HC.2 - Cyclusstoornissen Flashcards
wat is oligomenorroe
onregelmatige en minder frequente menstruaties
wat is anovulatie
afwezigheid van ovulatie
amenorroe
afwezigheid van menstruaties (> 4 maanden)
menorrhagie ofwel HMB (hevig menstrueel bloedverlies)
regelmatige, maar langdurige en overvloedige menses, tot Hb ondermijnend
metrorrhagie
bloedingen zonder cycluspatroon
dysmenorroe
pijnlijke menstruatie
wat kunnen oorzaken zijn van een cyclusstoornis?
- Organisch: uterus myomatosus, endometrium, stollingstoornis, iatrogeen (hierbij is er variatie in hoeveelheid bloedverlies)
- Regulatie: hormonaal (meestal variatie in cyclusduur)
wat is menarche?
eerste menstruele bloeding ooit
wat is een normale menstruatiecyclus?
- 25 tot 35 dagen
- Menses max 80-120 ml en 3-6 dagen
waar zorgt de LH-piek voor
dat een follikel kan ovuleren
Hoe wordt de cyclus bestuurd?
GnRH (hypothalamus) -> FSH/LH (hypofyse) -> oestrogenen, progrestins, inhibines en activines (ovaria)
oestrogeen, geproduceert door de granulosacellen uit de follikel, zorgt voor de remming van de afgifte van FSH. waar is dit goed voor?
zodat er 1 follikel per cyclus groeit en niet meerdere follikels in 1x groeien
wat gebeurd er bij de ovulatie?
er vindt een eisprong plaats waarna de oocyt (eicel) richting de eileiders gaat
het overgebleven follikel (waar de eicel voorheen in zat) is het corpus luteum.
Corpus luteum heeft LH nodig om progesteron te produceren.
wat doet progesteron?
het intact houden van het endometrium
en voor negatieve feedback
wat gebeurd er als door de negatieve feedback door LH het progesteron daalt?
als progesteron daalt doordat er geen bevruchting plaatsvindt en het corpus luteum ten gronde gaat, wordt het slijmvlies in de baarmoeder afgebroken en vindt menstruatie plaats
hoe dik kan endometrium worden?
tot 12 mm dik
wat gebeurd er met endometrium en progesteron als er wel bevruchting plaatsvindt?
progesteron blijft hoog en het endometrium blijft in tact
wat gebeurd er met oestrogeen en progesteron bij menstruatie?
oestrogeen en progesteron blijven laag waardoor de FSH en LH productie weer op gang komt en de nieuwe cyclus kan beginnen
wat is de essentiele gebeurtenis tijdens de cyclus? waar is het eigenlijk allemaal om bedoeld?
de ovulatie
waar zit aromatase en wat doet het
- kan van orgenen oestrogenen maken
- het zit in vetweefsel
- oestrogenen worden in de bijnier en gonaden gemaakt
Hoe verloopt de negatieve feedback tijdens de cyclus?
Oestrogeen remt FSH
Inhibines remmen
Progesteron remt LH
Hoe kan je de ovulatie aantonen?
Progesteron meten (alleen hoog bij aanwezigheid corpus luteum)
wat zijn oorzaken van oligo/ amenorroe?
7% uterien (baarmoeder)
11% ovarieel (eierstok)
5% hypothalaam
75% endocriene disbalans
Wat vraag je uit tijdens de anamnese bij cyclusstoornissen?
- Begin laatste menstruatie
- Regelmaat: tijd ertussen & duur
- Cyclische veranderingen (mastodynie, stemming, afscheiding)
- Leeftijd
- Gewicht
- Puberteit
- Stress & excercise
- Hirsutisme
- Medicatie
- Ziektes
- Familie
wanneer doe je onderzoek bij amenorroe?
secundaire amenorroe (opeens niet ongesteld maar wel menarche gehad):
- na 3-4 maanden aanleiding voor verder onderzoek
primaire amenorroe
- uitblijven menarche na 14e jaar bij AFWEZIGHEID van groei of ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken
- uitblijven menarche na 16e jaar bij AANWEZIGHEID van groei of ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken
LO bij diagnostiek cyclusstoornissen
anatomie en aanleg (gyneacologisch onderzoek, echoscopie genitalia interna)
ontwikkeling en leeftijd -> tannerstadium (ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken)
lichaamsgewicht
hirsutisme/ huidafwijkingen -> ferrriman-gallewayscore
wat is de WHO classificatie van anovulatie?
