Ag-Specifieke receptoren Flashcards
B-cellen
Gevormd in het beenmerg en rijpen hier uit. In dit proces wordt een receptor gevormd waarmee ze uiteindelijk in de periferie antigenen kunnen gaan herkennen en bij kunnen dragen aan de humorale respons door het vormen van plasmacellen.
Antistoffen
Als het ware uitgescheiden B-cel receptoren.
Binden aan antigenen.
T-cellen
Ontstaan in het beenmerg, maar rijpen verder uit in de thymus.
Vanuit daar worden ze gedifferentieerd naar Th-cellen, Tc-cellen en Tm-cellen.
Deze dragen bij aan de cellulaire respons om vervolgens microben of virus geïnfecteerde cellen te doden.
Antigeenreceptor/ antistof opbouw
Minimaal 2 verschillende soorten ketens: zwaar en licht.
+2 identieke Ig zware ketens (IgH) – Isotypen IgM, IgD, IgA, IgE, IgG
+2 identieke Ig lichte ketens (IgL) – van het Igk of Igd isotype.
Alle ketens hebben een deel dat voor elke immunoglobuline of t-cel constant is.
Aan de buitenkant van de moleculen vind je de variabele domeinen, die zorgen voor de antigeen-specificiteit.
Receptormoleculen hebben aan hun uiteinde 3 CDR’s per keten.
–> 2 bindingsplaatsen op een antistof = hypervariabele regio’s –> 6 plaatsen totaal.
Complementarity Determining Region (CDR)
‘Lusjes’ aan de uiteindes van receptormoleculen die bepalen welke moleculen kunnen worden gebonden. 3 per keten.
VDJ genen coderen voor CDR’s.
VDJ recombinatie
DNA herschikking die alleen voorkomt bij B- en T-cel receptoren.
Zorgt voor de unieke variatie in de variabele domeinen van de receptoren.
-Veel V genen
-Veel D genen
-Een aantal J genen bestaan.
B-cel receptor gencomplexen: VDJ genen
3 verschillende soorten ketens:
-IGH-gen; voor de zware ketens, dus VH DH JH
-IGK en IGL-genen; voor de lichte ketens, dus alleen V en J segmenten, wat ze iets minder divers maakt.
Ze ondergaan in de lymfeklieren nog somatische hypermutaties.
T-cel receptor gencomplexen: VDJ genen
TCRA en TCRD: Het delta gen is binnen het alfa gen gelegen. Op het moment dat TCR-alfa herschikt van een V aan een J gen wordt de delta locus verwijderd.
–> Hierdoor kunnen de alfa-bèta en gamma-delta receptoren nooit tegelijk tot expressie worden gebracht.
TCRG: ook wat simpeler, alleen V en J segmenten.
Hoe wordt er nog een extra laag van diversiteit bereikt?
Knip en plak deleties van een aantal baseparen + willekeurig aantal inserties.
-De CDR3 regio ligt voornamelijk binnen de junctional region van de gen herschikking, en is dus uitermate variabel.
Voorwaarden aan genherschikking
Er moet uiteindelijk wel nog gecodeerd worden voor een eiwit, maar door alle herschikkingen kunnen er dingen gebeuren die je niet wilt.
-Het moet een in-frame en intact eiwit zijn.
Cruciaal hiervoor zijn het begin van het V-gen en het eind van het J-gen, aangezien die de structuur van de antistof bepalen, en de rest alleen maar een lus vormt.
Ook wil je niet dat er door deleties en inserties een stopcodon wordt gevormd.
Het TCR-delta gen
Dit geen gebruikt niet 1 delta gen, maar 2 dus heeft het meer koppeling sites –> grotere diversiteit.
Somatische hypermutaties
Gebeuren alleen bij b-cellen in de lymfeklieren, niet bij t-cellen.
Vinden met name plaats in de CDR’s
–> Nog grotere affiniteit voor bepaalde antigenen.
RSS-sequenties (Recombination Signal Sequences)
Liggen net naast de VDJ-genen.
Kunnen herkend worden door het RAG1/RAG2 complex die een knipje aanbrengen net tussen de RSS en het V/J gen (dubbelstrengs breuk) en die worden vervolgens naar elkaar toegebracht –> VDJ genen komen bij elkaar.
Het is bijvoorbeeld een sterk geconserveerd stukje non-coding DNA met een spacer en dan weer een stukje DNA.
Hierbij worden TRECs gevormd.
RAG
Recombinatie activerende genen
TREC/ TCR signal joint
Een uniek bijproduct (excisie cirkel) die wordt gevorm bij recombinatie van een naïve t-cel receptor.
Het stukje dat overblijft, dus tussen de genen uit wordt gehaald, en een cirkel vormt.
Kan eventueel ook een B-cel excisie receptor zijn.
Worden niet verdubbeld bij cel-duplicatie.
Als er geen TRECs aanwezig zijn geeft dat aan dat er geen T-cellen worden gevormd (immuundeficiëntie).
Welke ziekten zouden kunnen ontstaan als IG en TCR herschikkingen niet goed verlopen?
Immuundeficiënties omdat er echt sprake is van een gemis aan b- of t-cel receptoren.