hoofdstuk 12 Flashcards
Alternate use test
om divergent thinking te meten. Mensen moeten zo veel mogelijk manieren bedenken om een simpel object te gebruiken
Analogical encoding
mensen moeten twee problemen vergelijken die gemeenschappelijke structuren hebben
Analogische paradox
mensen vinden het lastig om analogieën te gebruiken in het lab, maar hebben er geen problemen mee in real-world settings
Analogical transfer
ervaring in het oplossen van een probleem om een gelijkwaardig probleem op te lossen
Analogie
een vergelijking maken om een gelijkenis te laten zien tussen 2 verschillende dingen
Candle problem
een taak waarbij mensen een paar objecten kregen, om een kaars aan de muur te maken, zonder dat deze op de grond zou lekken. Dit was om functional fixedness op te lossen
Goal state
de conditie waarin het probleem is opgelost
In vivo problem-solving research
mensen observeren om te bepalen hoe zij problemen oplossen in real-life situaties
Initial state
de conditie waarin het probleem begint
Intermediate state
de variërende condities die ontstaan in de weg van de inital state naar de goal state
Latente inhibitie
mechanismes die irrelevante stimulatie filteren
Means-end analysis
probleem-oplossing techniek die probeert om de verschillen tussen de initial state en de goal state zo klein mogelijk te maken, bijvoorbeeld door subdoelen te creëren
Mental set
een bepaald idee over hoe je een probleem kan benaderen, gebaseerd op de ervaringen van een persoon of wat in het verleden heeft gewerkt
Multilated checkboard problem
een studie die heeft onderzocht hoe de manier waarop een probleem wordt gepresenteerd het vermogen om een probleem op te lossen beïnvloed
Pre-inventive forms
objecten in de finkes creative cognition taak die de creatie van een creatief product vervolgen