal en licht verstoord functioneren
kan evolueren naar chronische depressie
waarom hebben vrouwen 2 keer zo’n grote kans om depressief te worden?
*Vrouwen 2 maal zo grote kans dan mannen
o hormoonschommelingen
o Disproportionele stress bij vrouwen
=> seksueel misbruik en mishandeling
=> seksisme
=> alleenstaand ouderschap
Hebben vaker negatieve gebeurtenissen meegemaakt
Vrouwen zijn meer geneigd om te piekeren & mannen meer geneigd om afleiding opzoeken => piekeren => verhoogt de emotionele stress => grotere vatbaarheid voor depressie
Eigenwaarde is sterk afhankelijk van de relaties => bij relatieproblemen gaat de eigenwaarde dalen
Maar vrouwen zijn ook meer geneigd om symptomen te rapporteren en behandeling te zoeken naar mannen => dus meer diagnoses
1ste diagnose op 25 a 35 jaar
wat zijn soorten depressieve stoornissen?
1) seizoensgebonden depressie
2) postnatale depressie
3) persisterende depressieve stoornis => dysthimie
wat is de seizoensgebonden depressie?
Symptomen meestal tijdens de winter & herfst
Verlies van energie/ hunkering koolydraten/ gewichtstoename en hypersomnia
Verstoring in bioritme => is u slaapwaak patroon/ stemming
Melatonine => afbraakproduct van serotine (stemmingsregulerende neurotransmitter) => tijdens de winter door gebrek aan licht verloopt transmissie van serotine niet goed
Alternatief: lichttherapie: kunstlicht als aanvulling van de zon
wat is een postnatale depressie?
Ernstige stemmingsveranderingen
Veranderingen in eetlust – slaap – concentratie – minderwaardigheidsgevoelens
4 weken na de geboorte
Maanden tot jaar
Alternatief: behandelingden in functie van hechting/ responsiviteit ten aanzien van de baby – suicide preventie – gezinsdrama therapie
Genetische factoren kunnen bijdragen aan de vatbaarheid
Vrouwen met geschiedenis van depressie/ angst voor zwangerschap => post natale depressie
Risicofactor voor psychotische depressie
wat is een persisterende depressieve stoornis?
Patroon van matige depressie die lange tijd aanhoudt – min 2 jaar
Bij kinderen of adolescenten prikkelbare stemming
Symptomen zijn chronisch => dezelfde symptomen als depressieve stoornis maar minder ernstig
vooral Sombere stemming
Vaak geen suicidale gedachten zoals bij ernstige depressie
Beinvloeden het dagelijks functioneren op subtiele manier => maar slecht functioneren op werk/ relaties en sociaal leven
Vaak de voorloper van een depressieve stoornis
wat is een bipolaire stemmingsstoornis?
Stemmingsstoornis gekenmerkt door episodes van manie/ hypomanie en/ depressie
Manische episode => Min 1 symptoom & minstens 1 week
=> van kortere duur (paar weken/ maanden) en stoppen abrupter dan depressieve episodes
o Euforie of extreme prikkelbaarheid
o Verhoogde energie/ minder slaap nodig
o Versneld denken en spreken
o Snel afgeleid
o Impulsiviteit en risico gedrag (roekeloos rijden, seksuele driften, uitegeven) / chaotisch gedrag
o Opgeblazen gevoel van eigenwaarde
o Verminderd beoordelingsvermogen
Hypomanie (maar 4 achtereenvolgende dagen aanwezig)
Minder ernstig => meer energie/ zekerder/ creatiever/ impulsiever
Mindere impact op dagelijks functioneren
Depressieve episode
o Aanhoudende somberheid
o Vermoeidheid/ slaapstoornissen
o Minderwaardigheidsgevoelens/ schuldgevoelens
o Concentratieproblemen
o Suicidaal gedrag
welke typen bipolaire stoornissen zijn er?
Bipolaire I stoornis
Min 1 volledige manische episode en meestal afgewisseld door depressieve episode
Vaak meer impact op dagelijks functioneren
Psychotische symptomen kunnen optreden tijdens de manische of depressieve episodes
Bipolaire II stoornis
Min 1 hypomane episode en één depressieve episode
Geen manische episoden
Depressieve episodes zijn vaak langer en intenser dan bipolaire 1
Cyclostyme stoornis
Cyclisch patroon van stemmingswisselingen => Min 2 jaar => chronische stemmingsstoornis
Perioden van normale stemming zijn heel kort
Milde stemmingswisselingen: vooral Hypomane episoden & lichte depressieve episoden => vooral Verlies van interesse & Verlies van plezier
Risicofactor om bipolaire stoornis te ontwikkelen
wat zijn verklarende factoren van de klassieke psychodynamiek?
Innerlijk conflict: inwaarts gerichte woede => woede nr anderen gericht naar jezelf
Bij pathologische rouw = verlieservaring van een object => men wilt de psychologische band behouden => mentale representatie van object verinnerlijkt => agressie gericht naar de verloren persoon wordt naar binnen gericht => leidt tot schuldgevoel & zelfhaat
Bij bipolaire stoornissen => persoonlijkheidsstructuur van individu is in disbalans door de dominantie van ID (dominant in manische fase) of superego (dominant depressieve fase)
wat zijn de verklaringen van humanistische theorieën?
Depressie ontstaat door gebrek aan levensbetekenis en authentieke keuzes
=> verlies van eigenwaarde en persoonlijke groei = oorzaak
Verlies van persoonlijke of sociale rollen kunnen leiden tot gevoelens van zinloosheid
wat zegt de leertheorie over stemmingsstoornissen?
Gebrek aan positieve bekrachtiging. (Lewinsohn)
door problemen in sociale interacties => interactionele benadering
Aanpassingen aan het leven met depressieve persoon is stressvol => omgang met die persoon => minder belonend => ontstaan van negatieve interacties met afwijzing als gevolg
Depressie => verstoord evenwicht tussen gedrag en bekrachtiging => minder bekrachtiging => verergert isolement => versterking van depressieve gevoelens
Minder actief zijn door depressie => kan een bron zijn van negatieve bekrachtiging => netwerk neemt verantwoordelijkheden over en positieve bekrachtiging: de sympathie
wat zegt de cognitieve triade over depressie?
(Beck) Cognitieve triade van depressie => cognitieve vervormingen over zich zelf = cognitieve schema’s op basis van leerervaringen = vormen de psychische kwetsbaarheid voor depressie
1) Negatief zelfbeeld
betrokkene waardeloos/ minderwaardig is en vaardigheden mist die nodig zijn om gelukkig te worden
2) Negatief beeld van omgeving of de wereld
Omgeving stelt buitenproportionele eisen die moeilijk voldaan kunnen worden => oorzaak van eigen falen en verlies
3) Negatief beeld van de toekomst
geloof dat hij machteloos is om dingen te veranderen & verwacht enkel tegenslag
wat zijn de cognitieve vervormingen bij een stemmingsstoornis?
Alles of niets denken => Zwart wit denken => gebeurtenissen in twee extreme categorieën: positief of negatief => geen nuance
Voorbeeld: Perfectionisme => drm gepaard met hogere kwetsbaarheid voor depressie
Overgeneralisatie => Op basis van één negatieve gebeurtenis => algemene brede conclusie trekken => niet verhouding is met de feiten
Mentaal filter
Enkel richten op de negatieve aspecten van een gebeurtenis => selectieve abstractie => negatie van de positieve aspecten
Uitsluiting van het positieve
Neiging om prestaties te relativeren/ te ontkennen
Overhaaste conclusies trekken
Direct negatieve interpretatie van een situatie zonder dat er direct bewijs voor is
Vergroting en verkleining
Negatieve gebeurtenissen/ fouten/ angsten => direct overdrijven
Emotionele rationalisatie
Redeneren is op emoties gebaseerd => gebeurtenissen worden op basis van emoties geïnterpreteerd en niet op basis van redelijke overwegingen of aanwijzingen
Beweringen met moeten
Persoonlijke plichten => altijd moeten
Labeling en mislabeling:
Negatieve/ onrealistische/ permanente etiketten aan jezelf of anderen => op basis van momentopnames => je hele persoon wordt gereduceerd tot die label
* “ik ben een mislukking”
Personalisatie
Bij negatieve gebeurtenissen bij jezelf of anderen => jezelf zien als oorzaak