Hoofdstuk 18 Flashcards

1
Q

Stoppen

A

Verplicht stilhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer stoppen

A
  • Voor een stopteken
  • Om een ander voor te laten gaan
  • Voor een gesloten overweg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verboden

A

Je mag nooit zonder noodzaak afremmen,
eerst snelheid minderen, zodat degene achter je de remlichten ziet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Plotse stop

A

Waarschuwingslichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly