hoofdstuk 2: biologisch - sociocultureel- biopsychosociaal perspectief Flashcards

1
Q

Wat is het biologisch perspectief op afwijkend gedrag?

A
  • verstoorde werking van neurotransmitters
  • erfelijkheid
  • onderliggende afwijkingen in de hersenen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het biologische perspectief erfelijkheid?

A

genen = basale bouwstenen van erfelijkheid => reguleren de ontwikkeling van trekken

genotype= genetische info die in DNA van mens zit opgeslagen

fenotype = de zichtbare kenmerken die resultaat zijn van genetische factoren en omgevingsinvloeden

1ste persoon bij wie stoornis wordt vastgelegd = proband

! hoe dichter de persoon verwant is => grotere kans in dezelfde omgeving te zijn opgegroeid

te complex om een psychische stoornis volledig te wijten aan erfelijkheid

Fysieke stoornissen kunnen wel volledig genetisch worden doorgegeven

Genen & omgeving verklaren elk de helft van de variatie in persoonlijkheidstrekken/ stoornissen
=> Omgevingsfactoren (stress & opvoeding& gender) bepalen de uiteindelijk de uitkomst
Multigenetisch determinisme (ontwikkeling van genen)

meerdere genen betrokken bij ontwikkeling psychische stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke wetenschap werkt rond onregelmatigheden van neurotransmitters?

A

psychofarmaca => medicatie die inwerken op de neurotransmitters in hersenen
onregelmatigheden in de neurotransmitter = van psychische stoornis => maar welke van de twee is de oorzaak? Weten we niet => enkel bij alzheimer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat doet acetycholine? dopamine? norepinefrine? serotine?

A

acetycholine = Reguleert de spiercontracties en vorming van herinneringen => alzheimer

dopamine = Reguleert spiercontracties & vorming van herinneringen – emoties en leren => schizofrenie

norepinefrine = Reguleert mentale processen met leren en herinneringen => depressie

serotine = stemming - verzadiging en slaap => depressie en eetstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe verliep de STIJGENDE INVLOED VAN BIOLOGISCH PERSPECTIEF

A

in de jaren 70: antipsychiatrie => minimaliserend over de invloed van biologisch perspectief
in de jaren 80 => sterk stijgende invloed van biologisch perspectief
=> door de ontwikkeling van farmaceutica = medicatie die inwerken op de neurotransmitters in hersenen
=> door evolutie van technieken om hersenfuncties te meten
=> door toegenomen wetenschappelijke en medische kennis rond de oorzaken van afwijkend gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is psychofarmacologie

A

Psychofarmacologie: studie van effecten van medicatie op de emoties en gedrag

Psychofarmaca => medicijnen die inwerken op neurotransmitters in hersenen => beïnvloeden de chemische evenwicht

Lossen de psychische stoornis niet op, en kunnen nevenwerkingen hebben

Kunnen wel verontrustende symptomen onder controle houden
4 Categorieën
1) Angstremmers: Hebben een remmende werking op sympatisch zenuwstelsel en op de ARAS (netwerk van zenuwen in de hersenstam) => zorgen voor de arousal => vecht en vlucht respons (snellere hartslag/snellere ademhaling) => gaat deze afremmen

2) Antipsychotica: Voor symptomen van schizofrenie/ psychotische stoornissen te verhelpen. Richten zich vooral op neurotransmitter dopamine => zij hebben een overmaat aan dopamine in bepaalde hersengebieden => deze blokkeren + kalmerend effect

3) Antidepressiva

4) Stemingstabilisatoren: Lithiumcarbonaat => stabiliserende werking op grote stemmingswisseling tijdens bipolairestoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de kritische bedenkingen van het psychofarmaca?

A

Er zijn effecten, maar ook bijwerkingen

Gebruik ervan is nuttig in behandelingen van paniekstoornissen/ OCD/ eetstoornissen

Nadeel: brengen fysiologische afhankelijkheid met zich mee
De chemische oplossing is een quick fix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat hield vroegere pychodynamisch perspectief in?

