hoofdstuk 5 deel 2: OCD Flashcards
wat is OCD?
=> obsessief compulsieve stoornis
=> een angststoornis met terugkerende obsessies of dwanghandelingen of beiden
=> ontwikkeling in de jeugd/ adolescentie
=> meestal chronisch last van de symptomen
wat is een obsessie?
Indringende ongewenste gedachten die men niet kan controleren
=> krachtig genoeg om dagelijks functioneren te verstoren
=> twijfels/ impulsen/ mentale beelden
=> kunnen egosyntoon zijn: passen bij de persoon => weinig klachten
=> kunnen egodystoon zijn: gedachten passen niet bij de persoon => ongemak
wat zijn compulsies?
=> herhalende gedragingen of mentale handelingen (bidden of tellen)
=> zijn een reactie op de obsessie om spanning en angst te reduceren
=> versterken op LT de obsessie
=> resulteren in rituelen
welke soorten OCD verwante stoornissen zijn er?
1) obsessief compulsieve stoornis
2) morfodysfore stoornis => verstoord lichaamsbeleving
3) verzamelstoornis
4) trichotillomanie
5) exoriatiestoornis
wat is de morfodysfore stoornis?
=> stoornis in het lichaamsbeleving => idee van lelijk of misvormd
=> obsessie met ingebeeld of sterk overdreven uiterlijk defect
=> compulsief gedrag => repititieve gedragingen in teken van de tekortkoming (veel in spiegel kijken, camoefleren, of mentale handelingen zoals piekeren)
=> significante impact op dagelijks functioneren=> niet meer nr buiten gaan => belemmeringen in het werk/ sociaal leven
wat is een verzamelstoornis?
=> sterke dwang om zaken te verzamelen ongeacht waarde of onvermogen om zaken weg te doen want bezorgd veel onrust
=> belemmeringen in sociaal of beroepsmatig functioneren => leiden tot sociaal isolement en conflicten met gezinsleden
=> egosyntoon => gedachten zijn normaal en gewenst
trichotillomanie
=> compulsief haren uittrekken => haarverlies
=> reguleert stress
exoriatiestoornis
compulsief pulken van huid => wondjes => moeilijk te genezen door herhaald verwijderen van korstjes
=> vormen in pulken - krabben - wrijven
=> reactie op stress
wat zijn de theoretische perspectieven op OCD?
Psychodynamische theorie
Obsessief denken en compulsies => zijn manieren om onbewuste impulsen te onderdrukken
Bv: obsessief denken aan vuil onderdrukt de kinderlijke behoefte om zich zelf te bevuilen
Biologische verklaring
Werking van genen beinvloeden ook het chemische evenwicht in de hersenen => leiden tot verhoogde arousal van worry circuit => neuraal netwerk dat gevaar detecteert => dit netwerk is zeer actief en gaat ongepast signalen sturen nr de hersenen om dreiging te verminderen => herhaald compulsief gedrag
Prefrontale cortex is niet in staat om neurale activiteit van de amygdala te reguleren => hierdoor verhoogde angst + piekergedrag
Werkt ook niet goed waardoor doelgericht gedrag: prioriteiten stellen en volgorde brengen in handelingen moeilijk is
Psychologische verklaring
Vicueze cirkel die moeilijk e doorbreken valt
Illusie dat ze de controle hebben
Perfectionisme => cognitieve factor van OCD => overtuiging dat je foutloos dient te presteren => overdrijven de gevolgen van minder perfect werk en kunnen zich gedwongen voelen om uren lang aan werk te zijn tot dat alles foutloos is
Compulsief gedrag is operante conditionering => negatieve bekrachtiger die angst verminderd => bevestigd steeds weer de obsessie
behandeling van OCD?
Blootstelling => exposure therapie
Bewust situaties opzoeken die obsessieve gedachten oproepen
o Opzettelijk huis rommerlig achterlaten
o Gewenning aan de angstige prikkels => koppeling tussen prikkels en angst wordt steeds zwakker
Responspreventie: BRP
Compulsief gedrag niet uitvoeren => leren zo angst te verdragen die obsessies oproepen => angst zal geleidelijk aan afnemen => hierdoor minder gedwongen om handelingen uit te voeren
Cognitieve gedrags therapie => toont betere resultaten dan medicatie op LT
o Combinatie van BRP en blootstelling
=> geleidelijke blootstelling aan wegdoen van object
o Corrigeren van de disfunctionele overtuiging door een rationeel alternatief
=> disfunctionele overtuiging over voorwerpen identificeren vervangen door rationeel/ realistisch alternatief
Medicatie
Antidepressiva => verhogen de beschikbaarheid van serotine => betere angstbeheersing => overmatige activiteit in de amygdale en basale ganglia verminderen