Hoofdstuk 26 Flashcards

1
Q

Welke voertuigen mogen niet door tunnels

A

Voertuigen die gevaarlijke stoffen vervoeren, aangegeven met een bord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verlichting in tunnel

A

Dimlicht is verplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stoppen in een tunnel

A

Verboden, tenzij pech of noodzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pech in een tunnel

A
  • Waarschuwingslichten
  • Loop langs de wand van de tunnel (naar hulp)
  • Probeer door te rijden uit de tunnel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly