Hfst 10: voortplanting - termen Flashcards

1
Q

Helicase

A

Enzym dat een streng DNA kan ontdubbelen –> behoort tot DNA-replicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

DNA-polymerase

A

Enzym dat streng DNA kan kopiëren –> behoort tot DNA-replicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Apoptose

A

Geprogrammeerde/actieve celdood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Chromatinevezel

A

DNA-molecule dat opgerold zit rond een eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mitose

Synoniem

A

Kerndeling

Synoniem

Bij alle cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cytokinese

A

Deling van het cytoplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Centromeer

A

Plaats waar 2 dochterchromosomen aan elkaar hangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ploïdie

A

Het aantal paren aan chromosomen in een eukaryotisch organisme

vb. kat heeft 19 paren aan chromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Meiose

Synoniem

A

Reductiedeling

Synoniem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Crossing over

A

Verschijnsel waarbij 2 homologe chromosomen tijdens de meisose delen uitwisselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Haplont organisme

A

Eukaryotisch organisme met enkel een haploïde generatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diplont organisme

A

Eukaryotisch organisme waarbij enkel de gameten haploïd zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Diplohaplont

A

Eukaryotisch organisme met een afwisseling tussen haploïde en diploïde generatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zygotische meiose

A

Verschijnsel waarbij meiose gebeurt na vorming van zygote –> nakomelingen zijn haploïd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gametische meisose

A

Verschijnsel waarbij meiose gebeurt na vorming van gameten –> nakomelingen zijn diploïd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sporofytische meiose

A

Verschijnsel waarbij meiose gebeurt tijdens de fase van de sporofyt = tijdens vorming van haploïde sporen

17
Q

Generatiewisseling

A

Overgang van sporofytfase naar gametofytfase & omgekeerd

18
Q

Isomorfe generatiewissel

A

Gametofyt en sporofyt zien er hetzelfde uit

19
Q

Heteromorfe generatiewissel

A

Gametofyt en sporofyt zien er verschillend uit

20
Q

Syngamie

A

Versmelting van 2 gameten

21
Q

Karyogamie

A

Versmelting van 2 celkernen

22
Q

Celcyclus

Definitie (kort)

A

Cyclus die doorlopen wordt met als einddoel een celdeling

23
Q

DNA

Betekenis afkorting

A

Desoxyribonucleïnezuur
(desoxyi-ribo-nucleinezuur)