HNH20306 - Werkcollege Flashcards
Perceived power + voorbeeld
de mate waarin iemand denkt dat andere factoren het gedrag vergemakkelijken of remmen
Bijv. Biologisch eten is duur, het feit dat dit duur is kan iemands gedrag beïnvloeden (controleovertuiging). In hoeverre deze factor het gedrag beïnvloedt, hangt af van hoeveel geld iemand heeft (gepercipieerde macht).
Control beliefs
of iemand denkt dat externe factoren zijn gedrag zouden vergemakkelijken of remmen
Bijv. Biologisch eten is duur, het feit dat dit duur is kan iemands gedrag beïnvloeden (controleovertuiging).
Perceived control
de mening van een persoon over hoe makkelijk of moeilijk het is om het gedrag uit te voeren
- Dit is een combinatie van het aantal factoren dat van invloed is op zijn vermogen om het gedrag uit te voeren (controleovertuiging) en de mate waarin ze het gedrag beïnvloeden (gepercipieerde macht).
- Merk op dat waargenomen gedragscontrole niet noodzakelijk hetzelfde is als de daadwerkelijke controle die een persoon heeft.
Motivation to comply
bereidheid om te handelen in overeenstemming met de overtuigingen van een belangrijk persoon in de omgeving
Normative beliefs
of een persoon denkt dat andere personen (bijv. familie, vrienden, dokter, etc.) geloven dat hij het gedrag wel of niet zal uitvoeren
Subjective norm
de mate van sociale druk om het gedrag wel of niet uit te voeren.
- Subjectieve norm is een combinatie van de (gepercipieerde) normatieve verwachtingen van belangrijke personen (normatieve overtuigingen) samen met de motivatie om aan deze verwachtingen te voldoen.
Behavioral beliefs
geloof over de gevolgen die het gedrag kan hebben.
- Bijv. Iemand kan denken dat veel alcohol drinken (het gedrag) hem populairder zal maken bij zijn vrienden (gedragsovertuiging).
Evaluation of beliefs
mening over het belang van de verwachte gevolgen van het gedrag.
- Bijv. Iemand kan denken dat het drinken van veel alcohol hem populairder zal maken bij zijn vrienden (een gedragsovertuiging), maar hij vindt het niet belangrijk om populair te zijn (evaluatie van het geloof).
Attitude
houding tegenover het gedrag, kan goed of slecht zijn. Wordt bepaald door wat een persoon denkt dat de positieve en negatieve gevolgen van het gedrag zijn
Intention
of iemand denkt een bepaald gedrag te zullen vertonen (binnen een bepaalde tijd)
Behavior
het gedrag zelf
Voorbeeld ‘het eten van groente’
- Perceived power: Iemand eet geen groente omdat het duur is.
- Control beliefs: Groente is niet duur en goed beschikbaar.
- Perceived control: Het eten van groente is makkelijk.
- Motivation to comply: Iemand wil zich hetzelfde gedragen als een food vlogger.
- Normative beliefs: Iemand wil zich gedragen naar het normative belief van een food vlogger.
- Subjective norm: Iemand voelt sociale druk.
- Behavioral beliefs: Groente eten is goed voor je gewicht, het is gezond, het kost tijd om groente te bereiden, je raakt er niet vol van.
- Evaluation of beliefs: Evaluation of belief dat besproeide groente niet gezond is (iemand denkt dat het niet schadelijk is voor je gezondheid).
- Attitude: Of het goed of slecht is om groente te eten.
- Intention: Of iemand de intentie heeft om groente te eten.
- Behavior: Iemand eet groente.
Social-psychological theories/models
- Theory of Reasoned action (TRA).
- Theory of Planned behavior (TPB).
- Cognitive theory (CT).
All four theories mentioned in this exercise are based on the assumption that human beings are quite … and that they use information … The theories assume that human behavior is not controlled by unconscious motives or desires, or can be characterized as capricious or thoughtless. Instead, the theories assume that people consider the implications of their action before they decide whether to engage in a given behavior.
rational
systematically
Three external variables/socio-demographic determinants
- Gender.
- Age.
- Socioeconomic status