Hoofdstuk 7: Leerstoornissen Flashcards

1
Q

Welke concepten zijn er belangrijk bij leerproblemen?

A

-Leren als breed concept: min of meer elk gestelde gedrag is aangeleerd
-Leren als eng concept: leerproblemen/leerstoornissen: problemen bij leren van cognitieve schoolse vaardigheden (lezen, spellen, rekenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke cognitieve modellen zijn er van lezen, spellen en rekenen?

A

-Ontwikkelingspsychologische benadering: leren als proces van stapsgewijze verwerving (metafoor van natuur)
–>Taakanalytische modellen
-Informatieverwerkingsbenadering: leren als proces van verwerking van info (metafoor van computer)
–>Procesmodellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ziet het taakanalytisch model van spelling eruit?

A

(afbeelding, let op aantekeningen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ziet het taakanalytisch model van lezen eruit?

A

(afbeelding, let op aantekeningen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ziet het taakanalytisch model van rekenen eruit?

A

(afbeelding, let op aantekeningen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn taakanalytische modellen?

A

-Opbouwhypothese: aanvankelijk lezen, spellen en rekenen ontwikkelt stap voor stap
-Kritiek: ontwikkeling niet altijd rechtlijnig proces
–>Sommige vaardigheden ontwikkelen DOOR leren lezen, spellen, rekenen
–>Geen leervaardigheden, maar deelvaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ziet het algemeen informatieverwerkingsmodel eruit van de procesmodellen?

A

(afbeelding, let op aantekeningen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de theorie van “overlapping waves” bij informatieverwerking?

A

-Er is variabiliteit in strategiegebruik op elk moment in ontwikkeling: geen fasegewijze ontwikkeling met 1-1 relatie tussen leeftijd en strategie
-Ontwikkeling als verandering in strategiekenmerken: repertoire (welke), frequentie (hoe vaak), efficiëntie (hoe accuraat/snel), selectie (hoe adaptief)
(afbeelding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke procesmodellen zijn er van lezen?

A

-Bottom-up strategieën: decodeerstrategie en directe woordherkenning
-Top down-strategieën: anticiperend lezen/verkorte woordherkenning
-Interactief-compensatoire modellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de decodeerstrategie van lezen?

A

-Bottom-up strategie
-Woorden stap per stap in deeltjes opgebouwd
-Belang van deelvaardigheden: letterkennis, fonologische vaardigheden (auditieve synthese => sequentieel geheugen => auditieve discriminatie), orthografische vaardigheden (visuele discriminatie => visuele synthese)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is directe woordherkenning van lezen?

A

-Bottom-up strategie
-Lezen gebeurt door inprenting volledige woorden: belang van kwantitatieve en kwalitatieve automatisering
–>Kwalitatieve automatisering: onbewuste uitvoering, zonder controle persoon (autonoom), weinig aandachts- en verwerkingscapaciteit nodig, niet beïnvloed door bemoeilijking (inferentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is anticiperend lezen of verkorte woordherkenning?

A

-Top-down strategie
-Leesbegrip primeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn interactief-compensatoire modellen van lezen?

A

-Bottom-up en top-down processen in voortdurende wisselwerking (interactie)
-Op verschillende manieren lezen door elkaar te gebruiken: decoderen, directe woordherkenning en anticiperend lezen
-Bepaalde onderdelen kunnen fout zijn, maar toch lezen als gevolg hebben (compensatoir)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarop wordt strategiekeuze en -uitvoering gebaseerd?

A

Kennis in het langetermijngeheugen
-Declaratief: fonologische kennis, orthografische kennis, associaties, leesregels, woordenschat en wereldkennis, etc.
-Procedureel: decodeerstrategieën, geheugenstrategieën, begripsstrategieën, etc.
-Metacognitief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke procesmodellen zijn er van spellen?

A

-Spellingsstrategieën
-Interactief-compensatoir
-Strategiekeuze en -uitvoering obv kennis in het langetermijngeheugen (declaratief, procedureel, metacognitief: zelfde als bij lezen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn spellingsstrategieën?

