Hoofdstuk 10a: Ontwikkelingscontexten: opvoeding en gezin Flashcards
Op welke manier stelt handelingsgerichte diagnostiek kind in context centraal?
-Referentiekader transactioneel: wisselwerking
-Ouders en leraren doen ertoe, evenals ondersteuningsbehoeften
-Samenwerken met kinderen, ouders, school
Welke soorten samenspel vindt er plaats bij kinderen?
-Transactionele processen: wederkerige beïnvloeding kind en context
-Interactie-effecten: kind x context
Wat wordt er bedoeld met transactionele processen van wederkerige beïnvloeding?
-Wederkerige, elkaar versterkende verbanden tussen kind en context over tijd
-Kind beïnvloedt eigen ontwikkeling door omgevingsreacties die het uitlokt
Hoe zien de transactionele processen eruit bij leerkracht-kindrelaties?
-Wederzijds versterkende effecten van conflict in leerkracht-kindrelatie en agressief gedrag
(afbeelding)
-Interpersoonlijke benadering
Wat is de interpersoonlijke benadering van leerkracht-kindrelaties?
-Principes van symmetrie en complementariteit
-Gedrag roept symmetrisch of complementair gedrag op
(afbeelding)
Hoe zien de transactionele processen eruit bij ouder-kindrelaties?
(afbeelding)
Wat is Pattersons theorie over “coercive cycles of interaction” binnen de strategische benadering van ouder-kindrelaties?
-Focus op inhoud interactieprocessen
-Coërcieve proces (wederzijdse dwang): veelvuldig voorkomen wederzijdse negatieve bekrachtiging tussen ouders en kinderen, waarbij moeilijk kindgedrag leidt tot positief resultaat voor kind en ouder
-Obv constructen uit theorie: schaal voor ouderlijk gedrag
-Dwingende interactiepatronen ook in andere relaties voortzetten
-Ouderlijk toezicht vermindert => deviante peers
-Verklaring ontwstaan en instandhouden antisociaal gedrag
-Sociale leertheorie: negatieve bekrachtiging
-Voorbeeld transactioneel ontwikkelingsmodel
(afbeelding)
Welke implicaties heeft kind in context voor diagnostiek?
-Aanmelding voor gedragsproblemen of andere kindproblemen: impact op opvoeders
-Geen parent- of teacher-blaming
-Wel: ouders en leerkrachten kunnen vicieuze spiraal beste doorbreken
Wat is het diathese-stressmodel?
-Gen-omgevingsinteracties
-Wanneer kind met bepaalde kwetsbaarheden geconfronteerd met stress, risico op negatieve uitkomsten groter
-Voor bepaalde uitkomsten sprake van vantage sensitivity: gevoeligheid voor positieve omgevingsinvloeden, maar niet voor negatieve
Wat zijn de implicaties van het diathese-stressmodel voor diagnostiek?
-Afstemming tussen kind en omgeving
-Voor sommige kinderen speelt omgeving belangrijkere rol dan voor andere
-Mogelijke verklaring voor problemen die “plots” opduiken
Welke kanttekeningen zijn belangrijk bij diagnostische middelen van opvoedingsdimensies?
-Binnen-persoonsvariabiliteit
-Culturele variatie in mate van autoritair opvoeden, slaan, shaming: algemeen negatief beeld op ontwikkelen over culturen, maar minder nadelige gevolgen wanneer meer cultureel normatief
Welke theoretische kaders kunnen vergeleken worden?
-TUSSEN ouder-kind en leerkracht-kindrelaties (opvoedingsdimensies, ~ motivationele benadering)
-BINNEN ouder-kind of leerkracht-kindrelaties (affectieve kwaliteit)
Welke structurele benaderingen zijn er voor het kind als systeem?
-Intergenerationele benadering
-Structurele benadering
-Strategische benadering (Patterson)
Waaruit bestaat de intergenerationele benadering voor het kind als systeem?
-Loyaliteit: balans van rechten en plichten, geven en nemen
-Problemen wanneer balans geven en nemen tussen ouders en kinderen verstoord
-Maladaptieve patronen van opvoeding zo overgedragen van ene op andere generatie
Waaruit bestaat de structurele benadering voor het kind als systeem?
Interactiepatronen gezin op 2 dimensies:
-Cohesie: mate waarin gezinsleden emotioneel aan elkaar gebonden zijn en waarin elk gezinslid over autonomie beschikt
-Adaptatie: vermogen van gezinssystemen om machtsstructuur, rolverdeling en regels aan te passen aan omstandigheden