Hoofdstuk 15 Flashcards

1
Q

Hugo Münsterberg

A

on the witness stand, suggestibiliteit van getuigen, psychotechniek, personeelsselectie, toepassingspsychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

on the witness stand

A

boek van Münsterberg over hoe psychologie toegepast kon worden in rechtszaken. dacht dat hij met woordassociatietechniek aan de RT kon zien of persoon waarheid sprak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

suggestibiliteit van getuigen

ander onderwerp on the witness stand

A

je geheugen kan beïnvloedt worden door wat je gehoord hebt van anderen (valse getuigenverklaring)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

psychotechniek

A

het toepassen van ideeën uit de psychologie op de arbeidsorganisatie en later de hele maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

personeelsselectie

A

hoe het beste personeel te selecteren. Deed Münsterberg door verwachte gedrag te simuleren en te selecteren wie er goed was in de baan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Marston

student van Münsterberg

A

leugendetector test = heeft woordassociatie test gebruikt om leugendetector mee te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

woordassociatietest

A

heeft Jung bedacht, maar werd door Munsterberg en Marston gebruikt bij hun ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Frederick Taylor

A

industriële en organisatiepsychologie;
- scientific management = efficiency vergroten door kleine taakjes te doen (de-skilling), time study naar die losse taakjes
- differential piece rate systems = vastgesteld quotum voor een actie, sneller is beter en meer salaris. zo mensen motiveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gilbreth

A

industriële en organisatietheorie
- bewegingstheorie = hoe doen arbeiders bepaalde bewegingen bij een taak en hoe kun je die opbreken -> efficienter maken.

verschil met Taylor was dat ze naast efficiencie ook geïnteresseerd was in het welbevinden van de werknemers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mayo

A
  • hawthorne studie = als mensen weten dat ze geobserveerd worden gaan ze harder werken
  • psychologisering van werk = werknemer wordt gezien als een individu, focus op psychologische factoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hollingworth

A

coca cola experiment, evidentie variatie-hypothese en onderzoek baby’s, functionele periodiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

evidentie variatie hypothese van Hollingworth

A

onderzocht in psychische ziekenhuisen naar evidentie voor de hypothese. vond dat er inderdaad meer mannen waren, maar dat vrouwen vaak op latere leeftijd kwamen, wat duidde op het beter kunnen verstoppen van psychische klachten. ook in haar onderzoek naar verschillen bij baby’s was er qua biologische kenmerken weinig variatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

functionele periodiciteit

A

Hollingworth onderzocht op dezelfde manier als haar coca cola experiment of vrouwen slechter presteerden als ze ongesteld waren, dit bleek niet waar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

overige informatie Hollingworth

A

promoveerde onder Thorndike en door haar onderzoek geloofde hij en andere mannen niet meer in de variatie-hypothese. ze heeft veel bijgedragen aan de oprichting van de AACP, omdat de APA klinische en toegepaste psychologie niet serieus namen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly