Hoofdstuk 1 Flashcards
4 fases cognitief proces
- Perceptie
- Leren en geheugenopslag
- Retrieval
- Denken
Groom: 4 benaderingen
- experimentele cognitieve psychologie
- computermodellen
- cognitieve neurowetenschap
- cognitieve neuropsychologie
1879
Wilhelm Wundt richtte het eerste psychologisch laboratorium op, hij deed hier onderzoek naar perceptie
1885
Ebbinghaus deed het eerste experimentele onderzoek naar geheugen
1890
William James brengt het boek ‘principals of psychology’
= boek met theorieën over onder andere het geheugen die tegenwoordig alom erkend zijn
Begin 20e eeuw
Toename invloed van behaviorisme
= psychologen moeten zich beperken tot extern observeerbaar gedrag, interne mentale processen werden buiten beschouwing gelaten
- Skinner: trainde ratten om op een hendeltje te drukken zodat ze beloond werden met voer
Gestalt psychologie
voor goed begrip van de menselijke cognitie moeten de (interne) mentale processen bestudeerd worden
- Basis van de hedendaagse cognitieve psychologie
- Legt nadruk op de manier waarop componenten van perceptuele input wordt gegroepeerd en geïntegreerd in patronen en hele figuren.
Pragnanz
betekenisvolle inhoud
Schematheorie van Bartell
alle nieuwe perceptuele input wordt geanalyseerd door de input te vergelijken met items ( = schema’s) die zich al in ons geheugen bevinden
2 implicaties schematheorie van Bartell
- De perceptie van en de herinnering aan een input kan veranderd/ vervormd worden om te voldoen aan bestaande schema’s
- Omdat onze schema’s deels zijn verworven op basis van onze persoonlijke ervaring, kan de perceptie van en de herinnering aan de input per individueel verschillen
2 typen van inputverwerking:
- Top-down
2. Bottom-up
Top-down
schema’s worden gegenereerd door de hogere schorsstructuren en naar het zenuwstelsel gestuurd om ze te vergelijken met de binnenkomende stimuli
Bottom-up
inputverwerking wordt geïnitieerd door stimulatie van de zintuigen en doorgestuurd naar de hogere schorsstructuren
1950
introductie van de computer levert veel nieuwe ideeën over informatieverwerking op
Computer werd gezien als analogie van hersenmechanismen en het modelleren van hersenfuncties
Newell
eerste die een computerprogramma ontwikkelde dat in staat was om eenvoudige problemen op te lossen
Feature detector systemen
later ontwikkelde computerprogramma’s die perceptuele processen konden uitvoeren
- Herkenning van een patroon vindt plaats als er features van een te herkennen patroon aanwezig zijn
Broadbents limited capacity processormodel
proces van selectieve aandacht
- Mensen hebben moeite met tegelijk aandacht hebben voor twee verschillende inputs
- Wanneer er te veel input is kan het brein het niet meer verwerken > er moet selectief te werk worden gegaan
Cognitieve neuro WETENSCHAP
bestuderen de relatie tussen hersenfuncties en cognitie door middel van hersenscans
Cognitieve neuro PSYCHOLOGIE
onderzoeken dezelfde relatie als de neuro wetenschap, maar doen dit aan de hand van individuen die hersenschade hebben opgelopen
modulair
bepaalde hersengebieden voeren specifieke functies uit
Rechtshandig persoon
linker hersenhelft is dominant over de rechter hersenhelft en andersom
Links: houdt zich bezig met taal en spreken
Rechts: houdt zich bezig met het verwerken van non-verbale input
Voorste hersenhelft
houdt zich bezig met output
Achterste hersenhelft
verwerken van input
Frontaalkwab
- Motorische centra
- Gebied van Broca
- Centrale executive system = bewuste mentale processen