Hoofdstuk 11 Flashcards
Anaphoric inference
een inferentie die een object of persoon in een zin linkt aan een object of persoon in een andere zin
Balanced dominance
een woord heeft meerdere betekenissen en alle betekenissen zijn even waarschijnlijk
Biased dominance
wanneer een woord meerdere betekenissen heeft en een van de betekenissen is meer waarschijnlijk
Causale inferentie
een inferentie die resulteert in de conclusie dat gebeurtenissen in een zin zijn veroorzaakt door gebeurtenissen in een eerdere zinn
Coherence
representatie van een tekst of verhaal in het hoofd van de lezer, zodat het een logisch geheel is
Corpus
hoeveelheid waarmee specifieke woorden worden gebruikt en de hoeveelheid verschillende betekenissen en grammaticale constructies in een bepaalde taal
Garden Path sentence
een zin waarbij de betekenis die in het begin van de zin geïmpliceerd wordt niet juist blijkt te zijn, gebaseerd op de informatie die later in de zin wordt gegeven
Given-new contract
in een conversatie, moet de spreker zinnen maken die zowel ontvangen informatie, als nieuwe informatie bevatten
Inferentie
een proces waarbij de lezer informatie creëert die niet daadwerkelijk in de tekst staat
Instrument inferentie
een inferentie over methoden of instrumenten
Interactionist approach to parsing
het idee dat informatie die zowel door de syntax als door de semantics wordt gegeven gelijktijdig wordt opgenomen
Late closure
wanneer een persoon tijdens het lezen een nieuw woord tegenkomt, gaat hij ervan uit dat het woord bij deze zin hoort
Lexical ambuigity
woorden kunnen meerdere betekenissen hebben
Lexicon
de kennis van een persoon over wat woorden betekenen, hoe ze klinken en hoe ze gebruikt worden in relatie tot andere woorden
Meaning dominance
sommige betekenissen van woorden komen vaker voor dan andere betekenissen van woorden
Morfeem
de kleinste eenheid van taal wat nog een echte betekenis heeft
Parsing
= het mentaal groeperen van woorden in een zin, de manier waarop dit gebeurt bepaalt de betekenis
Foneem
het kortste segment van de spraak die, als het zou veranderen, het woord zou veranderen
Phonemic restoration effect
wanneer de foneem een woord wordt gehoord, ondanks dat er geluid doorheen kwam. Komt vaak voor wanneer het woord onderdeel is van een zin
Psycholinguists
het veld in psychologie wat geïnteresseerd is in de rol van taal in psychologie
Sapir-Whorf hypothesis
het idee dat de natuur van de taal in een specifieke cultuur kan beïnvloeden hoe mensen in die cultuur denken
Semantics
de betekenis van de woorden en zinnen
Syntactic coördination
proces waarbij mensen vergelijkbare grammaticale structuren gebruiken tijdens het hebben van een gesprek
Syntactic primining
een statement horen wat met een bepaalde syntactische constructie is opgebouwd, verhoogd de kans dat het statement wat volgt met dezelfde constructie is opgebouwd
Syntax
de regels die woorden combineren in zinnen
Syntax-first approach
de benadering die benadrukt de rol van de syntax
Temporal ambuigity
een situatie waarin de betekenis van een zin meerdere dingen kan betekenen
Visual Word paradigm
experimenten over taalverwerking, bepaald hoe participanten informatie verwerken in een bepaalde situatie en hoe ze bepaalde instructies die gerelateerd zijn aan de situatie verwerken
Word frequency
hoe vaak een woord wordt gebruikt in een taal, voorbeeld: het woord ‘home’ wordt in het engels vaker gebruikt dan ‘hike’
Word frequency effect
woorden met een hoge frequentie worden sneller gelezen dan woorden met een lage frequentie
Word superiority effect
het idee dat letters makkelijker worden herkend wanneer ze onderdeel zijn van een woord, dan apart of in een serie van letters die geen woord vormen
Dingen die een gesprek makkelijker maken:
- Given-new contract
- Common ground
- Syntactic coordination