A

sigmund freud => pionier van psychoanalyse => 1ste vorm van psychodynamische therapie

doel van psychodynamische therapie: psychologische problemen worden aangestuurd door onbewuste onderliggende conflicten => hierin inzicht krijgen en deze oplossen

onbewuste onderliggende conflicten zijn gebaseerd op agressieve/ seksuele instincten=> we onderdrukken die uit ons bewustzijn

bewustzijn/ topje van de ijsberg: deel van de geest dat zich bezig houdt met het besef van hier en nu => wat er op dat moment onder de aandacht komt

voorbewuste: herinneringen waarvan we ons niet bewust zijn op het moment zelf, maar die kunnen worden opgeroepen en aandacht op richten

onbewuste: buiten het bereik van het normale bewustzijn => bevat onze driften/ instincten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de drie psychische structuren volgens freud?

A

Het ID:
Onbewuste psychische structuur die onze primitieve instincten bevat & worden aangestuurd door lustprincipe (onmiddelijke bevrediging van behoefte) => is vanaf de geboorte aanwezig

Het EGO
Psychische structuur die overeenkomt met het beeld van het zelf => wordt aangestuurd door het realiteitsprincipe (directe bevrediging van behoeften uitstellen & aanpassing aan de realiteit) => is in staat om frustraties te toleren => ontwikkelt zich tijdens het 1ste levensjaar
Bevindt zich in bewuste en onderbewuste

Het superego
Psychische structuur die normen van de ouders en belangrijke anderen internaliseert => functioneert als een moreel geweten => 4de levensjaar

Ons persoonlijkheid is een conflict tussen deze 3
=> ID wil onmiddelijke bevrediging & superego wil heersende normen en waarden volgen
Ego bemiddelt tussen de twee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de afweermechanismes volgens Freud?

A

Psychische bescherminsstragieën om de realiteit te vervormen => wordt door het ego gebruikt om het zelf te beschermen tegen het bewustzijn van angstige zaken

Soorten afweermechanismes

Verdringing: enge of onacceptabele gedachten, gevoelens, herinneringen wegduwen uit bewuste naar het onbewuste

Regressie: terugvallen op gedrag dat kenmerkend is voor een eerdere ontwikkelingsfase . bv: Volwassen persoon is na scheiding afhankelijk van ouders

Rationalisme: misleidende rechtvaardiging voor onacceptabel gedrag . bv: Iedereen was dronken dus ik ook

Verplaatsing: verplaatsing van ideeën en impulsen over bedreigende object nr minder bedreigende object. bv: Afreageren op persoon die je lief hebt

Projectie: toeschrijven van eigen onacceptabele impulsen aan anderen . bv: Vijandige persoon ziet iedereen als vijandig

Reactieformatie: tegenovergesteld gedrag van wat je werkelijk voelt => om werkelijke impulsen te onderdrukken . bv Sadistisch persoon wordt arts

Ontkenning: weigeren om werkelijke aard van bedreiging te zien . bv: Gevolgen van roken niet willen zien

Sublimatie: ombuiging van primitieve impulsen in positieve/ constructieve gedrag . bv: Agressie kwijtraken in sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de psychoseksuele ontwikkeling?

A

Alle basale lichamelijke functies: eten – slapen – behoefte doen => linkt hij met principe van EROS: basale drift om leven te beschermen en door te geven: voortplanting en seksualiteit

5 psychoseksuele stadia van ontwikkeling
1) Orale stadium => 0-1j
* De omgeving verkennen via de mond => steken alles in de mond
* Borstvoeding
2) Anale stadium => 1-3j
* Leren zelfstandig behoefte doen => leren controle te krijgen over sluitspieren rond de anus

3) Fallische stadium => 3-6j
* Focus op uitwendige geslachtsdelen
* Oedipuscomplex / electracomplex => Incestueuze verlangen naar ouder van tegenovergestelde geslacht & andere ouder als vijand zien

4) Latente stadium => 6-12j
* Identificatie met ouder van hetzelfde geslacht
* Begin van superego => ouderlijke normen en waarden internaliseren
* Seksuele impulsen zijn meer op achtergrond => hierdoor meer aandacht voor school en vrienden maken

5) Genitale stadium => 12 +
* Seksuele driften komen weer op voorgrond
* Ontwikkeling volwassen seksualiteit
* Seksuele fixatie op leeftijdgenoten

Fixaties: wanneer een bepaalde fase onbevredigd bleef => Persoon ontwikkelt persoonlijkheidstrekken die kenmerkend zijn voor stadium
* Orale fixatie: overdreven verlangen nr orale activiteiten => Roken alcohol/ nagelbijten
* Emotioneel => zeer afhankelijk van de partner
* Mannen die vast zitten in fallische stadium: geneigd om op vrouwen te vallen die op moeder lijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het perspectief op psychische stoornis van de psychodynamische perspectief?

A

Gezonde psyche: balans tussen de psychische structuren
=> sterk genoeg ego om instincten van het ID te onderdrukken & afkeuring van superego te weerstaan => Huwelijk is bv manier om instincten te kanaliseren volgens de normen

psychische stoornis = verstoord evenwicht tussen de structuren => hierdoor kunnen onbewuste impulsen geuit worden => een symptoom

Doel psychodynamische therapie: inzicht krijgen in de onbewuste conflicten
Deze benadering laat ons zien dat ons gedrag kan gestuurd worden door impulsen van het onderbewustzijn + besef dat kinderen ook seksuele wezens zijn en seksuele ontwikkeling doormaken
Kritiek: geen wetenschappelijke basis, niet evidence based

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het behaivorisme?

A

Centraal: waarneembaar gedrag & rol van leren => dus niet het onderbewuste
Afwijkend gedrag is gevolg van het leren van ongepast gedrag => afwijkend gedrag wordt op dezelfde manier aangeleerd als normaal gedrag => is het product van invloeden van de omgeving => deze stroming is evidence based
Gevolg van slechte opvoedingspraktijken; inconsequent straffen/ nooit beloning geven
Huidig afwijkend gedrag dient bijgestuurd te worden => niet nr onderbewuste graven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is klassieke conditionering?

A

Pavlov => pionier de aangeleerde reactie

Klassieke conditionering: leerproces waarbij een ongeconditioneerde respons wordt aangeleerd/ geconditioneerd op een neutrale stimulus, door deze aan te bieden met een ongeconditioneerde stimulus die reflexmatig gedrag uitlokt

Ongeconditioneerde stimulus (OS)
Dit is een prikkel die van nature een reactie uitlokt. Voorbeeld: Voedsel => automatisch speekselproductie.

Ongeconditioneerde respons (OR)
de automatische, natuurlijke reactie op de ongeconditioneerde stimulus. Voorbeeld: Speekselproductie bij het zien of ruiken van voedsel.

Geconditioneerde stimulus (CS). oorspronkelijk neutrale prikkel die, na herhaalde koppeling met de ongeconditioneerde stimulus, dezelfde reactie oproept. Voorbeeld: Een bel die oorspronkelijk geen speekselproductie veroorzaakte, maar na herhaling wel.

Geconditioneerde respons (CR)
Dit is de geleerde reactie die optreedt als gevolg van de geconditioneerde stimulus.
Voorbeeld: Speekselproductie bij het horen van de bel, zelfs zonder voedsel.

1ste fase: OS => OR – 2de fase: NS & OS => OR – 3de fase: CS => CR

Toepassingen in dagelijks leven:
Angst en fobieën: traumatische ervaring kan kan neutrale stimulus (bf lift/ trein/ auto’s) koppelen aan een negatieve emotie (OR) => kan leiden tot fobie (CR)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is operante conditionering

A

Operante conditionering
Leerproces waarbij gedrag wordt beïnvloed door gevolgen ervan => bekrachtiging of straf? Gedrag dat wordt beloont vaker stellen dan gedrag dat wordt gestraft.
Skinner

Bekrachtiging: versterkt gedrag
Positieve bekrachtiging: prettige stimulus/ gebeurtenis als consequentie op gedrag waardoor frequentie van dit gedrag verhoogt
* Kind krijgt een snoepje na opruimen

Negatieve bekrachtiging: wegnemen van een onaangename stimulus waardoor frequentie van gedrag wordt verhoogt
* Stoppen van huilen van baby wanneer die wordt opgepakt

Opvoedingscontext, moet je wel veel leerkansen aanbieden + consistent toepassen van beloningen en straffen na gedrag

Depressie uitgelegd in dit kader:
=> Omgeving die bv sociaal gedrag niet aanmoedigt & bekrachtigd => gebrek aan sociale vaardigheden en hierdoor gebrek aan sociale bekrachtiging => sociale isolatie => depressie

Straf: onaangenaam gevolg op gedrag
Positieve straf: toedienen van een onaangename stimulus => frequentie van gedrag doen dalen

Negatieve straf: wegnemen van aangename stimulus => frequentie van gedrag doen dalen

Straf => zorgt enkel voor tijdelijke onderdrukking + leidt niet tot ontwikkeling van gewenste gedrag + fysieke straf kan proporties aannemen + leerkansen vermijden

Belonen werkt beter dan straffen => goed gedrag bekrachtigen en niet enkel kijken naar het ongewenste gedrag => kinderen met gedragsproblemen krijgen enkel aandacht op negatief gedrag waardoor dit bekrachtigd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de sociaal cognitieve theorie?

