Hemostase Flashcards
Hemostase functie
Het stoppen van een bloeding zodra verwonding optreedt.
Hemostase proces
Schade aan bloedvatwand –> vasoconstrictie in de capillairen –> adhesie van bloedplaatjes + aggregatie (aan elkaar kleven) –> stollingsfactoren worden gerekruteerd en fibrine gevormd zodat de plaque niet zomaar losschiet.
Vaatwand uiterlijk+functie
Opgebouwd uit endotheelcellen die de scheiding tussen het circulerende bloed en de rest (collageen) van de vaatwand zijn.
Endotheel heeft een anticoagulante en een procoagulante rol.
Anticoagulante rol endotheel
Bloedstolling remmende factoren. Barrièrefunctie en productie van trmbomoduline en TFPI bijvoorbeeld (stollingsremmers).
Procoagulante rol endotheel
Secretie van von Willebrand factor, dus bloedstolling bevorderende factoren.
Primaire hemostase
Bloedplaatjes hechten aan collageen met de von Willenbrand factor. Hiermee hechten ze ook een beetje aan elkaar, maar voornamelijk collageen.
Secundaire hemostase
Versteviging van de trombocyt plaque door fibrine draadvorming. In dit netwerk zitten ook wat leukocyten. Vervolgens is er weer afbraak van fibrine door fibrinolyse.
Secundaire hemostase wordt gestart door TF (tissue factor).
Stollingsfactoren
Aangemaakt in de lever.
Vitamine K afhankelijk: II, VII,IX,X, proteïne S en C.
PT meting
Stollingstijd gemeten vanaf het moment dat de tissue factor wordt geactiveerd.
Dit volgt de horizontale lijn met voornamelijk alle vit K afhankelijke factoren en thrombine.
APPT
De cirkelrouten met actoren VIII en IX. Dit is een goede maat voor heparine.
TFPI, TAFI, antithrombine, APC + prot S loops
Vormen een controlesysteem op de TF productie en Fibrinolyse, aangezien beide fibrine produceren.
Maar alle factoren kunnen stimulerend of inhiberend zijn.
alfa-tubuline
Terug te vinden op de rand van een bloedplaatje. In kaart gebracht met hoge resolutie microscopie.
Von Willebrand factor
Opgeslagen in het endotheel, komt vrij bij beschadiging. Het zorgt dan voor adhesie en aggregatie van bloedplaatjes. Het is een dragereiwit voor FVIII. Maar het zit ook al opgeslagen binnenin de bloedplaatjes, en kan waarschijnlijk worden vrijgemaakt om de hemostase te bevorderen. Er is ook altijd een klein beetje in het bloed te vinden, want er is altijd wel ergens schade.
Fibrinolyse
Treedt op tijdens de secundaire hemostase om het stolsel beperkt te houden.
Plasmine wordt geactiveerd door o.a. factor XI en XII en dat knipt fibrine kapot. Dit wordt geremd door TAFI.
Fibrine
Hebben bloedplaatjes nodig voor versterkte hechting aan elkaar (secundaire hemostase).