Hfst 8: morfologie - termen Flashcards
Allorhize wortelstengels
Betekenis
Wanneer het kiemworteltje uitgroeit tot hoofdwortel met zijwortel (dicotylen)
Homorhize wortelstengels
Betekenis
Wanneer kiemwortje afsterft & enkel zijwortels gevormd worden (monocotylen)
Vezelwortelstengel
Wanneer hoofd-en zijwortels draadvormig zijn & even dik zijn
Adventiefwortel
Bijwortel, ontstaat op ander plantendeel zoals stengel of blad
Lenticellen
Gaatje in bast van boom of andere plant gevuld met kurkachtige massa
Knopschubben
Schubben die knop bedekken & voor bescherming zorgt
Bladlitteken
Plaats op stengel waar vorige blad is afgevallen
Ringlitteken
Plaats op stengel waar vorig jaar eindknop zat
Uitloper
Kruipende stengel met op bijwortels vorming gvan nieuwe planten
Apicale dominantie
Fenomeen dat apex (=top van plant) sterker uitgroeit dan zijtakken v.d plant
Spruit
Jonge scheut of nieuwe stengel met bladeren of bloemen en enkelbladeren bij grassen
Twijg
Buigzame dunne tak van boom of struik
Rhizoom
Ondergrondse, meestal horizontaal lopende, al of niet opgezwollen stengel
Rhizoom
Synoniem
Wortelstok
Internodium
Stuk stengel tss 2 knoppen
Internodium
Synoniem
Stengellid
Zittend blad
Blad zonder bladsteel
Bladpolymorifsme
Verschillende bladvormen komen voor op eenzelfde plant
Wortelrozet
Kenmerken
- bladeren zitten zeer kort elkaar
- internodiën zeer kort
- bladstand verspreid
Hydrotropie
Neiging van wortels om naar bron van water toe te groeien