HC.2.1 - Screening in de klinische praktijk Flashcards
wat is screening?
het onderzoeken van een in principe gezonde populatie om asymptomatische gevallen van een ziekte of aandoening op het spoort te komen, in de veronderstelling dat deze aandoening in een vroeg stadium misschien beter te behandelen is. het onderzoek is gericht op het vinden van ziekte, een erfelijke aanleg voor ziekte, of risicofactoren die de kans op ziekte vergroten
aan welke criteria moet screening voldoen?
- bewijs voor de effectiviteit van screening
- voordelen van screening zijn groter dan nadelen
- redelijke balans tussen kosten en netto voordeel van screening
hoe kom je als arts in aanraking met screening?
- als specialist door actieve deelname aan het BVO
- als expert in gezondheidsraad-commissie
- als arts, wanneer patiënten met vragen omtrent bevolkingsonderzoek en uitslag in de spreekkamer komen
- als (bevriend) arts, wanneer patiënten en/of kennissen met vragen over nieuwe ontwikkelingen bij screening komen
- als specialis, wanneer je bepaalde groepen patiënten regelmatige controle aanbiedt om een bepaalde aandoening in een vroeger stadium op te sporen
- als ‘bijvangst’, toevalsbevinding
wat zijn positieve en negatieve aspecten bij deelname aan screening?
positief
- terecht positief
- voorkomen ziekte
- vroeg stadium behandelen
negatief
- complicaties van de test
- stress
- fout positief
- over diagnostiek
- overbehandeling
wat is de wet- en regelgeving omtrent sceening?
algemene wet en regelgeving:
- wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
- wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (wet BIG)
- kwaliteitswet zorginstellingen (KWZ)
wet op het bevolkingsonderzoek
welke vormen van screening zijn volgens de wet op het bevolkingsonderzoek (WBO)?
- bevolkingsonderzoek met ioniserende straling
- bevolkingsonderzoek naar kanker
- bevolkingsonderzoek voor ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is: dan kan je voorbereiden
wat is specificiteit, sensitiviteit, NVW en positief voorspellende waarde?
specificiteit = x op 10 heeft ongunstige uitslag maar zijn niet ziek dus fout positief
sensitiviteit = x op 10 kankers wordt gemist
PVW = slechts x op de 10 mensen met een positieve test heeft kanker
NVW = x op de 100 heeft toch kanker ondanks een negatief test resultaat
welke nieuwe ontwikkeling in screening test is er?
MCED = multi cancer early detection screening. hierbij kan je via bloed kijken of je ergens kanker hebt tot 50 soorten. je wil met screeningstest de prevalentie laten dalen. dit doet deze test niet dus is die dan wel effectief? maar je kan ook hebben dat je de primaire tumor niet kan vinden. sommige kankersoorten zijn in elk stadium slecht te behandelen.
wat mag niet volgens de WBO?
total body scan en DNA-prolifering want te veel nevenbevindingen en
wat is het nadeel van screenen op pancreascarcinoom?
is in ieder stadium een slecht te behandelen ziekte. wat is dan het nut om te vertellen dat je kanker hebt
wat is gek aan de evaluatiecyclus van Barrett slokdarm?
er is geen gerandomiseerd onderzoek gedaan maar we bieden het wel aan. verder komt het ook niet echt met de definitie van screening overeen. het gebeurt vaak niet in gezonde populatie, ze hebben symptomen en in eerder stadium behandelen is ook maar de vraag
waarom is er geen landelijk prostaatonderzoek?
er is sterftereductie maar wel relatief veel overdiagnose en overbehandeling (te grote nadelen)
wat is het verschil tussen bevolkingsonderzoek en screening o.b.v. de wet op het bevolkingsonderzoek?
screening vs WBO
- doelgroep: specifieke risicogroepen of patiënten vs algemene gezonde populatie
- vergunning: niet nodig vs moet aan een van de WBO criteria voldoen
- voorbeeld: screenen op diabetes bij risicogroep vs bevolkingsonderzoek naar borstkanker