Hoofdstuk 3a: Handelingsgerichte diagnostiek in onderwijs en jeugdzorg Flashcards

1
Q

Welke basisattitude zou een diagnosticus moeten hebben?

A

-Wat doen zodat het wel lukt
-Niet probleemgericht praten OVER, maar oplossingsgericht praten MET
-Doelgericht, steeds feedback zoeken bij cliënten en collega’s
-Positief zijn: groeitaal, optimistisch en realistisch
-Vragen naar doelen en vertel eigen doelen
-Tunnelvisie vermijden en continue reflectie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 7 principes/uitgangspunten van handelingsgerichte diagnostiek?

A

-Doelgericht/gericht op advisering
-Transactioneel kader
-Onderwijs- en opvoedingsbehoeften centraal
-Ouders, leraren en hun ondersteuningsbehoeften doen ertoe
-Positieve aspecten benutten
-Constructief samenwerken met kinderen, ouders en school
-Systematische en transparante werkwijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarover gaat het principe van doelgerichtheid/gericht op advisering?

A

-Biedt onderzoek antwoord op diagnostische vraagstelling: gaat vaak om samengestelde vragen
-Wat betekent dit voor advisering: als-dan redeneringen opbouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan men doelgericht werken?

A

-Doelen formuleren en evalueren
-Wanneer doelen niet behalen: WE moeten andere doelen stellen
-Hulpvraag belangrijk: specifiek doel
-Inhoud: wat willen we bereiken: korte snelle doelen, concrete doelen, samen doel opstellen, leerlingen betrekken
-Beperkte tijd, dus steeds afvragen waarom iets onderzoeken, mee verantwoordelijk zijn, iedereen akkoord
-Procesmatig werken: om adviseren en vakkundig en bruikbaar plan op te stellen, termijnen
-Kort cliëntenverslag in gewone mensentaal en technische bijlage voor volgende hulpverlener
-Doelgericht/functioneel: YES advies krijgen, doelen eigen werk en feedback vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarover gaat het principe van een transactioneel referentiekader?

A

-Wisselwerking tussen kind en omgeving centraal
-Ontwikkeling kind gebeurt in context: belangrijk uitgangspunt voor diagnostiek
–>Vooral op proximale invloeden binnen diagnostiek: peers, ouders, leerkrachten
–>Onmiddellijke omgeving
(afbeelding systemen)
-Wederkerige beïnvloeding van kind en context over tijd
-Kind beïnvloedt eigen ontwikkeling door omgevingsreacties die het uitlokt
-Toepassen in alle fasen van diagnostisch proces: oog voor afstemming/wisselwerking kind en context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan men werken via een transactioneel kader?

A

-Kind in deze groep bij deze leraar op deze school en van deze ouders: wisselwerking en afstemming
-Belang positieve
-Situatie in kaart brengen: wat gaat goed, wat niet
–>Op verschillende domeinen en met verschillende partijen
-Vragen en doelen bespreken: zicht op noden/behoeften (van iedereen)
-Onderzoek en evalueren en vragen invullen: wisselwerking/relatie tussen verschillende contexten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarover gaat het principe van het centraal staan van de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van het kind?

A

-Wat heeft kind NODIG?
-Hulpzinnen
-Doelgericht: altijd in functie van doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan men de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van het kind centraal stellen?

A

-Extra ondersteuning nodig: lange- en kortetermijndoelen
-Beginnen met focus op wat kind nodig heeft om doelen te halen (daarna eventueel diagnosticeren)
-Impact van taal: positief verwoorden
–>Noden ipv stoornissen opsommen
–>Respectvol en professioneel praten over kinderen en ouders
–>Begin met positieve woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarover gaat het principe van het belang van ouders, leraren en hun ondersteuningsbehoeften?

A

-Wat hebben ouders/leerkrachten nodig om kind te ondersteunen
-Hoe kunnen ouders, leraren, etc. mee zorgen voor wat kind nodig heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kunnen we het belang van ouders, leraren en hun ondersteuningsbehoeften betrekken?

A

-Relatie doet ertoe, vooral bij kwetsbare leerlingen
-Conflictrelatie leraar en leerling beïnvloedt schoolloopbaan leerling
-Leraar model voor beeld (mede)leerling
-Ouders: hoger welbevinden, betere leerprestaties, minder gedragsproblemen, grotere tevredenheid ouders, leerkrachten meer plezier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarover gaat het principe van het positieve aspecten benutten?

A

-Niet alleen negatieve aspecten van kind en omgeving, maar ook sterke kanten: protectieve en promotieve factoren
-Aanknopingspunten voor interventie
-Vragen naar en benutten van uitzonderingen en succesvolle aanpakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kunnen we positieve aspecten benadrukken?

