Hoofdstuk 13. De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de schooltijd. Flashcards
Stadium van vlijt-versus-minderwaardigheid
De periode van zes tot twaalf jaar waarin het kind volgens Erikson competenties ontwikkelt om problemen met ouders, leeftijdgenoten, school en de wereld om hem heen het hoofd te kunnen bieden.
Sociale vergelijking
Je eigen gedrag, vermogens, expertise en meningen beoordelen door ze te vergelijken met die van anderen.
Opwaartse sociale vergelijking
De eigen capaciteiten vergelijken met de prestaties van leeftijdgenoten die vaardiger en succesvoller zijn.
Neerwaartse sociale vergelijking
De eigen capaciteiten vergelijken met prestaties van leeftijdgenoten die minder competent of succesvol zijn.
eigenwaarde
De waardering voor het eigen ik, met alle positieve en negatieve kenmerken en competenties die we daarmee associëren
Internaliserende problemen
Naar binnen gerichte problemen die leiden tot innerlijke onrust, zich uitend in teruggetrokkenheid, angst, depressie en/of psychosomatische klachten
oppositionele-opstandige stoornis (ODD)
Gedragsstoornis waarbij het kind zich herhaaldelijk en gedurende langere perioden verzet tegen de leiding van volwassenen en snel geërgerd en vaak boos is.
Normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD)
Gedragsstoornis met als symptomen agressief gedrag, vernielen van eigendommen, bedrog, diefstal en/of ernstige overtredingen van regels.
Externaliserende problemen
naar buiten, op anderen, gerichte (gedrags)problemen, zoals ongehoorzaamheid, agressiviteit, vernielzucht en driftbuien.
Stadia van vriendschap (volgens William Damon)
Stadium 1: vriendschap gebaseerd op het gedrag van anderen.
Stadium 2: vriendschap gebaseerd op vertrouwen.
Stadium 3: vriendschap gebaseerd op psychische nabijheid.
sociale competentie
Het geheel van individuele sociale vaardigheden dat individuen in staat stelt om succesvol te functioneren in sociale omgevingen
Aangeleerde hulpeloosheid
Het gevoel hebben weinig tot geen invloed op een situatie te kunnen uitoefenen.
Grensverkeer
Gedrag wat jongens en meiden over en weer laten zien met een romantische ondertoon
Dominantiehiërarchie
De rangorde waarin de relatieve sociale macht van de leden van een groep tot uiting komt.
Restrictieve speelstijl
Een speelstijl waarbij kinderen de interacties onderbreken op het moment dat zij het gevoel hebben dat hun status gevaar loopt.