Hfst 2 - vragen Flashcards
Evolutie is drieledig. Dit kunnen illustreren
a. Soorten ontstaan, soorten veranderen/evolueren en soorten verdwijnen
Kunnen weergeven waarom het creationisme, het fixisme en de catastrofentheorie niet aanvaardbaar is.
a. Koolstofmethode voor ouderdomsbepaling
b. Terugvinden van fossielen
Kunnen weergeven dat evolutie gepaard gaat met variatie in erfelijke eigenschappen.
Enkel door variatie in het erfelijk materiaal, kunnen er nieuwe soorten ontstaan of soorten evolueren.
Kunnen weergeven dat evolutie gepaard gaat met een natuurlijke selectie.
De individuen die het best aangepast zijn aan het milieu waarin ze leven, overleven. Als elk individu zou overleven, zouden er veel te veel individuen zijn. Hierdoor blijven ook enkel de beste genen over binnen een bepaalde soort.
Kunnen weergeven dat evolutie gepaard gaat met het ontstaan van nieuwe soorten.
Eens een bepaald individue van een bepaalde soort zo geëvolueerd is dat het anders is dan zijn origine, ontstaan er nieuwe soorten.
De Darwinvinken: weten hoe deze zijn ontstaan
Door ecologische isolatie en geografische isolatie zijn de darwinvinken ontstaan.
Doordat verschillende vinken in verschillende omgeving leven, moesten ze zich aanpassen aan de omgeving en het beschikbare voedsel. Hierdoor kregen de Darwin vinken bijvoorbeeld een andere vorm snavel. Uiteindelijk kunnen de originele vinken niet meer onderling met elkaar paren waardoor ze enkel paren met de vinken die ze op het eiland vinden. Hierdoor zijn de verschillende soorten ontstaan.
Betekenis kunnen geven aan geografische isolatie + hier telkens een voorbeeld van kunnen geven
populatie wordt gescheiden door een rivier, bergen of zeeën vb. de darwinvinken zijn gescheiden door de eilanden waarop ze leven
Betekenis kunnen geven aan ecologische isolatie + hier telkens een voorbeeld van kunnen geven
populatie leeft in dezelfde geografische zone maar leven in verschillende habitats (vb. grasland en bos) vb. tijger en leeuw leven beiden in hetzelfde gebied maar de tijger verkiest het woud en de leeuw het grasland. Hierdoor komen ze elkaar nooit/weinig tegen.
Betekenis kunnen geven aan seizoensisolatie + hier telkens een voorbeeld van kunnen geven
populatie plant zich voort in een ander periode (ander seizoen of andere tijdstip) vb. de bloesems zijn er enkel in de lente, de krokus bloeit vanaf februari, …
Betekenis kunnen geven aan gedragsisolatie + hier telkens een voorbeeld van kunnen geven
- meestal te maken met paringsgedrag
- populatie wordt gescheiden door ander (parings)gedrag vb. mannelijke vuurvliegjes geven specifieke signalen af om een vrouwtje aan te trekken. De vrouwtjes reageren enkel op het specifiek patroon van de mannetjes van hun soort.
Kunnen aantonen dat een dichotome indeling van levende wezens in planten en dieren eerder beperkt is. En dit ook kunnen illustreren aan de hand van voorbeelden.
a. Euglena: eencellig, chloroplasten en zweepharen is dit een dier of een wier?
b. Bacterie: geen celkern en DNA los in celplasma plant of dier?
c. Schimmel: celwand, geen chloroplasten, voortplanting met sporen plant of dier?
Kenmerken kunnen geven van monera
i. Eencellig
ii. Prokaryoot
iii. Heterotroof of autotroof
iv. Bacteriën & blauwwieren
Kenmerken kunnen geven van protista
i. Eukaryoot
ii. Eencellig
iii. Fytoprotisten
iv. Zoo-protisten
Kenmerken kunnen geven van plantae
i. Eukaryoot
ii. Meercellig
iii. Celwand
iv. Gedifferentieerde organen
v. Autotrofe voedingswijze
vi. Indeling volgens morfologie, anatomie en wijze van voortplanting
Kenmerken kunnen geven van animalia
i. Eukaryoot
ii. Meercellig
iii. Geen celwand, wel plasmamembraan
iv. Heterotrofe levenswijze
v. Interne vertering van VS