HC.2.3 - De eeuw van de sigaret: (gebrek) aan preventie in historisch perspectief Flashcards
wat verandert er in de samenleving vanaf 1900?
- het ontstaan van ‘public health’ als collectieve actie ten aanzien van de gezondheid van populaties
- staatsvorming (er komt politieke organisatie) en economische groei
- schaalvergroting en integratie: van kleinschalige activiteit in ‘hippocratische driehoek’ (patiënt, arts en ziekte) naar ‘systeem van organisaties (wordt vanuit organisatie gestuurd en kijken naar hele populatie)
wanneer werd gezondheid de taak van de overheid?
vanaf de 20ste eeuw ‘the ship of state took health on board’
- staat: gezondheid als publieke verantwoordelijkheid van de overheid & opbouw van infrastructuur volksgezondheid (bestrijding besmettelijke ziekten, jeugdgezondheidszorg, etc.)
- gezondheid: van bestrijding (besmettelijke) ziekten naar gezondheid bevorderen
waarom begint de overheid zich bezig te houden met de gezondheid?
moderne natiestaten (staten of overheden die binnen een landgrens vallen die overeenkomen met de culturele bevolkingsgroep komen op in de eerste wereldoorlog) + volkskracht (je populatie moet fit zijn om te kunnen vechten daarom houd de overheid zich hier mee bezig)
wanneer kwam er aandacht voor zuigelingensterfte?
in de 20ste eeuw want dit is nu een probleem want je wil een gezonde bevolking en hebt iedereen nodig. door politieke overwegingen nam de zuigelingensterfte al snel af en in 1926 kwamen er consultatiebureaus die voor een verdere daling zorgde
waar gaat het model surveillance medicine over?
- surveillance van normale populaties: bevolkingsonderzoek, medische keuring, dienstplicht, etc.
- vroege opsporing al in een fase van latente/asymptomatische ziekte: eerder beginnen met behandelingen en dan dus betere uitkomst
- ziekte is niet alleen biologisch maar ook sociaal door sociaal-economische omstandigheden.
- vanaf 1960 risicofactoren –> o.a. toenemend accent of individuele leefstijlfactoren
wat zijn de kenmerken van het pathologische model?
- denkstijl: nadruk op oorzaken
- ziekte: op basis van symptoom, sign en ilness, 1e en 2e persoonsperspectief
- tijd: heden/ statisch/wat we nu voor ons neus hebben (diagnose): acute ziekte
- plaats: lokalisatie in lichaam: onderliggende lesie of pathofysiologische proces/defect
wat zijn de kenmerken van het surveillance model?
- denkstijl: nadruk op correlaties
- ziekte (risicofactor): statische afwijking binnen (normale!) populatie -> 3e persoonsperspectief
- tijd: toekomst/dynamisch (prognose): chronische ziekte
- plaats: steeds meer ‘los’ van het lichaam
waarom is er een verandering in de rol tussen patiënt en dokter?
disciplinering:
- initiatief bij, sociale controle door, ‘toewijzingsmacht’ van artsen/instanties
- staat-burgers (paternalisme-autonomie, rechten en plichten)
- moreel aspect (‘beschaving’/opvoeding arbeidersklasse)
medicalisering
- pathologisering van het normale (o.a. preventie richt zich op (nog) gezonde mensen!)
- vervanging grenzen ziek-gezond (asymptomatische ziekten)
- risicocultuur: paradox van doing better, feeling worse
niet alleen top-down (overheid is geen octopus die iedereen controleert): wij krijgen met elkaar ook de behoefte om gezond te zijn
waar is het nationaal preventieakkoord op gericht?
sterk gericht op ‘leefstijl’: ROKEN, alcohol, eten/bewegen
waarom werkt het nationaal preventieakkoord niet zo goed als we zouden denken?
- individueel gedrag en verantwoordelijkheden
- moraal: blaming the victim (we moeten niet wijzen naar iemand die achterstandswijk dat hij zichzelf ziek maakt)
- politieke verantwoordelijkheid of paternalisme (moeten mensen het niet zelf weten)
- economsiche belangen
- mn. roken heeft juridische aspecten
- cultuur
op basis van welke onderdelen is gekeken naar de opkomst van roken?
- culture: betekenis die we geven aan roken
- wetenschap: hoe verandert de kennis over roken? hoe komen we tot de conclusie dat het ongezond is?
- politiek
- regulatie: regels, wetgeving
- globalisering: is roken aan landgrenzen gebonden?
door alle 5 delen heen: economische belangen
wat bedoelen we met rokers cultuur?
- begin 20e eeuw totale transformatie van tabakscultuur: miljoenen gewone mensen begonnen te roken. er werden meer sigaretten gemaakt dan er mensen rookten
- the great war: heeft de vraag laten toenemen via reclame. ze gaven soldaten van rode kruis sigaretten in loopgraven en rokers gaven aan niet rokers sigaretetn (patriottic veterans)
- moderne ‘mass marketing’: productiesurplus door het creëren van vraag. hierbij maakten ze het bekend en gingen ze een betekenis van jeugd, aantrekkingskracht, etc. creëren
waardoor werd roken als normaal gezien in de 20e eeuw?
- veel artsen rookten veel sigaretten dit gebruikte ze als reclame en daardoor bedachten mensen niet dat het slecht was
- bijna iedereen rookte: hierdoor krijg je een paradox (omdat zoveel mensen rookten werd het niet meer opgemerkt en sociaal onzichtbaar (je ziet ook niet dat iedereen kleren aan heeft) en dus de waarheid weggedrukt)
wat is de rol van wetenschap bij roken?
- de opkomst van sigaret liet een sterke toename van longkanker zien. het was dus een associatie en niet een causaal verband dat kwam later
- na WOII: epidemiologie van chronische ziekten
wat zijn de tegenkrachten van ongezondheid van roken?
- waarschuwingen tegen roken gezien als ‘conservatief’/’ouderwets’: een goed leven ging met een gezond leven en het was modern
- individuele klinische oordeel vs. collectieve data: dokters zaten in tabakreclames
- bewuste campagnes van machtige tabaksindustrie: manipulatie van wetenschap want zeiden ja het is maar een correlatie en niet een verband