Hoofdstuk 25 Flashcards

1
Q

Overweg

A

Een kruising tussen een weg en een railweg,
aangeduid met Andreas kruis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verplichting overweg

A

Alle overwegen voorzichtig naderen en een spoorvoertuig altijd voor laten gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Andreas kruisen

A

Geven de hoeveelheid sporen aan,
enkel kruis –> enkele spoorweg,
dubbel kruis –> twee of meer sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly