Hoofdstuk 7 Flashcards
1
Q
Instappen/uitstappen
A
Hiermee mag je geen weggebruikers hinderen
2
Q
Wegrijden
A
Mag pas als je al het overige verkeer voor hebt gelaten
(wegglijden door sneeuw, schakel naar 2)
3
Q
Wanneer is het niet verplicht om rechts te rijden
A
- Linksaf voorsorteren
- Links inhalen
- Links parkeren
- Volgen van verkeerstekens
- Voor (turbo) rotondes
4
Q
Bus voorlaten of niet
A
Buiten bebouwde kom niet, binnen bebouwde kom wel met wegrijden van de bushalte
5
Q
Verkeersplateau
A
Drempels op een kruispunt
6
Q
Verkeer over trambaan
A
Tram mag niet onnodig belemmerd worden, normale regels
7
Q
Ruiters
A
Voorzichtig voorbij gaan,
twee naast elkaar mag niet
8
Q
Voetgangers lopen op
A
Trottoir > fietspad > berm/rijbaan
9
Q
Brommobielen
A
Op de rijbaan, regels voor motorvoertuigen
10
Q
Fietsen/snorfietsen
A
Breder dan 0,75 meter mogen op de rijbaan
11
Q
BOR-weg
A
Bromfietsen op de rijbaan
12
Q
BOF-weg
A
Bromfietsen op het fietspad