A

Sociaal cognitieve leertheorie

Def: leren gebeurt niet enkel via ervaring, maar ook via observatie van gedrag.

Cognitief: verwachtingen & waarde die iemand hecht aan een specifiek doel

Leren door observatie & gedrag wordt door zowel situationele en cognitieve variabelen bepaalt

Modeling: leren door te observeren & te imiteren

17
Q

wat is gedragstherapie?

A

Doel: rechtsreeks veranderen van problematisch gedrag door de principes van leren => Problematisch gedrag afleren en constructief gedrag aanleren

Exposuretherapie bij Angstoornissen
=> blootgesteld aan angstwekkende prikkel zonder negatief gevolg, zodat zij leren dat prikkel niet zo gevaarlijk is

Systematische desentisatie
Patient wordt stapsgewijs blootgesteld aan angstige prikkel => elke stap is angstiger => gaat dmv ontspanningstechnieken => wanneer patient angst ervaar is er een focus op herstelling van de ontspanning

Bekrachtegingstechnieken
Depressieve cliënt wordt gestimuleerd om activiteiten te doen die positieve emoties oproepen
Modeling:
Gedrag observeren van therapeut die gewenste gedrag uitvoert en dit gedrag nabootsen
Fobische patient kan niet fobische persoon observeren

Token economy
Patienten die zelfstandig dagelijke activiteiten doen worden beloond door fiches => kunnen ze inruilen voor gewenste beloning
In psychiatrie, gesloten instellingen, etc

Aversieve concitionering – sociale vaardigheidstraining – zelfcontrole technieken

18
Q

wat zijn de HUMANISTISCHE MODELLEN

A

Carl rogers & Maslow

Mensen hebben een aangeboren neiging op zelfactualisatie

Om volledig potentieel te bereiken => unieke talenten ontwikkelen

Een authentiek leven leiden door werkelijke behoeftes en gevoelens te erkennen (zelfacceptatie)=> en hierdoor zinvol en doelgerichte keuzes te maken =

Onvoorwaardelijke positieve waardering in opvoeding=> Waardering onafhankelijk van prestaties/ gedrag/ verwachtingen => om wie de persoon is => Is noodzakelijk voor zelfactualisatie

19
Q

wat zijn humanistische modellen rond afwijkend gedrag?

A

Humanistische concepten rond afwijkend gedrag

drempels in het proces van zelfactualisatie en authenticiteit => hierdoor vervreemd van jezelf => verstoord concept van het zelf

Is het resultaat van voorwaardelijke positieve waardering:

Kinderen accepteren als ze zich gedragen zoals ouder wilt => waardoor werkelijke gedachten en emoties genegeerd worden door kind => leren dat ze enkel waardevol zijn als ze zich op een bepaalde manier gedragen => kind raakt vervreemd van zich zelf => kind voelt zich ook gewaardeerd om wat die doet, niet om wie die IS
* “ik ben trots op je omdat je een 10 hebt gehaald”

Werkelijke Gevoelens die niet aansluiten bij het verstoord zelfbeeld=> roepen angst op => alle energie gaat naar de ontkenning hiervan waardoor er weinig energie is voor zelfontplooiing => frustraties en ontevredenheid = voedingsbodem voor afwijkend gedrag

20
Q

wat zijn de therapieën van de humanistische visie?

A

Persoongerichte/ Clientgerichte therapie (rogers)
 Doel: bereiken van zelfacceptatie en persoonlijke groei
 Therapeut toont onvoorwaardelijke waardering + empathisch + congruent (gedachten en handelen komen overeen) + oprecht

Kritiek: zelfactualisatie is niet meetbaar & de bewuste ervaring van cliënten is subjectief en persoonlijk => hierdoor moeilijk te kwantificeren en objectief te bestuderen

21
Q

wat zijn de cognitieve modellen op psychische stoornis?