WHO I:
- FSH en LH: laag
- estradiol (oestrogeen): laag
- probleem bij hypofyse
- 10%
WHO II:
- FSH en LH: normaal
- oestradiol: normaal
- 80%
- probleem onduidelijk
WHO III
- FSH en LH: hoog
- oestradiol: laag
- probleem eierstokken
- 10%
wat moet je altijd uitsluiten bij anovulatie?
hyperprolactinemie
hypo/hyper thyroidisme
cushing’s syndroom
androgeen secreting neoplasma
hyperprolactinemie is veel voorkomende oorzaak van anovulatie en amenorrhoe. schildklierafwijkingen hebben geen groot aandeel maar zijn makkelijk op te sporen en te behandelen. herstel van deze 2 leidt vrijwel altijd tot cyclysherstel en ovulatie
Welk lab onderzoek doe je bij amenorroe?
FSH
LH
oestradiol
prolactine
op indicatie: androgenen, steroiden, SHGB, TSH/ FT4
benoem kenmerken hyperprolactinaemie?
in 5-30% de oorzaak van oligo-amenorrhoe
op zichzelf heeft het geen gezondheidsrisico
oorzaak is in 75-90% een microadenoom (benigne)
kan ook macro adenoom zijn met serieuze consequenties
symptomen: galactorroe, de tepeluitvloed is waterig, beiderzijds spontaan of bij milde compressie
gezichtsveld: laterale velden beperkt -> ct of mri scan
behandeling: dopamine-agonisten
wat doet prolactine
het op gang brengen van de melkproductie in de borstklieren. een toename van het prolactine verstoort de GnRH-pulsaliteit, door een dopaminerge werking in de hypothalamus. pas bij een sterke verhoging leidt het tot amenorroe en een verlaagd oestrogeen. bij een milde verhoging zal de luteale fase afnemen in duur en wordt de cyclus korter. bij een oestrogene derving krijg je: vagina epitheel atrofie, dyspareunie, osteoporose.
hoe presenteren patienten met WHO I zich?
FSH en LH laag, oestrodiol laag
amenorroe
wat zijn mogelijke oorzakelijke factoren van WHO I?
hypothalamus aanleg/ anatomisch
- trauma, tumor, kallmann syndroom (kom je niet in de puberteit)
hypothalame functiestoornis
- idiopatisch, stress, eetstoornissen, extreme fysieke belasting, gewichtsreductie
hypofyse functiestoornis
- aanleg, tumor
wat zijn short term en long term gevolgen van WHO I?
short term gevolgen: infertiliteit/ anovulatie
long term gevolgen: osteoporose, cardiovasculaire complicaties
behandelingen voor WHO I?
cyclusherstel (OAC= orale anticonceptie of HST= hormoonsubstitutie)
- zorgt ook voor preventie osteoporose en cardiovasculaire complicaties
stress en eetstoonis: psychiater, psycholoog
fertiliteit: herstel ovulatie met GnRH of gonadotrofines
hoe presenteert iemand met WHO II zich?
normoestrogeen en normogonadotroop
oligo- of amenorrhoe
overgewicht
hyperandrogenisme: hirsutisme, acne, virilisatie (= vermannelijking)
polycysteus ovarium syndroom (PCOS)
wat zijn oorzakelijke factoren van WHO II?
multifactorieel
familiair, genetisch
short term en long term gevolgen WHO II?
short term: subfertiliteit/ anovulatie, hyperandrogenisme
long term: type 2 diabetes, endometrium carcinoom, cardiovasculaire aandoeningen, depressiviteit
behandeling WHO II?
overgewicht reduceren
- preventie DM: hart- en vaatziekten
cyclus herstel (OAC)
- vermindering hirsutisme
- preventie endometriumcarcinoom
herstel fertiliteit: ovulatie inductie middels gonadotrofinen, oestradiol-receptor modulatie
hoe presenteert iemand met WHO III zich?
hypo-oestrogeen (oestradiol) en hypergonadotroop (LH, FSH)
amenorrhoe
oorzakelijke factoren WHO III?
natuurlijke veroudering
turner syndroom
iatrogeen ( chemotherapie)
short term en long term gevolgen WHO III?
short term: infertiliteit/ anovulatie
long term: osteoporose, bijnierinsufficientie (autoimmuun polyglandulair syndroom), cardiovasculaire complicaties
behandeling WHO III?
herstel cyclus met HST, evt OAC
- preventie osteoporose: mn in jonge vrouwen die nog geen peak bone density hebben
beperk osteoporose met: oestradiol, biphosphonaat, life style
fertiliteit herstel: IVF, eiceldonatie