A

-Auditieve strategie: hoorweg
-Regelstrategie: regelweg
-Inprentingsstrategie: onthoudweg
-Analogiestrategie: klinkt als
-Mnemotechnische strategie: ezelsbruggetjes
-Hulpmiddelenstrategie
-Visueel-motorische strategie: automatisch spellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke procesmodellen zijn er van rekenen?

A

-Rekenstrategieën (afhankelijk van domein)
–>Backup (procedurele strategieën) vs retrieval (geheugenstrategieën)
–>Interactief-compensatoir
-Strategiekeuze en -uitvoering obv kennis in langetermijngeheugen (declaratief, procedureel, metacognitief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke oplossingsstrategieën zijn er voor rekenen?

A

-Geheugenstrategie: weten
-Splitsingsstrategie: splitsen in makkelijkere sommen
-Telstrategie: verder tellen
-Handig rekenen: trucjes
-Raadstrategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke kennisbronnen zijn er bij strategiekeuze en -uitvoering van rekenen?

A

-Declaratieve kennis: telrij, splitsingen, rekensymbolen, rekenfeiten
-Procedurele kennis: kennis van oplossingsstrategieën
-Metacognitieve kennis: weten dat je weet

20
Q

Wat zijn kenmerken van handelingsgerichte diagnostiek van leerproblemen?

A

-Onderkenning van leerproblemen
-Analyse op taakniveau
-Analyse op pedagogisch niveau
-Analyse op psychologisch niveau
-Analyse op fysiek niveau

21
Q

Waaruit bestaat onderkenning van leerproblemen?

A

-Objectieve niveaubepaling: leerlingvolgsysteem, genormeerde toetsen
-Probleemgeschiedenis: ontwikkelingsanamnese, verloop schoolloopbaan, vroegere indicaties van leerproblemen, eerder aangeboden hulp en effect ervan

22
Q

Waaruit bestaat een analayse op taakniveau?

A

-Verzamelen diverse taakproducten
-Ordening van fouten: interpretatievrije classificatie (puur beschrijvend), leerstofgebonden
-Analyse van fouten: mbv criteriumtoetsen, klinische interviews, observatie, leergesprek, etc.

23
Q

Waaruit bestaat de analyse van fouten?

A

-Strategie-analyse
-Analyse van kennis in langetermijngeheugen
-Analyse van deelvaardigheden

24
Q

Waaruit bestaat analyse op pedagogisch niveau?

A

-Pedagogische vraag kind
-Pedagogisch aanbod

25
Q

Waaruit bestaat analyse op psychologisch niveau?

A

-Indien aangewezen obv hypothesevorming
-Belemmerende en bevorderende factoren
–>Cognitief: intelligentie, taalvaardigheid, metacognitieve vaardigheden, neuropsychologische functies, executieve functies, etc.
–>Emotioneel: zelfbeeld, motivatie, attributies, faalangst, etc.

26
Q

Waaruit bestaat analyse op fysiek niveau?

A

-Indien aangewezen obv hypothesevorming
-Belemmerende en bevorderende factoren

27
Q

Hoe maakt men een integratief beeld van de verschillende analyses?

A

-Taakniveau
-Pedagogisch niveau
-Psychologisch en fysiek niveau

28
Q

Wat is het taakniveau?

A

-Ernst en duur achterstand
-Problematische aspecten in leerstof (obv foutenanalyse)
-Gehanteerde strategieën bij problematische aspecten: keuze, gebruiken, hiaten
-Eventuele tekorten bij deelvaardigheden

29
Q

Wat is het pedagogisch niveau?

A

-Specificaties in pedagogische vraag
-Aard en ernst van onderwijsbelemmeringen
-Afstemming vraag en aanbod in gezin en/of school

30
Q

Wat is het psychologisch en fysiek niveau?

A

-Bevorderende en belemmerende factoren waarmee rekening houden
-Indicaties voor onrechtstreeks ondersteunende maatregelen
-Indicaties voor comorbide stoornissen

31
Q

Wat is de orthodidactische aanpak van leerproblemen?

A

-Adequate strategie en ontbrekende voorkennis aanleren via directe instructie
-Reflectie op strategiekennis en -gebruik via strategie-instructie

32
Q

Wat is directe instructie?

A

-Isoleren: aanleren => herhalen => verkorten => versnellen => identificeren
–>Automatisme maken
-Integreren
-Generaliseren/transfer creëren

33
Q

Wat is strategie-instructie?

A

-Kennis van eigen strategieën
-Doeltreffendheid ervan
-Economie ervan
-Adequaat gebruik ervan

34
Q

Hoe worden leerproblemen geordend?

A

-Primaire leerproblemen: leerstoornissen
-Secundaire leerproblemen
-Schema van Dumond

35
Q

Wat zijn primaire leerproblemen?

A

Manifesteren zich in leren van schoolse vaardigheden zelf
-Dyslexie: lees- en/of spellingsstoornis
-Dyscalculie: rekenstoornis

36
Q

Wat zijn secundaire leerproblemen?

A

Gevolg van omstandigheden buiten leren van vaardigheden zelf
-Omgeving kind
-Algemene mogelijkheden individu: handicap, stoornis, emotioneel probleem

37
Q

Hoe ziet het schema van Dumond eruit?

A

(afbeelding)

38
Q

Hoe worden leerstoornissen gedefinieerd?

A

Adhv verschillende criteria:
-Achterstandscriterium
-Hardnekkigheidsciterium
-Exclusiviteitscriterium

39
Q

Wat is het achterstandscriterium?

A

-Ernstige problemen bij verwerven van specifieke schoolse of cognitieve vaardigheid
–>Adequate vergelijkingsgroep: leeftijd en scholing
–>Probleem van cut-off
-Beschrijvend: ontwikkeling van specifieke basisvaardigheid: lezen/spellen/rekenen

40
Q

Wat is het hardnekkigheidscriterium?

A

Problemen blijven bestaan ondanks adequate remediërende instructie en oefening
-Minstens 2 meetmomenten nodig
-Wanneer onvoldoende vooruitgang: geen kwantitatief criterium

41
Q

Wat is het exclusiviteitscriterium?

A

Andere oorzaken moeten uitgesloten worden
-Ruime interpretatie: andere problemen mogen vastgestelde hardnekkige achterstand niet volledig verklaren
-Vaststellen comorbiditeiten

42
Q

Wat is de prevalentie van leerstoornissen?

A

-Afhankelijk van onderzochte populatie, tijdsperiode en definitie
-Dyslexie: 5-7% (sekseverschillen ter discussie)
-Rekenstoornissen: 2-7% (prevalentie ter discussie)

43
Q

Welke comorbidestoornissen zijn er mogelijk bij leerstoornissen?

A

-Leerstoornissen onderling: dyslexie EN dyscalculie
-Gedrags- en emotionele problemen: aandachtstekortstoornis (ADHD)
-Motorische problemen: coördinatieontwikkelingsstoornis (DCD)
-Communicatiestoornissen: taalstoornis, spraakklankstoornis (articulatiestoornis)

44
Q

Hoe worden leerstoornissen best aangepakt?

A

-Pedagogische begeleiding gezin en school
-Psycho-educatie
-Taakgerichte leerhulp
-Aanvullende behandelingen

45
Q

Waaruit bestaat pedagogische begeleiding van gezin en school?

A

-Inzicht geven in en afstemming op pedagogische vraag kind
-Aandacht voor psychosociale aspecten van leerproblemen
-Aandacht voor impact van en op gezin

46
Q

Waaruit bestaat taakgerichte leerhulp?

A

-Remediëren/directe instructie
-Leren leren/strategie-inductie
-Motiveren/stimuleren
-Compenseren
-Dispenseren

47
Q

Waaruit bestaan aanvullende behandelingen?

A

Aandacht voor comorbide stoornissen