Hoofdstuk 3 - Cyclusstoornissen Flashcards

1
Q

Vanaf wanneer spreken we van een onregelmatige cyclus?

A

Bij een cycluslengte van minder dan 21 dagen of meer dan 35 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vanaf wanneer spreken we van polymenorroe?

A

Vanaf een cycluslengte van minder dan 21 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vanaf wanneer spreken we van oligomenorroe?

A

Wanneer er minder dan 6-8 periodes van menstruatie per jaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer spreken we van amenorroe?

A

Wanneer er gedurende minstens 6 maanden geen menses aanwezig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke structuur is in principe niet nodig voor een goede menstruele cyclus?

A

De eileider.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van oligomenorroe?

A

Polycysteus ovariumsyndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de frequentste genetische oorzaak van primaire amenorroe?

A

Congenitaal idiopathisch hypogonadotroop hypogonadisme: afwezige of onvolledige seksuele maturatie tegen de leeftijd van 18 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe heet het syndroom waarbij congenitaal idiopathisch hypogonadotroop hypogonadisme (IHH) gecombineerd is met anosmie?

A

Het syndroom van Kallmann.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe is het gestalte en de botkenmerken van meisjes met IHH of Kallmann?

A

Hun gestalte is bovengemiddeld gezien hun groeikraakbeenschijven niet sluiten maar hun botleeftijd is vertraagd en hun botdensiteit is lager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de frequentste oorzaak van hypothalame oligomenorroe?

A

Een te laag vetgehalte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke hormonen gesecreteerd door vetweefsel zijn essentieel voor de inductie en instandhouding van GnRH secretie?

A

Ghreline en leptine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Juist of fout?

Een tekort aan prolactine (hypoprolactinemie) zal de GnRH secretie onderdrukken.

A

Fout, een teveel aan prolactine (hyperprolactinemie) zal de GnRH secretie onderdrukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn oorzaken van hyperprolactinemie?

A
  • Frequentst: prolactinesecreterend adenoom
  • Medicamenteus: psychotrope medicatie, anti-emetica, opiaten en sommige antihypertensiva
  • Zwangerschap en borstvoeding
  • Primaire hypothyroïdie
  • Nierinsufficiëntie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het syndroom van Sheehan?

A

Totale hypofysaire insufficiëntie door acute necrose ten gevolge van een ernstige obstetrische bloeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het eerste teken van hypofysaire uitval?

A

Afwezigheid van borststuwing en lactatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de diagnostische criteria voor PCOS?

A
  • Klinische en/of biochemische tekenen van hyperandrogenisme
  • Tekenen van ovariële disfunctie: oligoanovulatie en/of polycystische eierstokken
17
Q

Wat is het effect van PCOS op het endometrium?

A

Door de perifere aromatisatie en de chronische anovulatie is er een oestrogeendominant endometrium met risico op hyperplasie.

18
Q

Wat is de spontane evolutie van PCOS?

A

Het verbetert in de tweede helft van de reproductieve periode.

19
Q

Waarop hebben vrouwen met PCOS een verhoogd risico?

A
  • Type 2-diabetes en dyslipidemie
  • Hypertensie, ischemisch hartlijden en cardiovasculaire mortaliteit
  • Pre- of postmenopauzaal endometriumcarcinoom
20
Q

Hoe kan obesitas / DM zorgen voor hyperandrogenisme en hirsutisme?

A

Door de insulineresistentie t.h.v. de lever is er minder productie van SHBG. Hierdoor stijgt de vrije fractie van testosteron.

21
Q

Wat is het syndroom van Asherman?

A

Intra-uteriene adhesies door chronische inflammatie, focale necrose en littekenvorming van de decidua.

22
Q

Hoe ontstaat het syndroom van Asherman?

A

Meestal is het een gevolg van retentie van placentair weefsel na een miskraam of postpartum.

23
Q

Hoeveel follikels zijn aanwezig bij PCOS?

A

> 12 follikels van 2-9 mm in elk ovarium OF een berekend ovarieel volume van > 10 ml.

24
Q

Welke tailleomtrek wijst op de mogelijkheid van het metabole syndroom?

A

> 88 cm.

25
Q

Welke ratio van taille-op-heupomtrek wijst op een langdurig androgeenoverwicht?

A

> 85%.

26
Q

Waar wijst een negatieve progesterondervingstest op?

A

Hypo-oestrogenemie?

27
Q

Waar wijst een positieve progesterondervingstest op?

A

Anovulatoire oligomenorroe.

28
Q

Bij welke vrouwen wordt er een test met oestrogenen en progestagenen uitgevoerd?

A

Bij vrouwen met een negatieve progestageentest bij wie een anatomisch ptobleem niet kan worden uitgesloten.

29
Q

Wat is de volgende stap indien de test met oestrogenen + progestagenen geen dervingbloeding oplevert?

A

Anatomisch nazicht d.m.v. transvaginale echografie.

30
Q

Welke oestrogeenantagonist dient men toe bij een patiënte met hypothalame oligoamenrroe en zwangerschapswens?

A

Clomifeencitraat.

31
Q

Hoeveel bloedafnames moet men doen om de diagnose van hyperprolactinemie te stellen?

A

Twee of vier bepalingen in één uur. Liefst ‘s morgens na het ontwaken.

32
Q

Wat is de volgende stap indien toediening van clomifeencitraat bij de patiënt met hypothalame oligomenorroe niet geholpen heeft?

A

Toediening van exogene gonadotrofines.

33
Q

Waaruit bestaat de therapie van hyperprolactinemie?

A
  • Medicamenteus: medicatie stoppen
  • Idiopathisch / adenoom: cabergoline
34
Q

Moet cabergoline gestopt worden tijdens de zwangerschap?

A

Best wel, tenzij bij grote macroprolactinomen of flare-up van symptomen door groei.

35
Q

Waaruit bestaat de behandeling van PCOS?

A
  • Oestroprogestageenpreparaat (de pil)
  • Indien ernstig hirsutisme: na 6-9 aand bijkomend anti-androgene medicatie
  • Indien contra-indicatie voor oestrogenen: progestageen op cyclische wijze
  • Indien metabool syndroom: levensstijlveranderingen met ev. metformine
36
Q

In welke dosis wordt clomifeencitraat toegediend?

A

Men start met 50 mg per dag gedurende vijf dagen. Indien geen ovulatie bereikt wordt, kan de dosis opgedreven worden tot 150 mg per dag voor 6 cycli.

37
Q

Wat is de enige indicatie voor glucocorticoïdtherapie in de gynaecologische endocrinologie?

A

Zwangerschapswens bij NCAHH.

38
Q

Welk glucocorticoïd krijgt de voorkeur: hydrocortison of dexamethason?

A

Hydrocortison, het wordt namelijk afgebroken door de placenta waardoor de foetus niet blootgesteld wordt.