Hoofdstuk 1 Flashcards
Verkeer
Alle weggebruikers
Voetgangers
- Gehandicaptenvoertuig op trottoir
- Fiets of iets dergelijks aan de hand
- Rolschaatsen/skateboard/skeelers etc.
- Kindje op een kinderfiets
Bestuurders
Alle weggebruikers behalve voetgangers,
ook begeleiders van kudde vee
Bestuurder van een motorvoertuig
Hij die het motorvoertuig zelf bestuurt, bij dubbele bediening is de rij-instructeur de juridische bestuurder
Motorrijtuigen
Geen fiets, verder alles met een motor
Motorvoertuigen
Alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning, gehandicaptenvoertuigen, trams en treinen
Personenauto
- Maximaal 8 zitplaatsen (zonder bestuurder meegeteld)
- Heeft een kentekenbewijs hiervan
Motorfiets
- Een motorvoertuig op twee wielen.
- Een scooter is een motorvoertuig als,
max snelheid > 45 km/uur en een verbrandingsmotor > 50 cm^3 - Heeft een kentekenbewijs hiervan
Veiligheidscel
Beschermt de bestuurders van motorvoertuigen met 2/3 wielen
Driewielig motorvoertuig
- 3 wielen
- Geen gehandicapten voertuig
- Minimaal 50 cm^3 verbranding
- Minimale snelheid van 45 km/uur
- Heeft een kentekenbewijs hiervan
Kampeerauto
Personenauto of bedrijfsauto met:
- Zitplaatsen en een tafel
- Slaapaccommodatie
- Kookgelegenheid
- Opbergfaciliteiten
En het bijpassende kentekenbewijs
Bedrijfsauto
Een voertuig om goederen te vervoeren
(kan een vrachtauto zijn)
Met het bijpassende kentekenbewijs
Vrachtauto
Een motorvoertuig dat niet bedoeld is voor personen,
maximummassa van 3500 kg
Autobus
Motorvoertuig voor het vervoer van meer dan acht personen (zonder bestuurder),
maximumsnelheid van 80 km/uur
Lijnbus
Motorvoertuig voor het verrichten van openbaar vervoer
T100-bus
Speciale bus, maximumsnelheid van 100 km/uur