Hoofdstuk 12 Flashcards

1
Q

Gordon Allport

A

bedacht persoonlijkheidspsychologie, psychologische trekken, functionele autonomie van trekken, volwassen en onvolwassen religie, contacthypothese

psychologische trekken bedacht hij met zijn broer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

psychologische trekken

A

karaktereigenschappen waar mensen op verschillen: intelligentie, temperament, self-expression, sociality

van de Allport broeders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functionele autonomie van trekken

A

de herinneringen van vroeger zijn niet deterministisch, je persoonlijkheid ontwikkelt zichzelf. om dit te bestuderen had hij 2 methoden:
- nometische methoden = methoden waarbij je vergelijkt en een getal eraan hangt.
- idiografische methoden = beschrijft hoe mensen op een unieke wijze zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

volwassen en onvolwassen religie

A

volwassen gaat meer over spiritualiteit en onvolwassen over jezelf beter voelen en onrechtvaardige dingen rechtvaardigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

contacthypothese

A

als mensen in een groep worden ingedeeld zoeken ze snel hun eigen soort. door mensen aan een gezamelijke taak te laten werken kun je intergroepsconflicten verminderen en vooroordelen verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Munsterberg

A

tweedeling in de psychologie
causaal/objectief = manier om naar persoonlijkheid te kijken, waaarbij mensen een bepaald karakter hebben en zo verschillen ze
doelgericht/subjectief = hoe ervaren mensen zichzelf

inspiratie voor Gordon Allport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stern

A

personalistische psychologie = waarin beschrijven we mensen. 2 manieren:
relational individuality en real individuality.

inspiratie voor Gordon Allport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Raymond Cattel

A

factoranalyse = correlatie versimpelen. beschrijft factoren van vragen die hetzelfde meten
16 PFQ = vragenlijst met 16 persoonlijkheidsfactoren.

nomothetische methode

vroege student van Gordon Allport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hans Eysenck

A

PEN-model = er zijn minder factoren om persoonlijkheid te beschrijven:
Psychoticisme; onderscheid binnen- en buitenwereld
extraversie
neuroticisme; neiging om negatieve emoties te ervaren

nomothetische methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Big Five

Goldberg

A

extraversion, agreeablness, conscientiousness, neuroticism, opennes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mischel

A

zorgt voor persoon-situatie controverse; wat is belangrijker persoonlijkheid of situatie.

stond zelf aan de situatie kant; waarom zou je persoonlijkheid bestuderen, pas als een situatie niet sturend is komt persoonlijkheid naar boven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Murray en Morgan

A

personology,
thematische apperception test (TAT) = idiografische test die bestaat uit ambigue plaatjes. de psychogene behoefte zou dan door moeten komen in hoe je de plaatjes ziet.

werkten onder Gordon op idiografische manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

McClelland

A

heeft TAT uitgewerkt en scores gekwantificeerd (nomothetisch gemaakt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Abraham Maslow

humanistisch psycholoog

A
  • peak experiences = fijne ervaringen waarin alles in 1 keer klopt (leek op aha-erlebnis)
    Motivatietheorie
  • zelf-actualisatie = het compleet ontwikkelen van al je mogelijkheden. mensen streven hiernaar, maar niet altijd mogelijk door;
  • piramide van Maslow = hiërarchie van behoeftes

keek vooral naar het positieve van psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Karl Rogers

A
  • client-centered therapy = luisteren en steunen van cliënt, niet vertellen wat hun probleem is.
  • spiegelen; luisteren naar cliënt en teruggeven aan de patiënt, kan leiden tot persoonlijke ontwikkeling

reactie op maslows humanistische psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

May

A

existentiële psychologie = niet alle problemen zijn belangrijk. belangrijkste vraag is betekenis. wat geeft betekenis aan mijn leven?

reactie op maslows humanistische psychologie

17
Q

Seligman

A

groot voorstander van positieve psychologie = richten op hoe we mensen kunnen helpen met zelf-actualisatie, ookal gaat het goed met ze.

reactie op Maslows humanistische psychologie