Hoofdstuk 10 - Complicaties van de vroege zwangerschap

Question 1

Vanaf wanneer begint men te tellen voor het berekenen van de zwangerschapstermijn?

Answer 1

De eerste dag van de laatste menstruatie.

Question 2

Wat is een normale evolutie van de hCG-waarden?

Answer 2

Ze nemen toe met 53-100% om de 48u en dit gedurende 8 weken.

Question 3

Wat is een normale progesteronconcentratie rond 8 weken?

Answer 3

10 nmol/L of groter.

Question 4

Wat kan men echografisch zeker zien op 4 weken?

Answer 4

Een verdikt endometrium, een corpus luteum op de eierstok en een echogene ring van trofoblast.

Question 5

Wat kan men echografisch zeker zien op 5 weken?

Answer 5

De vruchtzak die groeit met 1mm per dag. Aanwezigheid van een dooierzak is geruststellend.

Question 6

Wat kan men echografisch zeker zien op 6 weken?

Answer 6

Een gemiddelde vruchtzakdiameter (MSD) van 16-20mm, een CRL van 6-9mm en hartactiviteit van 140-170 slagen per minuut.

Question 7

Wat is het beleid bij een ZOL?

Answer 7

Indien de patiënte hemodynamisch stabiel is, worden hCG-waarden opgevolgd gedurende 48u met ev. progesteronbepalingen.

Question 8

Wat is de voornaamste oorzaak van spontane sporadische miskramen?

Answer 8

Natuurlijke selectie met numerieke cytologische afwijkingen van het embryo.

Question 9

Wordt de incidentie van spontane miskramen onderschat of overschat? Waarom?

Answer 9

De cijfers worden onderschat gezien de meeste miskramen zich voordoen vooraleer de zwangerschap klinisch zichtbaar is.

Question 10

Wat zijn de voorwaarden voor een zekerheidsdiagnose van een miskraam?

Answer 10

• CRL > 7 zonder hartactiviteit
• CRL < 7 zonder hartactiviteit en na 1w no altijd niet
• MSD > 25 zonder structuren
• MSD < 12 zonder embryo en na 2w nog geen hartactiviteit en MSD niet verdubbeld
• MSD > 12 zonder embryo en na 1w nog geen hartactiviteit

Question 11

Wanneer spreken we van herhaalde miskramen?

Answer 11

Het voorkomen van twee of meer consecutieve miskramen binnen een koppel.

Question 12

Welke mogelijke oorzaken zijn er voor herhaalde miskramen?

Answer 12

• Stollingsafwijkingen: trombofilie, antifosfolipidensyndroom
• Chromosomaal: parentale translocatie
• Anatomisch: afwijkende uterus
• Endocrinologisch: ongecontroleerde DM, schildklierproblemen
• Cytogenetische afwijkingen van het embryo

Question 13

Wat is de meest voorkomende oorzaak van herhaalde miskramen?

Answer 13

Cytogenetische afwijkingen van het embryo.

Question 14

Vanaf hoeveel miskramen raadt men genetisch onderzoek van miskraamweefsel aan?

Answer 14

3.

Question 15

Waar doen zich de meeste EUG voor?

Answer 15

De eileider (90%).

Question 16

Wat zijn risicofactoren voor EUG?

Answer 16

EUG in de voorgeschiedenis, tubachirurgie, laparoscopische sterilisatie, pelvische infecties, IVF of zwangerschap met koperspiraal in utero.

Question 17

Wat zijn indicaties voor onmiddelijke laparoscopische salpingectomie bij een EUG?

Answer 17

• Pijn gerelateerd aan de ectopische zwangerschap
• Hemodynamische instabiliteit
• hCG-waarde > 5000 IU/L
• Aanwezigheid van cardiale activiteit van het embryo
• Hemiperitoneum > 300 ml
• Ectopische massa > 3cm

Question 18

Wanneer wordt er gekozen om een EUG medicamenteus te behandelen?

Answer 18

Indien de hCG waarden kleiner zijn dan 3000 IU/L of indien er een contra-indicatie is voor laparoscopie.

Question 19

Hoe gebeurt de monitoring van een medicamenteuze behandeling voor EUG?

Answer 19

Wekelijkse opvolging van het hCG tot deze terug negatief is.

Question 20

Wat dient er, naast behandeling, verder nog te gebeuren indien een patiënten gediagnosticeerd wordt met een EUG?

Answer 20

Indien de patiënte resusnegatief is, dient ze antilichamen te krijgen binnen de 72u na diagnose.