Hoofdstuk 16 Flashcards

1
Q

Paul Meehl

A

wat is een betere voorspelling van gedrag. statistics of clinical? soms beter statistisch dan klinisch -> riep vraag op of klinische psychologie een kunst of een wetenschap is. Profielanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

profielanalyse

Meehl

A

analyse maken van wie iemand is op basis van de minnesota multiphasic personality disorder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

klinische psychologie

A

richt zich vooral op toepassing van wetenschappelijke psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Molly Harrower

A

begon experimenteel, later klinisch door;
- persoonlijkheidsverandering onderzoek = gebruikte de Rorsach test om de verandering van persoonlijkheid van mensen na hersenoperaties te onderzoeken. conclusie was dat mensen minder gedifferentieerde antwoorden gaven (hun persoonlijkheid en interesse was weggenomen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Shakow

A

werkte ook aan discussies over wat klinisch psycholoog moet kunnen:
scientist practitioner model of clinical training =
- diagnose: brede inschatting cliënt
- onderzoek: wetenschappelijke onderbouwing
- therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Albee

gemeenschapspsycholoog

A

kritiek op scientist practitioner model van shakow = maakt psycholoog te veel medicus en maakt dus ook dezelfde fouten als medici. kijken te veel naar individuele problemen, maar bij psychologie moet je ook naar het grotere geheel kijken. problememen komen voort uit discriminatie gemeenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hans Eysenck

A

onderzoek naar* psycho*therapie = helpt niet per se, had alleen nut als er een goede relatie tussen cliënt en therapeut was.

was ook van PEN-model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wolpe

A

gedragstherapie = weg van psychoanalyse. mensen hebben concrete problemen die je moet oplossen, niet zoeken naar achterliggende factoren.

systematische desensitatie = Little Peter genezen van angst voor konijnen bijv.

past bij behaviorisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aaron Beck

A

psychiatrie, geïnteresseerd in depressie,
cognitieve theorie van depressie, randomized control theory

geïnspireerd door Ellis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cognitieve theorie van depressie

Aaron Beck

A

depressieve mensen hebben (zoals iedereen) cognitieve schema’s en cognitieve verstoringen. Bij cognitieve verstoringen heb je dus heftige reacties. Becks therapie gaat het over het bespreken van de schema’s en ze veranderen.

geïnspireerd door Ellis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

randomized control theory

Aaron beck

A

Hoe goed werkt mijn therapie in vergelijking met andere benaderingen van depressie. hij pakte hiervoor 2 groepen waarvan 1 medicatie kreeg en 1 zijn therapie. conclusie was dat beide even effectief waren.

geïnspireerd door Ellis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ellis

A

rationeel emotieve therapie, ABC model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rationeel emotieve therapie

A

mensen reageren niet zomaat op omstandigheden om hen heen. hun reactie wordt gefilterd door beliefs. hiervoor is het ABC-model.
Deze beliefs waren bij mensen met problemen heel absoluut en irrationeel. zijn therapie ging over het veranderen van de beliefs en daarmee de reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ABC-model

A
  • A = adversity, iets gaat mis
  • B = Beliefs
  • C = Consequences, de emotionele en de gedragsreactie waarmee mensen de praktijk binnenkomen

Beliefs zorgen ervaar dat de adversity de heftige consequence heeft die het heeft. Deze beliefs waren bij mensen met problemen heel absoluut en irrationeel. zijn therapie ging over het veranderen van de beliefs en daarmee de reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hathaway

A

Minnesota Multiphasic Personality Inventory = een persoonlijkheidsvragenlijst.

opgesteld met criterion group method = invullen met mensen met en zonder diagnose. puur statistisch gekeken welke vragen het meeste onderscheid maakten tussen deze groepen.

profielanalyse van Meehl is hierop verder gebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly