HC.1.1 - Volksgezondheid I: Hoe gezond is Nederland? Flashcards

1
Q

wat valt onder maatschappelijke verantwoordelijkheid?

A
  • je inzetten voor preventie (‘gezondheidsbevorderaar’)
  • je inzetten voor participatie (‘patiënt ondersteuner’)
  • je inzetten voor veilige, doelmatige, toegankelijke en duurzame zorg (‘kwaliteitsverbeteraar’)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe staat het met de volksgezondheid in Nederland? wat zijn de grootste volksgezondheidsproblemen?

A
  • gedragsfactoren (BRAVO, bewegen, roken, alcohol, voeding en ontspanning)
  • persoonsgebonden (hoge BD, hoge bloedsuikerspiegel, overgewicht, cholesterol en lage botdichtheid)
  • arbeid (stoffen, psychisch en fysiek)
  • milieu (buiten en binnen)

TENTAMEN

hoe groot aandeel in ziektelast hangt af van de prevalentie van de ziekte factor en hoogte van relatief risico (hoe hoog is het risico als je wel of niet rookt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn ziekten met de hoogste incidentie?

A
  1. infectie van bovenste luchtwegen
  2. infectie maag-darmkanaal
  3. infectie onderste luchtwegen
  4. letsel door prive/sportongevallen
  5. influenza
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de ziekte met de hoogste prevalentie?

A
  1. nek- en rugklachten
  2. artrose
  3. angststoornissen
  4. diabetes
  5. visusstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoeveel mensen gaan er jaarlijks dood in Nederland (m/v)?

A

170.000 per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de levensverwachting van Nederlanders bij de geboorte (m/v)

A

170.000 per jaar

de groei komt door migratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoeveel jaren leven Nederlanders in goede resp. minder goede gezondheid (m/v)?

A

man = 80
vrouw = 83
goede gezondheid = 63 jaar
zonder chronische ziekte (- hypertensie) = 46 vs 41
zonder beperkingen (-lichte beperkingen) = 72 vs 70 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de ziekten met de hoogste sterfte?

A
  1. dementie
  2. longkanker
  3. beroerte
  4. coronaire hartziekten
  5. COVID-19
  6. hartfalen
  7. COPD
  8. privé, arbeids- en sportongevallen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom is er oversterfte in Nederland?

A
  • COVID-19
  • vergrijzing
  • effect van uitgestelde zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de DALY? (ziekteast)

A

een internationale methode om gevaren voor de volksgezondheid vast te stellen

DALY = YLL + YLD

  • YLL = years of life lost = verloren levensjaren door sterfte
  • YLD = years lived with disability = verloren gezonde jaren door beperkingen en handicaps
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de top 10 van ziekten in Nederland obv DALY?

A
  1. coronaire hartziekten
    - beroerte
    - DM
    - COPD
    - artrose
    - longkanker
    - letsel door prive, arbeid en sportongevallen
    - dementie
    - nek- en rugklachten
    - angststoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waardoor wordt hoge ziektelast veroorzaakt?

A
  1. hoge incidentie van sterfgevallen
  2. sterfte op relatief jonge leeftijd
  3. hoge prevalentie (incidentie*duur) van beperkingen en handicaps
  4. ernst van beperkingen en handicaps
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de gezondheidsverschillen mbt levensverwachting?

A

de gemiddelde levensverwachting tussen basisonderwijs en hbo + uni is 80 vs 86 resp.
de gezonde levensverwachting is 54 vs 74 jaar resp dit is dus niet acceptabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe doen we het in NL i.t.t. andere landen?

A

mannen doen het iets beter tov gemiddelde vrouwen zitten erop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly