Hoofdstuk 25 Flashcards
1
Q
Overweg
A
Een kruising tussen een weg en een railweg,
aangeduid met Andreas kruis
2
Q
Verplichting overweg
A
Alle overwegen voorzichtig naderen en een spoorvoertuig altijd voor laten gaan
3
Q
Andreas kruisen
A
Geven de hoeveelheid sporen aan,
enkel kruis –> enkele spoorweg,
dubbel kruis –> twee of meer sporen