HNH20306 - Casus 3 Flashcards

1
Q

Kan de student tenminste 2 verschillende definities van ondervoeding bij ouderen geven en benoemen waar de verschillen vandaan komen.

A
  1. Definitie uit her rapport van de Gezondheidsraad 2011:
    “Ondervoeding bij ouderen is ondervoeding als gevolg van onvoldoende inname van eiwit en energie bij personen van 65 jaar en ouder met ongewenste gevolgen voor de gezondheid.”
  2. Definitie uit Richtlijn ondervoeding bij de geriatrische patiënt (van de Stuurgroep Ondervoeding):
    “Ondervoeding heeft het karakter van een geriatrisch syndroom en is daarmee een multifactoriële aandoening; ondervoeding bij de geriatrische patiënt kenmerkt zich door tenminste functieverlies en ongewenst gewichtsverlies en/of een acute of chronische disbalans tussen inname en verbruik”

Verschillende doelgroepen, leeftijden, patiënten vs. ‘gezonde’ ouderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Heeft de student kennis m.b.t. de prevalentie van ondervoeding bij ouderen bij diverse subgroepen/segmenten van ouderen in Nederland.

A

In het artikel staat: “depending on the method applied, the prevalence is estimated to be between 5% and 10% in community-dwelling people older than 70 years, up to 30% to 65% in institutionalized people of that age”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kan de student 4 (groepen) factoren benoemen die kunnen bijdragen aan het ontstaan van ondervoeding bij ouderen, en van elk een voorbeeld beschrijven.

A
  • Fysiologische factoren: lichamelijke ziektes, sarcopenia
  • Psychologisch/cognitieve factoren: dementie, cognitieve achteruitgang
  • Omgevingsfactoren: In dit artikel ligt het accent op meal ambiance

Fysiologische factoren: age-associated decline in olfactory function

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Naast sarcopenia (= progressief verlies in spiermassa, spierkwaliteit en fysieke kracht en functie die kan bijdragen aan zwakte en functieverlies in ouderen) beschrijft dit artikel (m.n. op pag. 430) nog een aantal (groepen) factoren die het risico op ondervoeding bij ouderen verhogen. Welke zijn dat?

A

Sociale factoren: isolement, verlies van zelfredzaamheid door verminderde functie en mobiliteit, achteruitgang in inkomen, bereikbaarheid winkels e.d.
Psychologische factoren; eenzaamheid, depressie, minder weerbaar, cognitieve achteruitgang
Fysiologische factoren: metabole veranderingen (vit D), deficiënties (eiwit, energie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kan de student beargumenteren welke behandelstrategieën er zijn bij deze casus, en welke strategie naar verwachting het beste resultaat zal geven gezien de beschreven problematiek.

A

Het accent ligt hier op 3 strategieën om maaltijd ambiance te verbeteren:

  • Eten in restaurant setting
  • Koken op de afdeling/groep
  • Family-style meals

Multi-sensory enhancement; dwz verschillende compensatie strategieen; ‘verrijking van een maaltijd(component) niet alleen in flavour of in macronutrienten (eiwit), maar ook in textuur, en visuele verrijking (zichtbare stukjes kruiden e.d.).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke behandelstrategie voor sarcopenia wordt in dit artikel aanbevolen?

A

Focus op supplementatie en verrijking van het dieet, met name gericht op voldoende inname van eiwitten en energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly