Hfst 6: Cytologie - termen Flashcards
Cytologie
synoniem
Celleer
Histologie
Weefselleer
Chromoplast
Kleurstofkorrels in planten
Chloroplasten
Bladgroenkorrels, plaats waar FS voorkomt
Leukoplast
Kleurloze korrels in planten. Kunnen zich ontwikkelen tot chromoplasten, chloroplasten of zetmeelkorrels
Biologische eenheidsmembraan
Buitenste begrenzing van de cel en alle organellen.
Diffusie
Verplaatsing van opgeloste stoffen vanaf een plaats met een hoge concentratie naar plaatsen met lage concentratie van die stof.
Osmose
Diffusie van water door selectief permeabel membraan. Stroomt van hypotoon gebied (lage concentratie opgeloste stoffen) naar hypertoon gebied (hoge concentratie opgeloste stoffen).
Hierdoor daalt de osmotische waarde en is de stoffenconcentratie terug in evenwicht.
Plasmodesmata
Open kanaaltjes in een plantencelwand die het cytosol van twee aanliggende cellen verbinden.
Apoplastisch transport
Transport in de intercellulaire ruimtes, dus buiten de levende cellen.
Symplastisch transport
Transport binnen de cel en van cel tot cel via plasmodesmata
Turgordruk
Druk op de celwand die ontstaat door wateropname. Tugor geeft stevigheid aan de cel.
def
Vesikel
Organel van een cel. Klein blaasje dat stoffen bevat en omgeven is door een membraan.
r-RNA
betekenis afkorting + belang
ribosonaal RNA: onderdeel van een ribosoom & van belang bij eiwitsynthese
m-RNA
betekenis afkorting + belang
Messenger-RNA: beschikt boodschap voor ribosomen voor productie van eiwitten