Hoofdstuk 20 Flashcards
1
Q
Parkeren
A
Laten stilstaan van een voertuig anders dan voor in en uitstappen of laden en lossen, je maakt geen deel meer uit van het verkeer
2
Q
Parkeerschijfzone
A
Hier mogen gehandicapten voertuigen onbeperkt staan
3
Q
Langs een gele onderbroken streep en bij bord E1(blauw rond met rode streep erdoorheen)
A
Hier mag geparkeerd worden voor niet langer dan 3 uur
4
Q
Parkeren aanhangwagen
A
Zelfde regels als bij een auto
5
Q
Parkeren aflopende rijbaan
A
Wielen rechtsom
6
Q
Parkeren oplopende rijbaan
A
Wielen linksom
7
Q
Aan de rechterkant een onderbroken of doorgetrokken streep
A
Hierbij mag je wel aan de linkerkant van de weg parkeren
8
Q
Parkeren op hellingen
A
- Handrem erop
- Eerste versnelling
- Stuur naar de weg draaien