Hoofdstuk 10a: Ontwikkelingscontexten: opvoeding en gezin Flashcards

1
Q

Op welke manier stelt handelingsgerichte diagnostiek kind in context centraal?

A

-Referentiekader transactioneel: wisselwerking
-Ouders en leraren doen ertoe, evenals ondersteuningsbehoeften
-Samenwerken met kinderen, ouders, school

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke soorten samenspel vindt er plaats bij kinderen?

A

-Transactionele processen: wederkerige beïnvloeding kind en context
-Interactie-effecten: kind x context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er bedoeld met transactionele processen van wederkerige beïnvloeding?

A

-Wederkerige, elkaar versterkende verbanden tussen kind en context over tijd
-Kind beïnvloedt eigen ontwikkeling door omgevingsreacties die het uitlokt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zien de transactionele processen eruit bij leerkracht-kindrelaties?

A

-Wederzijds versterkende effecten van conflict in leerkracht-kindrelatie en agressief gedrag
(afbeelding)
-Interpersoonlijke benadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de interpersoonlijke benadering van leerkracht-kindrelaties?

A

-Principes van symmetrie en complementariteit
-Gedrag roept symmetrisch of complementair gedrag op
(afbeelding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zien de transactionele processen eruit bij ouder-kindrelaties?

A

(afbeelding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is Pattersons theorie over “coercive cycles of interaction” binnen de strategische benadering van ouder-kindrelaties?

A

-Focus op inhoud interactieprocessen
-Coërcieve proces (wederzijdse dwang): veelvuldig voorkomen wederzijdse negatieve bekrachtiging tussen ouders en kinderen, waarbij moeilijk kindgedrag leidt tot positief resultaat voor kind en ouder
-Obv constructen uit theorie: schaal voor ouderlijk gedrag
-Dwingende interactiepatronen ook in andere relaties voortzetten
-Ouderlijk toezicht vermindert => deviante peers
-Verklaring ontwstaan en instandhouden antisociaal gedrag
-Sociale leertheorie: negatieve bekrachtiging
-Voorbeeld transactioneel ontwikkelingsmodel
(afbeelding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke implicaties heeft kind in context voor diagnostiek?

A

-Aanmelding voor gedragsproblemen of andere kindproblemen: impact op opvoeders
-Geen parent- of teacher-blaming
-Wel: ouders en leerkrachten kunnen vicieuze spiraal beste doorbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het diathese-stressmodel?

A

-Gen-omgevingsinteracties
-Wanneer kind met bepaalde kwetsbaarheden geconfronteerd met stress, risico op negatieve uitkomsten groter
-Voor bepaalde uitkomsten sprake van vantage sensitivity: gevoeligheid voor positieve omgevingsinvloeden, maar niet voor negatieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de implicaties van het diathese-stressmodel voor diagnostiek?

A

-Afstemming tussen kind en omgeving
-Voor sommige kinderen speelt omgeving belangrijkere rol dan voor andere
-Mogelijke verklaring voor problemen die “plots” opduiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke kanttekeningen zijn belangrijk bij diagnostische middelen van opvoedingsdimensies?

A

-Binnen-persoonsvariabiliteit
-Culturele variatie in mate van autoritair opvoeden, slaan, shaming: algemeen negatief beeld op ontwikkelen over culturen, maar minder nadelige gevolgen wanneer meer cultureel normatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke theoretische kaders kunnen vergeleken worden?

A

-TUSSEN ouder-kind en leerkracht-kindrelaties (opvoedingsdimensies, ~ motivationele benadering)
-BINNEN ouder-kind of leerkracht-kindrelaties (affectieve kwaliteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke structurele benaderingen zijn er voor het kind als systeem?

A

-Intergenerationele benadering
-Structurele benadering
-Strategische benadering (Patterson)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaat de intergenerationele benadering voor het kind als systeem?

A

-Loyaliteit: balans van rechten en plichten, geven en nemen
-Problemen wanneer balans geven en nemen tussen ouders en kinderen verstoord
-Maladaptieve patronen van opvoeding zo overgedragen van ene op andere generatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat de structurele benadering voor het kind als systeem?

A

Interactiepatronen gezin op 2 dimensies:
-Cohesie: mate waarin gezinsleden emotioneel aan elkaar gebonden zijn en waarin elk gezinslid over autonomie beschikt
-Adaptatie: vermogen van gezinssystemen om machtsstructuur, rolverdeling en regels aan te passen aan omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke implicaties heeft de visie van kind als systeem voor diagnostiek?

A

-Intakefase: concrete gebeurtenissen, uitzonderingen
-Daarna eventueel gericht verder onderzoeken
-Vaak researchinstrumenten, maar geen normen (enkel communicatiegeoriënteerd)
-Kader voor diagnostisch gesprek en observatie
-Authentiek, transparant, niet beschuldigend

17
Q

Welke interventies zijn mogelijk bij kind in context?

A

-Bevorderen positieve ouder-kindinteracties
-Bevorderen emotionele communicatievaardigheden
-Time-out leren gebruiken
-Consequent zijn
-Samen nieuwe vaardigheden oefenen
-Gericht op bevorderen van sensitiviteit en gehechtheidskwaliteit (significant matig effect, meest effectief voor hoog reactieve kinderen en moeders)
-Opvoedingsondersteuning: richten op vragen en zorgen ouders, bestaat uit voorlichting, advies en psycho-educatie