Hoofdstuk 3b: Functie-analyse en het universele nodenmodel Flashcards
Wat stuurt ons gedrag volgens het universele nodenmodel?
-Universele noden
-Overeenkomstig gedrag
Welke universele noden zijn er?
-Verbondenheid
-Autonomie
-Competentie
Welke gedragingen zijn er die passen bij de universele noden?
-Relatieopbouw
-Zelfstandigheid
-Zelfontplooiing
Wat betekent verbondenheid als universele nood?
Willen dat anderen je graag zien, willen tonen dat je anderen graag ziet
Wat betekent autonomie als universele nood?
Op eigen benen willen staan
Wat betekent competentie als universele nood?
Tonen competent te zijn, kennis hebben, iets kunnen betekenen
Wat is een functie-analyse?
-Bestuderen van functie/betekenis van gedrag, zodat we gedrag kunnen veranderen
-Uitgangspunt: probleemgedrag als zinvolle reactie op betekenisvolle situatie
–>Volgt uit leergeschiedenis, met 2 componenten
-Verschillende stappen
-Verschillende basisschema’s
Waaruit bestaat het bestuderen van de functie van gedrag zodat we gedrag kunnen veranderen?
-Uitgaan dat alle gedrag zinvol is en reden/doel heeft: moest dit niet zo zijn, zou je gedrag niet meer doen
-Vorm van leren met zowel klassieke als operante component
Waaruit bestaat de klassieke component van gedrag binnen de functie-analyse?
-(VP => OP) => VR
–>Problematische betekenis
-Betekenisleren
–>Wat leer ik over specifieke stimulus
-Centraal is stimulus: VP (voorwaardelijke prikkel)
–>Oorspronkelijke prikkels
–>Inhibitorische voorwaardelijke prikkels
–>Occasion setter
-OP (onvoorwaardelijke prikkel, in enge en brede zin)
-VR (voorwaardelijke reactie)
-VP-OP link
-Gaat over verwachtingen, gevoelens, cognities: GEEN gedrag
–>Reactie is geen gedrag: anticipatie, gedachte dat iets gaat gebeuren; dat hoort bij bepaalde prikkel
Wat is een voorwaardelijke prikkel (VP)?
-Eerst betekenisloos
-Stimuli/situaties in voorgeschiedenis gelinkt aan bepaalde gedachte/gevoel nav geassocieerde gebeurtenis
Wat is een inhibitorische voorwaardelijke prikkel?
-Vorm van voorwaardelijke prikkel
-Bv: angst voor trein nemen, pilletje bij die angst wegneemt: pilletje bijhebben zorgt al voor minder angst
Wat zijn occasion setters?
-Vorm van voorwaardelijke prikkel
-Niet in elke situatie krijgt elk gedrag zelfde betekenis: situatie van belang
-Bv kortademigheid random in klas vs na lopen vs paniekaanval
Wat is een onvoorwaardelijke prikkel (OP)?
-Enge zin: prikkel die pijn uitlokt
-Brede zin: prikkel die frustratie, onzekerheid, oncontroleerbaarheid en conflict uitlokt
Wat is een voorwaardelijke reactie (VR)?
-Tijdens leermoment: pijn, frustratie
-Na leren/conditioneren: angst, anticipatie voor pijn
Hoe kan de VP-OP link eruit zien bij klassieke conditionering?
VP kan gelinkt worden aan OP omdat die ernaar verwijst
-Referentieel verband: prikkel verwijst naar bv pesten, anticiperen op reactie
-Sequentieel verband: in situatie altijd zelfde reactie, bv weten dat als op school, gepest worden
–>Van belang bij therapie: exposure
Waaruit bestaat de operante component van gedrag binnen de functie-analyse?
-S^d x R => S^r
-Manier van omgaan met betekenis
-Hoe reageren op specifieke stimulus/welk gedrag vertonen we
-Verschillende soorten consequenten
-Aantal dingen waar je op moet letten
-Wanneer bekrachtiging meer dan negatieve gevolgen, blijft gedrag bestaan
-Gaat over gedrag/handelingen, wat mensen doen: zodra over gedrag: operant
Waar moet je op letten bij de operante component van gedrag?
-Afwezigheid gedrag valt niet op, niet vaak vraag “wat doe je niet”
-Gedragsketen vaak afhankelijk van gedrag dat je ervoor of erna stelde
-Doelgerichtheid vaak niet duidelijk: moeilijk te verklaren en moeilijk voor interventies
-Goede functieanalyse van belang om te weten welke functie bepaald gedrag heeft
Welke soorten consequenten zijn er bij operant gedrag?
-Positieve consequenten: bekrachtigers, brengen iets leuk
-Negatieve consequenten: straffen, brengen iets niet leuk
-Verschijnen, verdwijnen, uitblijven
-Positief: stijgen van bv bepaald gevoel
-Negatief: dalen van bv bepaald gevoel
Hoe hangen de klassieke component en operante component samen?
Bepaald gedrag kan geleerd zijn via klassieke conditionering, maar in stand gehouden worden door bekrachtigers