Hfst 8: morfologie - termen Flashcards

1
Q

Allorhize wortelstengels

Betekenis

A

Wanneer het kiemworteltje uitgroeit tot hoofdwortel met zijwortel (dicotylen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Homorhize wortelstengels

Betekenis

A

Wanneer kiemwortje afsterft & enkel zijwortels gevormd worden (monocotylen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vezelwortelstengel

A

Wanneer hoofd-en zijwortels draadvormig zijn & even dik zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Adventiefwortel

A

Bijwortel, ontstaat op ander plantendeel zoals stengel of blad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lenticellen

A

Gaatje in bast van boom of andere plant gevuld met kurkachtige massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Knopschubben

A

Schubben die knop bedekken & voor bescherming zorgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bladlitteken

A

Plaats op stengel waar vorige blad is afgevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ringlitteken

A

Plaats op stengel waar vorig jaar eindknop zat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uitloper

A

Kruipende stengel met op bijwortels vorming gvan nieuwe planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Apicale dominantie

A

Fenomeen dat apex (=top van plant) sterker uitgroeit dan zijtakken v.d plant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Spruit

A

Jonge scheut of nieuwe stengel met bladeren of bloemen en enkelbladeren bij grassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Twijg

A

Buigzame dunne tak van boom of struik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rhizoom

A

Ondergrondse, meestal horizontaal lopende, al of niet opgezwollen stengel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rhizoom

Synoniem

A

Wortelstok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Internodium

A

Stuk stengel tss 2 knoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Internodium

Synoniem

A

Stengellid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Zittend blad

A

Blad zonder bladsteel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bladpolymorifsme

A

Verschillende bladvormen komen voor op eenzelfde plant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wortelrozet

Kenmerken

A
  • bladeren zitten zeer kort elkaar
  • internodiën zeer kort
  • bladstand verspreid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hydrotropie

A

Neiging van wortels om naar bron van water toe te groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Heliotropie

A

Neiging van plant of bloem om dagelijkse beweging v.d zon te volgen

22
Q

Bladskelet

A

Overblijvende nervatuur na bladval die stevigheid aan blad geeft

23
Q

Sepalen

Synoniem

A

Kelkbladeren

24
Q

Petalen

Synoniem

A

Kroonbladeren

25
Q

Spoor

bij bloemen

A

Holle uitstulping aan voet van kroon- of kelkblad die vaak nectar bevat

26
Q

Honingmerk

A

Wegwijzers naar honingklier voor bestuivend insect vb. strepen, vlekken, verkleuringen op bloemblaadjes

27
Q

Honingklier

Synoniem (2)

A

Nectarklier/nectarium

28
Q

Honingklier

A

Groef of schubje in bloem dat vaak onderaan kroonblad nectar afscheidt

29
Q

Bijkroon

A

Wanneer kroonblaadjes omgevormd zijn tot felgekleurde kokervormige uitgroeisels

30
Q

Bloemdek

A

Geheel v. bloembekleedsel als er geen duidelijk verschil tss kroon & kelk zichtbaar is

31
Q

Placentatie

A

Plaatsting v.d zaadlijsten in vruchtbeginsel

32
Q

Zaadlijst

A

Delen van vruchtbeginsel waaraan zaadknoppen zijn gehecht

33
Q

Zaadknop

Synoniem

A

Zaadbeginsel

34
Q

Zaadknop

A

Plantendeel dat na bevruchting uitgroeit tot een zaad

35
Q

Steriele bloem

Synoniem

A

Lokbloem

36
Q

Steriele bloem

A

Bloem zonder vruchtbare meeldraad & vruchtbare stamper

37
Q

Naakte bloem

A

Bloem zonder bloembekleding of zonder kelk-en kroonbladeren

38
Q

Heterostylie

Synoniem

A

Ongelijkstijligheid

39
Q

Heterostylie

A

Bloem heeft stijlen met verschillende lengtes

40
Q

Pollinium

A

Klompje samengekleefd stuifmeel

41
Q

Partenocarpie

A

Vruchtvorming zonder voorafgaande bestuiving & bevruchting

42
Q

Endosperm

Synoniem

A

Kiemwit

43
Q

Endosperm

A

Zaadkern met reservevoedsel

44
Q

Hypocotyl

A

Stengeldeel v.d kiemplant tss wortelaanzet & zaadlobben

45
Q

Epicotyl

A

Stengeldeel v.d kiemplant tss zaadlobben & echte bladeren

46
Q

Radicula

Synoniem

A

Kiemworteltje

47
Q

Radicula

A

Onderdeel v.d kiem waaruit hoofdwortel ontstaan

48
Q

Poortje

A

Porie langswaar stuifmeelbuis zaadknop is binnengedrongen & waardoor na kieming water naar binnen kan

49
Q

Naveltje

A

Litteken v.d zaadlijst

50
Q

Diaspore

A

Plantendeel dat zich verplaatst ten behoeve van voortplanting