HC.3.3 - Patiëntgerichtheid: gedeelde besluitvorming? Flashcards

1
Q

waarom gedeelde besluitvorming?

A
  1. ethiek
  2. praktijkvariatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat heeft ethiek met de gedeelde besluitvorming te maken?

A

gaat over de 4 principes waarbij respect voor autonomie een belangrijke is waar in het begin geen rekening gehouden werd. ‘als je nog geen mammografie hebt laten doen moet je niet alleen je borsten laten nakijken’. dit laat zien dat het niet zo vrijwillig was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat bedoelen we met praktijkvariatie?

A

de zorg is afhankelijk van de behandelaar. als je kijkt naar de operaties voor carpaal tunnel syndroom verschilt dit per regio. dit is niet wenselijk dat het zo afhangt van de behandelaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke 2 onderscheiden werden er gemaakt door Wennberg?

A
  • ‘effective decisions’: er is 1 behandeling die veel beter is en dus overduidelijk
  • ‘preference-sensitive decisions’: wat is de voorkeur van iemand denk aan vroeg stadium prostaatkanker. hierbij kan je active surveillance, radiotherapie, chirurgie doen. de levensverwachting maakt niet uit maar wel de bijwerkingen dus daarom aan de patiënt vragen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het onderscheidend element van shared decision making?

A

uitwisseling van informatie en van behandelvoorkeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarom naar voorkeuren vragen?

A

behandelvoorkeuren van patiënten:
1. lopen uiteen
2. verschillen regelmatig van de voorkeuren van artsen
3. zijn niet goed te voorspellen o.b.v. patiënt kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de 3 poten die belangrijk zijn voor shared decision making?

A
  • dokter
  • best available evidence
  • patients
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de 4 stappen van Stiggelbout?

A
  1. arts/professional informeert patiënt dat beslissing wordt genomen, en dat de mening van de patiënt van belang is
  2. arts legt de behandelopties uit en de voor- en nadelen van de relevante opties
  3. arts en patiënt bespreken de voorkeuren van de patiënt, arts ondersteunt bij de overwegingen van de patiënt
  4. arts en patiënt bespreken in hoeverre patiënt wil worden betrokken bij besluitvorming. het besluit wordt genomen. (ptn kan zeggen ik overzie het niet en de keuze niet maken maar dan moet je wel geinformeerd zijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de voordelen van shared decision making?

A
  • meer kennis
  • meer patiënt tevredenheid
  • betere arts-patiënt verhouding
  • minder herhaalconsulten
  • betere therapietrouw
  • kosten: goed geïnformeerde patiënten neiging tot minder invasieve behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke drempels zijn er voor gedeelde besluitvorming?

A

artsen:
- niet onderkennen van preferentie-sensitieve beslissingen (optie niet behandelen wordt dan bijv niet genoemd)
- bewijs over effecten van behandeling is moeilijk te extraheren, interpreteren, communiceren
patiënten
- minder geletterd zijn
- variatie in de preferentie voor een ril in het beslisproces
praktisch
- logistiek (meer consulten kan dat wel)
- financieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat wordt er vergeten in een normaal consult wat wel bij shared decision making hoort?

A
  1. patiënten zijn zich er niet van bewust dat er een keuze is
  2. patiënten voorkeuren vaak niet nagevraagd
  3. presentatie van behandelopties is niet gebalanceerd (bijwerkingen na keuze noemen, impact van kwaliteit bagatelliseren dus tis maar 1 pil per dag)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gaat er minder goed bij shared decision making?

A
  1. patiënten overweldigen met irrelevante informatie
  2. aanbevelingen doen voordat de doelen van patiënten worden besproken
  3. beslissing geheeld bij de patiënt leggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het verschil tussen biologische en mechanische hartkleppen?

A
  • biologisch = geen bloedverdunning nodig omdat het natuurlijk is. gaat 10-15 jaar mee. jonger wil je dit eigenlijk ook geven omdat je heel secuur met antistolling moet zijn.
  • mechano = gemaakt van C en andere componenten die dus bloedverdunners (coagulantie) nodig hebben. gaat levenslang mee tenzij er infectie op komt. deze maakt ook geluid met elke hartslag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het nadeel van antistolling?

A

bij elk wondje wat je maakt stolt het bijna niet en dit kan enorm beperkend zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly