Hoofdstuk 26 Flashcards
1
Q
Welke voertuigen mogen niet door tunnels
A
Voertuigen die gevaarlijke stoffen vervoeren, aangegeven met een bord
2
Q
Verlichting in tunnel
A
Dimlicht is verplicht
3
Q
Stoppen in een tunnel
A
Verboden, tenzij pech of noodzaak
4
Q
Pech in een tunnel
A
- Waarschuwingslichten
- Loop langs de wand van de tunnel (naar hulp)
- Probeer door te rijden uit de tunnel