Hematopoëse + soorten cellen Flashcards
Samenstelling perifeer bloed
Plasma + Erythrocyten + leukocyten + Trombocyten
Plasma samenstelling
92% water + plasmaeiwitten (Albumine, a-, b-, y-globuline, Fibrinogeen gemaakt in lever)+ organische moleculen + zouten (Na, Cl, K).
- Fibrinogeen is een eiwit met een belangrijke rol bij bloedstolling, samen met Trombine.
- Bloedeiwitten worden gescheiden met elektroforese
Bloedeiwit albumine
Universeel transporteiwit. Het vormt de grootste fractie van de bloedeiwitten.
Zorgt voor de kleverigheid van bloed, het stolt bij verhitting.
Bloedeiwitten Globulines
Alfa: Dat zijn o.a. enzym-inhibitoren en transporteiwitten.
Bèta: Dat zijn o.a. transferine, LDL
Gamma: immunoglobulinen. Ze worden uitgescheiden door immuun cellen en spelen een rol in de afweer.
Erythrocyten
Rode bloedcellen. De grootste fractie van de samenstelling. 100-120 dagen.
Geen celkern.
Nemen zuurstof op en af, in uitwisseling met CO2, door gebruik van hemoglobine (ijzerhoudend).
Door de biconcave vorm wordt een maximaal cel oppervlakte bereikt en kan er zoveel mogelijk gas uitgewisseld worden.
Afbraak in milt en lever,
Hemolyse
Het kapot gaan van rode bloedcellen door de hoge druk waarmee ze vervoerd worden, omdat ze kwetsbaarder zijn na vorm verlies. Dit komt voor bij een dysfunctie van de membraanskeleteiwitten als gevolg van een genetische ziekte.
Hematocriet
Het percentage van het totale cel-volume in het bloed.
Serum
Plasma waar de stollingsfactoren uitgehaald zijn, het vloeibare deel van bloed wanneer het bloed gestold is en dan zonder fibrinogeen.
Leukocyten
Witte bloedcellen. Minst frequente cel in perifeer bloed. 7 uur leven.
De oproepkrachten tegen infecties.
In het perifere bloed zijn het vooral neutrofiele granulocyten. Tegen bacteriële infecties zijn deze ook vaak het grootste probleem.
Hoe worden cellen in een reageerbuisje gescheiden?
In het medium Ficoll (suikeroplossing) en dan in de centrifuge. Zo worden cellen op dichtheid gescheiden.
Plasma + Trombocyten komen bovenop.
Witte bloedcellen blijven zweven.
Rode bloedcellen onderaan.
Trombocyten
Bloedplaatjes. 2-4 m groot, leven 8-10 dagen.
Belangrijk bij bloedstolling
Gemaakt vanuit megakaryocyten in het beenmerg (fragmentatie).
Bevatten veel granula.
Bevat een canaliculair systeem wat eiwitten helpt uitscheiden.
Bloedstollingscascade
Bij weefselschade plakken de bloedplaatjes vast aan de bindweefseldraden in de vaatwand. Door weefselfactoren raken ze geactiveerd en veranderen ze door draden te vormen en scheiden stofjes uit (VWF, thromboxanen) die andere bloedplaatjes activeren.
=Plug
Vervolgens wordt protrombine omgezet naar trombine (actief) wat er voor zorgt dat fibrinogeen tot fibrine wordt gemaakt
=Stollingscascade –> Bloedprop.
Hematopoëse
Bloedcelvorming.
Verschuift aan het einde van de foetale periode van de lever naar het beenmerg, wat in bijna alle botten zit maar vooral in het sternum, heupbotten en ribben.
Samenstelling Beenmerg
Bloedvaten (centrale vene, arteriole, veneuze sinusoïde)
Hematopoëtische cellen (voorlopercellen) als grootste fractie.
Thrombopoëse
Het proces van bloedplaatjesvorming vanuit megakaryocyten die worden afgesnoerd en gefragmenteerd.
Bloedplaatjes vind je alleen in het bloed, megakaryocyten alleen in het beenmerg.
Erytropoëse
Proces van rode bloedcelvorming.
Erytroblast (vroege voorloper) –> Normoblast (lijkt al meer) –> reticulocyt (laatste stadium voor erytrocyt) –> erytrocyt.
Zolang deze voorlopers nog aanwezig zijn in het geval van bijvoorbeeld anemie, weet je dat het probleem niet in het beenmerg zit.
Als reticulocyten in grote maten aanwezig zijn in het perifere bloed is he tgeen goed teken, dan is het beenmerg aan het compenseren voor bvb kapot gaande rode bloedcellen door de erytropoëse uit te breiden.
Gereguleerd door erytropoëtine (EPO), gevormd in de nier.
Er zijn vitamine B12, foliumzuur en groeifactoren voor nodig.