Hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Doorgetrokken streep

A

Een doorgetrokken streep van minimaal 20 meter
Kantstreep en streep voor het scheiden van rijstroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doorgetrokken streep, kantstreep

A

Langs de rand van de rijbaan verharding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Doorgetrokken streep, streep voor het scheiden van rijstroken

A

Hiermee mag je die streep niet naar links overschrijden en je mag je niet links van de streep bevinden.
Je mag wel naar links als er aan de rechterzijde van de doorgetrokken streep een onderbroken streep is.

Je mag niet naar links/rechts als de streep zich bevindt tussen rijstroken, of op paden voor verkeer in één richting.
Dit mag wel als tussen jou en de doorgetrokken streep een onderbroken streep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vluchtstrook

A

Geen doorgetrokken streep zoals hierboven, maar voor noodgevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Combinatiestreep (doorgetrokken en onderbroken streep)

A

Hierbij mag je de strepen overschrijden als je de onderbroken streep aan je kant hebt,
gevaarlijker dan normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderbroken streep, 1:3 verhouding

A

Midden van de rijbaan/pad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onderbroken streep, 3:1 verhouding

A

Geeft het midden aan én waarschuwt voor nadere onoverzichtelijke situaties of voor het volgen van een doorgetrokken streep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Blokmarkering

A

onderbroken streep die je mag overschrijden en die invoeg- uitrijstroken en splitsingen in wegen aangeeft.
(oversteekplaats met twee blokmarkeringen naast elkaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gele doorgetrokken streep

A

Je mag hierlangs niet stilstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tijdelijke maatregelen

A

Geel (belangrijker)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Blauwe streep

A

In een parkeerschijfzone (zo’n ding nodig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verdrijvingsvlak

A

Vlak dat aangeeft dat een rijbaan ophoudt, dus je moet naar links/rechts. Aangegeven met een pijl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Puntstuk

A

Meerhoekig valk dat splitsingen aangeeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stopstreep

A

Brede doorgetrokken streep voor een kruispunt, vaak in combinatie met een stopstreep.

Altijd stoppen voor weggebruikers behalve voetgangers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Haaientanden

A

Voorrang verlenen op de kruisende weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verkeersdruppel

A

Getekende vluchtheuvel

17
Q

Zigzagstreep

A

Snelheid minder voor een gevaarlijk kruispunt

18
Q

Wit kruis

A

Vrijhouden van het weggedeelte voor bijvoorbeeld een in- of uitrit (niet wettelijk verplicht)