A

Cognities: gedachten - ideeen – verwachtingen en attitudes

cognities zijn de mentale processen die betrokken zijn bij informatieverwerking

Afwijkend gedrag = foutieve verwerking van informatie/ realiteit

Cognitieve vervorming: denkfouten
Depressieve mensen => buitenproportioneel negatief zelfbeeld

Irrationele denkpatronen leiden tot emotionele problemen en ongepast gedrag

Focus op het bijsturen van ongepaste cognities die ten grondslag liggen van emotioneel probleem

22
Q

wat is Rationeel emotieve gedragstherapie RET van A. Ellis

A

Irrationele opvattingen over een activerende gebeurtenis vervangen door gepastere/ realistischere/ rationele verwachtingen of opvattingen => adaptieve gedragsverandering

Bv verlies werk (activerende gebeurtenis) => mijn gezin zal van honger omkomen (opvatting) => gedachte die emotioneel lijden/ hulpeloosheid verergeren (zijn de consequenties) => weerhouden de zelfevaluatie en actie => blokkeren verbetering

23
Q

wat is Cognitieve therapie van Aaron Beck

A

Psychische stoornis bestaat uit disfunctionele denkschema’s => leiden tot cognitieve vervormingen

4 vormen van cognitieve vervormingen

1) Selectieve abstractie
* Enkel focus op de negatieve aspecten van
ervaringen die tekortkomingen
weerspiegelen en bewijzen van competentie
negeren
2) Over generalisatie
* Overgeneraliseren op basis van 1 ervaring

3) Uitvergroting
* Uitvergroten van de situatie => slecht punt op toets= einde van het leven

4) Absoluut denken
* Zwart-wit denken
o Volledige lof of volledige afgang

Doel: contraproductieve gedragen en opvattingen identificeren en corrigeren = adaptieve gedragsverandering

24
Q

wat is Cognitieve gedragstherapie

A

Contraproductief gedrag en cognities veranderen met behulp van cognitieve en gedragsmatige technieken => combinatie van gedragstherapie en cognitieve therapie

25
Q

wat is het HET SOCIAAL-CULTUREEL PERSPECTIEF

A

afwijkend gedrag kan niet bestudeerd worden zonder rekening te houden met invloed van sociale en culturele factoren : etniciteit – gender – sociale economische status
o armoede- racisme – discriminatie

in welke mate kunnen ze meespelen in het ontwikkelen van afwijkend gedrag?
o In bepaalde groepen hogere prevalentie van
een psychische stoornis
o sommige therapie verschilt in effectiviteit
van
o Szasz: Door het labelen van mensen als “ziek” ontstaat stigmatisering, oftewel vooroordelen en discriminatie. Mensen worden gereduceerd tot hun diagnose en niet meer gezien als een volledig persoon. Dit kan leiden tot: Sociale uitsluiting, Minder kansen op werk of onderwijs, Gevoelens van schaamte en minderwaardigheid bij de gelabelde persoon - Onnodige afhankelijkheid van medicatie of behandeling.

Psychische stoornis is puur het product van een negatieve SL

26
Q

wat is het BIOPYSCHOSOCIAAL PERSPECTIEF: een COMBINATIE VAN MODELLEN

A

Is een gecombineerd perspectief = eclectisch model => doet recht aan de complexiteit => het is niet mogelijk om 1 enkele oorzaak aan te wijzen = is dus moeilijk

Afwijkend gedrag is een samenspel van meerdere factoren: biologisch – psychologisch – sociaal
Is de interactie tussen deze verschillende oorzaken

voorbeeld => Diathese stressmodel
Psychische stoornis => is een interactie tussendiathese = kwetsbaarheid/ aanleg van bepaalde stoornis en stress

Dus: of een stoornis zich gaat ontwikkelen is afhankelijk van de ernst van de stressoren Prenataal trauma/ seksueel misbruik/ mishandeling/ conflict binnen gezin/ ontwikkelingscrissisen

Hoe sterker de diathese => hoe minder stress nodig is

27
Q

wat is de kritiek op het biopsychosociaal model?

A

1) onmogelijk om één enkele
oorzaak aan te wijzen die leidt
tot bv schizofrenie of
paniekstoornis
2) zelfde stoornis bij verschillende
mensen kan door verschillende
combinatie van oorzakelijke
invloeden ontstaan

28
Q

wat is psychotherapie?

A

Een gestructureerde vorm van behandeling die berust op één of meerdere
kaders die we eerder besproken, waarbij verbale interacties tussen patiënt en
therapeut plaatsvinden.

Toepassing:
om psychische stoornissen te behandelen, maladaptief gedrag te corrigeren,
levensvragen op te lossen of mensen te helpen hun unieke capaciteiten tot
ontwikkeling te brengen.