A

-Sterke kanten van kind en volledige context: zoeken, benoemen, opschrijven, benutten
-Empathie tonen bij wat niet goed gaat en omdraaien naar wat wel werkt
-Positieve kenmerken en protectieve factoren: realistisch beeld, betere doelen, verhoogt competentiegevoel iedereen (meer motivatie), benutten in aanpak zorgt voor meer haalbaarheid en effectiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarover gaat het principe van constructief samenwerken met het kind, ouders en school?

A

-In elke fase overleg en samenwerking creëren met betrokkenen: niet alleen OVER betrokkenen, maar ook MET hen: betrekken als partner
-Attitude van warmte, oprechtheid, begrip, respect
-Communicatievaardigheden: transparantie en meta-communicatie
-Vanaf begin betrekken, hulpvraag/theorie ernstig nemen, wederzijdse verwachtingen expliciteren, eigen (alternatieve) hypothesen/onderzoeksvragen expliciteren
-Meer inzicht in diagnostisch proces: meer gemotiveerd om adviezen uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke manier kan men constructief samenwerken?

A

-Transparantie en metacommunicatie
-Iedereen betrekken: kind en volledige omgeving
-Onderwijsondersteunend gedrag ouders
-Opvoedingsgedrag ouders en interacties in gezin
-Kind betrekken bij diagnostiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke kenmerken van onderwijsondersteunend gedrag van ouders onderzoeken we?

A

-Opvoedingsgedrag ouders
-Betrokkenheid bij school
-Verwachtingen van leraren en gedrag: hoog maar ook realistisch
-Opvoedingsgedrag en interacties in gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar kijken we naar bij opvoedingsgedrag van de ouders en interacties in het gezin?

A

-Sensitiviteit/emotionele steun, structuur, autonomie-ondersteuning belangrijk voor gehele ontwikkeling kinderen
-Aandachtspunten communicatie

17
Q

Welke aandachtspunten in communicatie zijn er over het opvoedingsgedrag van ouders en interacties in het gezin?

A

-Gemeenschappelijk belang
-Eigen rollen school en ouders
-Doelen: wat streven we samen na
-Zorgen en positieve aspecten
-Gedrag school kan anders zijn dan thuis
-Kinderen/leerlingen betrekken
-Samen analyse maken
-Wat hebben kind, leerkracht en ouders nodig
-Route van school: stappen
-Goede afspraken

18
Q

Op welke manier is het kind te betrekken bij diagnostiek?

A

-Positieve info, betrokken bij wat met wie besproken, ondersteuning
-Recht kinderen om geïnformeerd en gehoord te worden
-Meedoen met analyse, doelen en oplossingen: mede-onderzoeker
-Behoud vertrouwen, bewaak privacy

19
Q

Hoe kan men concreet het kind betrekken bij diagnostiek?

A

-Meedoen in analyse, doelen formuleren en oplossingen zoeken
-Geef kind begrip: wat bespreek je met wie, waarom, wanneer, hoe
-Wat wil kind verteld hebben aan ouders/leerkrachten
-Verslag/brief voor kind
-Vraag kind om feedback

20
Q

Waarover gaat het principe van een systematische en transparante werkwijze?

A

-Hypothesetoetsend model
-Besluitvorming meer repliceerbaar en objectief
-Concrete richtlijnen

21
Q

Wat zijn de concrete richtlijnen voor systematisch en transparant werken binnen handelingsgerichte diagnostiek?

A

-Hanteer theoretisch verantwoorde redeneringen en bevindingen uit recent wetenschappelijk onderzoek
-Alternatieve hypothesen en aanbevelingen
-Zoek doelgericht en systematisch naar gegevens; houd rekening met consistentie in gegevens
-Toets vermoedens aan gegevens en stel (voor)oordelen bij indien nodig
-Gebruik voldoende betrouwbare en valide instrumenten
-Leg verantwoording af aan collega’s en cliënten door denk- en werkwijze te expliciteren

22
Q

Uit welke fasen bestaat handelingsgerichte diagnostiek?

A

-Fase 1: Intakefase
-Fase 2: Strategiefase
-Fase 3: Onderzoeksfase
-Fase 4: Indiceringsfase
-Fase 5: Adviesfase

23
Q

Waaruit bestaat de intakefase van HGD?

A

-Fase 1
-Informatie verzamelen en samenwerking starten
-Doelen: info verzamelen en afstemming bereiken
-Dossieranalyse: wat is reeds gebeurd in hulpverlening
-Tests, ontwikkelingsanamnese, verwachtingen

24
Q

Op welke manier kan men informatie verzamelen in de intakefase?

A

-Reden van aanmelding en hulpvraag?
-Klachtenanalyse: klachten en sinds wanneer, overeenstemming tussen betrokkenen, positieve aspecten ook benadrukken
-Objectiveren klachten: aard en ernst problemen (eerste probleemanalyse)
-Zicht krijgen op theorie van cliënt
-Reeds genomen maatregelen en gewenste oplossingen (belangrijk voor hypotheseformulering en indicatiestelling/advisering)
-Onderwijsleer- en opvoedingssituatie

25
Q

Op welke manier kan men afstemming bereiken tijdens de intakefase?

A

-Samen diagnostische vraagstellingen formuleren: onderkennend, verklarend, indicerend
-Eerste overleg en basis voor verdere samenwerking, maken van werkafspraken

26
Q

Waaruit bestaat de strategiefase van HGD?

A

-Fase 2
-Keuze diagnostisch traject: onderzoeksfase of indiceringsfase?
-Doel: strategie bepalen
-Alleen of in multidisciplinair team?
-Deze fase gebeurt normaal niet met ouders/kind/leerkracht: alleen of in intervisie
-Centrale vragen: waaruit bestaat probleem en voldoende inzicht om vraagstelling te beantwoorden
-Formuleren van hypothesen

27
Q

Waar kijken we naar wanneer we een beeld willen maken van waaruit het probleem precies bestaat?

A

-Werkhouding en taakgedrag: ernst en positieve aspecten
-Cognitieve en functie-ontwikkeling: ernst en positieve aspecten
-Sociaal-emotionele ontwikkeling: ernst en positieve aspecten
-Lichamelijke ontwikkeling: ernst en positieve aspecten
-Leerontwikkeling (leerachterstanden): ernst en positieve aspecten
-Onderwijsleer- en opvoedingssituatie: aard en positieve aspecten

28
Q

Wat doen we als we (on)voldoende inzicht hebben om de vraagstelling te beantwoorden?

A

-Onvoldoende: vermoedens/hypothesen formuleren en welk diagnostisch onderzoek door wie gedaan wordt
-Voldoende: gericht onderzoek overslaan, meteen naar indicerings- en adviesfase

29
Q

Waar moet je op letten bij het formuleren van hypothesen?

A

-Formuleer wetenschappelijk onderbouwde hypothesen
-Oog voor alternatieve hypothesen
-Omgeving niet vergeten
-Formuleer enkel hypothesen die waarschijnlijk en toetsbaar zijn
-Toets enkel advies-relevante hypothesen
-Maak hypothesen cliëntgericht

30
Q

Waaruit bestaat de onderzoeksfase van HGD?

A

-Fase 3
-Hypothesen toetsen en onderzoeksvragen beantwoorden
-Gericht onderzoek ter beantwoording onderzoeksvragen
-Geen standaardbatterij
-Beantwoorden onderzoeksvragen in 6 stappen

31
Q

Uit welke 6 stappen bestaat het beantwoorden van de onderzoeksvraag?

A

-Omschrijven begrippen
-Kiezen van onderzoeksmiddel
-Formuleren van toetsingscriteria
-Informeren betrokkenen
-Verzamelen onderzoeksgegevens
-Interpretatie en verslag

32
Q

Waaruit bestaat de integratie- en aanbevelingsfase van HGD?

A

-Fase 4
-Integratief beeld en indicatiestelling
-Graag ook als intervisiefase: overleggen met team
-Van verantwoorde diagnose naar uitvoerbare aanpak via indicatiestelling
–>Wensen, mogelijkheden en beperkingen van cliënt en omgeving meenemen

33
Q

Waaruit bestaat de adviesfase van HGD?

A

-Fase 5
-Informatieoverdracht, overleg, keuze advies, afspraken evaluatie
-Voorbereiding => verwachtingen => informeren integratief beeld en controleren => overleg over keuze aanbevelingen (pro/contra, grenzen, belang kind) => opstellen handelingsplan/verwijzingsplan, etc. => afspraken over opvolging
-Einddoel: yes-advies
–>Diagnostisch traject eigenlijk pas af te ronden als betrokkenen advies zien zitten, als niet geval, dan is adviesfase nog niet klaar
-Eventueel extra afspraak maken om te laten bezinken

34
Q

Op welke manier ligt handelingsgerichte diagnostiek in gesprek of multidisciplinair overleg?

A

-Vooral nuttig als onderwijs en jeugdgroep samenwerken
-Wie gaat wat doen, wanneer, hoe en waarom
–>Start: wie welke vraag
–>Van overzicht: wat gaat goed/moeilijk (intake en strategie)
–>Via inzicht: hoe komt dat (onderzoek en strategie)
–>Naar uitzicht: wat gaan we doen (delen, aanbevelingen en advies)
–>Afronding: afspraken en feedback