Hoofdstuk 4 - Geslachtelijke ontwikkeling: fysiologie en stoornissen Flashcards

1
Q

Wanneer verschijnen in een vrouwelijke foetus de primordiale follikels?

A

Rond de 16e week.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor wordt de geslachtsdeterminatie bepaald?

A

De aan- of afwezigheid van een Y-chromosoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Juist of fout?

De afwezigheid van testisdeterminerende genen is voldoende om een normale ontwikkeling van een ovarium te verkrijgen.

A

Fout, op het X-chromosoom zijn ook een aantal noodzakelijke genen aanwezig voor een normaal ovarium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Juist of fout?

Sommige patiënten met het syndroom van Turner maken nog een spontane puberteit door.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de uiterlijke kenmerken van patiënten met het syndroom van Turner?

A

Kleine gestalte, ‘webbed neck’, laag ingeplante oren, lage haargrens, cubitus valgus en uiteenstaande tepels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de gynaecologische kenmerken van het syndroom van Turner?

A

Seksueel infantilisme, hypergonadotrope amenorroe en ‘streak’ gonaden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de gynaecologische kenmerken van patiënten met het androgeenongevoeligheidssyndroom?

A

Normale externe vrouwelijke genitalia maar blind eindige vagina en ontbreken van interne vrouwelijke genitalia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de meest voorkomende vorm van congenitale bijnierhyperplasie?

A

Afwezigheid of deficiëntie van het 21-alfa-hydroxylase enzym.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de meest voorkomende vorm van congenitale bijnierhyperplasie?

A

Afwezigheid of deficiëntie van het 21-alfa-hydroxylase enzym.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het syndroom van Swyer?

A

Coplete gonadale dysgenesie, dus volledige afwezigheid van enig gonadaal weefsel in de foetus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk karyotype hebben patiënten met het syndroom van Swyer?

A

48, XY.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly