HNH20306 - HC 3 Flashcards

1
Q

Voedingspatroon

A

Datgene wat wordt gegeten en hoe vaak het wordt gegeten.

- Meten met een voedingsanamnsese (bijv. voedselfrequentievragenlijst).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voedingsgewoonten

A

Hoe en waar of met wie het voedsel wordt gegeten.

- Brood in combinatie met beleg, ‘warm’ eten aan tafel met bord en bestek, feestmaaltijden en rituelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voedingspatroon en voedingsgewoonten zijn onderdeel van de eetcultuur, de voor een bevolkingsgroep specifieke combinatie van:

A
  • Normen, waarden en verwachtingen rond voedsel en voeding (= niet materieel).
  • Bijbehorend gebruik van kooktoestellen, keukengerei, bestek, borden (= materieel).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verklarende factoren voor verschillen in voedingspatroon, voedingsgewoonten en eetcultuur:

A
  • Ecologisch: klimaat, grond.
  • Economisch: productiekosten, vervoerskosten.
  • Technologisch: werktuigen, conservering.
  • Cultureel: ‘acceptabel’ om te eten.
  • Religieus: voorschriften (bijv. alcohol, rundvlees).
  • Ideologisch (vegetarisch, duurzaam, milieu).
  • Sociaal (opbouw bevolking, status).
  • Politiek (hoe conservatief, liberaal, communistisch).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van jagers > landbouwers:
• Meer … voeding (vaak 1 graansoort).
• Kwaliteit voeding verschuift van … > …
• Dierlijk voedsel: vit B12, A, D, essentiële aminozuren en vetzuren.
• Plantaardig voedsel: … Grotere variatie nodig voor adequate inname.
• Meer kinderen > bevolkingstoename > meer …

A

monotone

hoog > laag

cellulose

meer ziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1347-1351: pest-epidemie:
• Besmetting vanuit de Krim > Genua > Europa.
• Oorzaak toen nog niet bekend.
• Enorme sterfte onder alle lagen van de bevolking.
• Tekort aan arbeiders > … > nog meer sterfte.

A

hongersnood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
Voedingspatroon 1300-1500:
•	Geen verschil voedingspatroon ...
•	Kookboeken (oudste uit 1160, Durham): voorkeur voor ... (peper, nootmuskaat, ui, knoflook, mosterd, azijn). 
•	“...” populair als warme maaltijd.
- Knolgerechten met peulvruchten (vlees).
•	Vlees beperkt door ...
•	Geen ...
•	Brood, kaas, bier.
A

arm en rijk

pittig gekruid

potspijs

religie

bladgroente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De opkomst van brood rond 1350:
• Oorspronkelijke granen … voor brood: vooral voor pappen en brij (o.a. spelt, gerst, haver).
• 14e eeuw: opkomst brood door:
- Verbouw rogge (heel NL) en tarwe (Zeeland en ZH).
- Komst van …

A

ongeschikt

windmolens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Food globalization: Columbus ontdekt Amerika (1492)

A

Nieuwe producten: maïs, pinda’s, cacao, aardappels, suiker(riet), paprika, tomaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De voeding 1500-1680:
• Rijken: verfijning, meer … vs. armen: eenzijdig.
• Bevolkingsgroei > … werd duur.
• Knolgewassen, peulvruchten en granen (rogge).
• Dranken: naast bier nu ook … (ijskelders).

A

groente

vlees

melk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De maaltijden 1500-1680:
• 3 maaltijden per dag.
• Copieuze feestmaaltijden bij de rijken:
- … zoals geboorte, doop, etc.
- … als welvaartsziekte (‘disease of the kings’).

A

Bijzondere gelegenheden

Jicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
De Gouden eeuw (1600-1700):
•	Bloeiende handel door …
- 1670: 15.000 schepen. 
- Vrijwel monopolie op wereldzeeën. 
•	en door ...
- Regenten uit koopmansfamilies ipv. adel en geestelijkheid.
- Nadruk op ... ipv. verovering land.
A

VOC

regeringsvorm

handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

1680-1850: periode na de Gouden Eeuw:
• Economische neergang.
• Graan duur > … minder populair, … wint terrein, peulvruchten stabiel.
• Dalende … en … (veepestepidemie).
• Voor de hogere klasse: vlees werd nog belangrijker.
• Veel …, vooral stokvis en zalm (massaproductie dus lage status).
• Rond 1800, … maaltijden waren norm.

A

brood
aardappel

vleesconsumptie
zuivelconsumptie

vis

vleesloze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom won de aardappel terrein:
• … , … , … > boeren wagen de gok.
• Aardappels konden worden verbouwd op …
• Grote opbrengst per ha.
• Bereiding vergelijkbaar met …
• Verspreiding vanuit arme bevolking naar …

A

Veepest, hoge graanprijzen en bevolkingsgroei

schrale grond

knolgroenten

hogere lagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De voeding 1850-1914:
• Vóór 1850: om 4 à 5 jaar:
- … door graanschaarste, schommeling van de lonen, misoogsten, veepest, oorlogen.
• Vanaf 1850: beheersing van de voedselvoorziening.
…, …, …
• Grote verscheidenheid aan voedingsmiddelen.
• Energie, dierlijk voedsel, vetten en suikers.
• Gevolg: … (golfsgewijs).

A

Voedselcrisis

  • Agrarische revolutie
  • Transport revolutie
  • Conserveringsrevolutie

welvaartsstijging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

1850-1914: Conservering en transport:
• Ontdekking Franse kok Nicolas Appert: … > ontstaan conservenfabrieken.
• Belangrijke ontdekking: …
• Transport: (gekoelde) … > groente, tropische vruchten (bananen), vlees en vis: vers over grote afstanden.

A

conservering door verhitten in gesloten potten

koel- en diepvriestechnieken

stoomschepen en stoomtrein

17
Q

‘Promotie’ van aardappelen-groente-vlees:
• Beschikbaarheid … met meerdere pitten
• Tuinbouwsector
- Goed georganiseerd.
- Gemeenschappelijke reclamecampagnes.
• Huishoudonderwijs (1921-1968)
- Nadruk op koken, aandacht voor warme maaltijd met groente.
• Voedingsvoorlichting
- Schijf van Vijf (1953).

A

kooktoestellen

18
Q

Ontwikkelingen US die ‘fast food’ stimuleerden

A

• Verstedelijking, komst van fabrieken (WO II).
• Bevolkingsgroei en migratie, jongerencultuur.
• Vooral in California: aanleg snelwegen (Route66).
- Motels, drive-in banks, drive-in restaurants.
• Enorme belangstelling voor techniek.

19
Q

Veranderingen vanaf 1960

A

• Grote werkgelegenheid
• Meer vrijheid
• Food globalization:
- Buitenlandse vakanties
- ‘Gastarbeiders’ (eigen winkels, restaurants, cultuur)
- AH (1952) buitenlandse ingrediënten in assortiment

20
Q

Typering huidige NL voedingspatroon:
• Dagelijks aardappels, vlees, groente is achterhaald.
• Voedingspatroon en eetgewoonten als … (hipsters, foodies, vegans).
• In toenemende mate … voorbereid.
• … porties/keuzes.
• Leren koken door internet.
• … met voeding en regio is verbroken (verkrijgbaarheid, receptuur).
• … als onderdeel voedingsadvies.

A

identiteit

buitenshuis

Individuele

Directe band

Duurzaamheid

21
Q

• Hoofdstuk 5 uit CBS Voedingspatronen:
• Ons voedingspatroon is veranderd: toegenomen welvaart, aanbod van voedsel gegroeid door de gestegen productie van de … en … .
- Stijgende lonen en verdwijnen van accijnzen op voedingsmiddelen > … in de arbeidersbudgetten krompen door de jaren heen steeds meer.
• Kleiner deel budget naar …:
- Huishoudens in verschillende … geven ongeveer evenveel uit aan eten: doordat de huishoudens in de hogere inkomensgroepen doorgaans groter zijn dan in de laagste inkomensgroep.
• Meer uitgeven aan … : daling van het aandeel van brood en aardappelen en stijging van het aandeel van dierlijke producten zoals vlees, vis en zuivel.
- Grootste deel van voedingsbudget gaat op aan vlees en vis (26%). Brood en granen (21%), aardappelen, groente en fruit (19%), zuivel (14%), specerijen, sauzen en kant¬en-klaarmaaltijden (10%).
Voedingsindustrie met 139 duizend banen: voedingsbranche is 20% van de …, daardoor ook een relatief (arbeids)productieve branche.
• De friet als innovatief product: het frietje was van groot … belang, Aviko werd een groot bedrijf van gesneden aardappelen/friet.

A

landbouw

opkomst van voedingsmiddelindustrie

voedselaandelen

voeding

inkomensgroepen

vlees en vis

industriële productie

economisch

22
Q

Grote veranderingen in de periode 1680-1850

A
  1. Gebruik van aardappels.
  2. Nieuwe warme dranken: koffie en thee.
  3. Eetgerei: bestek en serviesgoed.
  4. Smaakvoorkeuren (van zurig/kruidig naar zoet).
23
Q

1940-1945:

  • Overheid beter voorbereid. In 1937 Rijksbureau …
  • Bij Duitse inval 1940: …
  • Iedereen kreeg rantsoen afhankelijk van leeftijd en arbeid in de vorm van bonkaarten en rantsoenbonnen.
A

voedselvoorziening in oorlogstijd

voeding NL bevolking op een redelijk peil

24
Q

1919: de Warenwet en …
1940: oprichting …
1941: Voorlichtingsbureau voor …
1953: introductie …

A

Vleeskeuringswet

Voedingsraad

de Voeding (voorlopers Beraadsgroep voeding van de Gezondheidsraad en Voedingscentrum)

Schijf van Vijf