HC 3.3 Seks Tijdens Levensloop Flashcards

1
Q

wat is de seksuele levensloop?

A

eerste levensfase: 0-25 jaar
2e: 25-55
3e: > 55 jaar
4e: >75 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem kenmerken van de 1e levensfase

A

0-25 jaar

lichamelijke ontwikkeling
lichaam ontdekken (kijken, voelen, masturbatie)
eerste seksuele ervaring vanaf 12 jaar

50% gebruikt de pil

prepuberale ontwikkeling meer bij jongens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat wordt er ontwikkeld in de 1e levensfase?

A

lichamelijke rijping

genderidentiteit

genderrolgedrag

seksuele orientatie

seksueel gedrag binnen waardensysteem (socialisatie)

integratie seksualiteit in persoonlijkheid en levensstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn voorwaarden voor een gezonde seksuele ontwikkeling?

A

intacte seksuele anatomie/ endocrinologie

intact brein

overeenkomend fenotypisch geslacht en genderidentiteit

affectrijk pedagogisch klimaat

positief voorbeeldgedrag tav relationeel gedrag

positieve boodschappen tav seksualiteit in informeel en formeel curriculum

mogelijkheid tot leeftijdsspecifiek consensueel ‘sexual rehearsel play’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer is gemiddeld de eerste coïtus?

A

18,6 jaar

jonger starten (<14 jaar)–> meer risico (grensoverschrijding, zwangerschap, SOA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kenmerken 2e levensfase

A

25-55 jaar

aangaan langdurende relatie, frequentie seks daalt vaak
werk en carrière

zwangerschap en kinderen
kinderloosheid (gewenst, ongewenst, lege nest)

verandering in de partnerrelatie
2e kans: meeste scheidingen tussen 40-55 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe zit de seksuele relatie met een partner in de 2e levensfase

A

1/20 geen ervaring met partnerseks

75% laatste 6m partnerseks

90% heeft een vaste relatie

seksueel repertoire is gevarieerd en gelijkwaardig
- bv geven en ontvangen manuele of orale stimulatie

5/6 max. 3x per maand partnerseks

motieven voor seks: fysiek, doelgericht, emotioneel, onzekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

seks tijdens zwangerschap verandert. noem kenmerken met betrekking 1e trimester (0-12 weken)
- zin
- coitus frequentie
- fysiologische opwinding
- pijn
- angst

A

zin daalt (fysiek ongemak)

coitusfrequentie daalt

fysiologische opwinding: continu doorbloedingen bekken

pijn:borsten bij opw

angst: miskraam, beschadiging vrucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

seks tijdens zwangerschap verandert. noem kenmerken met betrekking 2e trimester (13-26 weken)
- zin
- coitus frequentie
- fysiologische opwinding
- pijn
- orgasme
- resolutie

A

zin: normaliseert
coitusfrequentie: normaliseert
fysiologische opwinding: continu doorbloedingen bekken
pijn; bij opwinding zonder orgasme
orgasme: makkelijk
resolutie: niet meer volledig, langzamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

seks tijdens zwangerschap verandert. noem kenmerken met betrekking 3e trimester (27-40 weken)
- zin
- coitus frequentie
- pijn
- angst
- orgasme
- algemeen

A

zin: daalt

coitusfrequentie: daalt

pijn: bij orgasme (‘wee’)

angst: veroorzaken bevalling

orgasme: pijn

algemeen: minder sexy , minder aantrekking man, fysiek ongemak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn kenmerken van seks na de partus?
- hoeveel weken na partus is kans infecties

A

tot 3 weken na partus kans op infecties verhoogd

vermoeidheid: hormonale veranderingen, emoties, nachtrust, aandacht baby

lactatie (melkproductie): prolacgineverhoging (ovaria liggen stil)
- weinig oestrogeen: ‘atrofie’
- weinig androgeen: minder zin, minder opwindbaar
- extra vermoeidheid

er is oxytocine vrijgave: bij melk uitstoot kan oxytocine contracties van de uterus veroorzaken (prettig, orgasme, dit is verwarrend)
- stoppen lactatie: binnen 4 weken alles weer als normaal

eerste maanden na partus trager fysiologische seksuele reacties vrouw (vasocongestie =bloedtoevoer geslacht, spiercontracties)

ingang vagina minder strak, minder intense beleving beiden
beschadiging vagina: grotere kans dyspareunie (pijn tijdens seks)

grotere kans op seksuele problemen (zin en seksuele activiteit daalt)

grotere kans op aanpassing: communicatie, gevarieerde repetoire, privé tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kenmerken 3e levensfase

A

55-75 jaar
hormonale veranderingen
overgang, penoauze
verlies van partner
2e kans? nieuwe relatie, anticonceptie, SOA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke rol spelen androgenen bij seksualiteit?

A

bij mannen en vrouwen hebben androgenen een faciliterende rol
- bij seksuele prikkel is er eerder een seksuele betekenis
- testosteron maakt brein en genitale klaar voor seks

laag androgeen: moeilijker, niet mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurd er bij lage androgeen?

A

energie/ vitaliteitsverlies

geen enkel seksueel resultaat ondanks veel stimulatie

stemmingsstoornissen

spierkrachtverlies

minder seksuele haargroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke rol hebben oestrogenen bij seks?

A

kwaliteit van vaginale huid (bij menopauze dus atrofie)

geen invloed lubricatie (duurt wel langer)
- bij voldoende stimulatie+ seksuele opwinding–> voldoende lubricatie en dus geen dyspareunie

oestrogeen maakt lijf klaar voor testosteron
- trofische staat urogenitaal systeem
- effect op stemming
- geen direct effect seksuele responscyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zeg wat over de menopauze en dyspareunie

A

20-30% postmenopauzaal heeft vaginale droogheid

geen verschil in vaginale vasocongestie
- met/ zonder FSAD (moeite bij ervaren van genot) bij adequate seksuele stimulatie

deels hormonaal bepaald (atrofie) en deels opwindingsprobleem (lubricatie)

de oestrogenen compenseren niet langer de gebrekkige opwinding
- gezondheid en huwelijksgeluk zijn betere voorspellers voor opwindingsstoornis

dus: bespreek en behandel het opwindingsprobleem

17
Q

zeg wat over menopauze en seksualiteit

A

opwinding ontwikkelt zich trager
resolutie voltrekt zich ook trager

de minste verandering bij regelmatig doorlopen van seksuele respons
‘ use it or lose it’

advies: meer tijd, meer directe genitale stimulatie, zorgen voor opwinding+ lubricatie

18
Q

wat is FSAD?

A

female sexual arrousal disorder

FSAD groep postmenopauzaal meer genitale responsiviteit

19
Q

zeg wat over zin hebben tijdens de menopauze

A

door verlaging van androgenen minder zin in seks

door verlaging oestrogenen, ook verlaging SHBG (reguleert transport E en T)–> verhoging bio available androgenen–> meer zin in seks

door veranderingen in E–> overgangsklachten –> minder zin in seks

20
Q

zeg wat over mannen en hun penopauze

A

vanaf 50 jaar relatief snelle daling van T

onzekerheid over mannelijkheid

meer tijd en stimulatie nodig tot opwinding, erectie, ejaculatie

kunnen de oorzaak zijn van seksuele disfunctie

refractaire periode wordt langer (tot 24 uur)

21
Q

kenmerken 4e levensfase

A

75 jaar en ouder
gezonder oud(er) worden
dus: meer mogelijkheden

vrijfrequentie neemt af bij het ouder worden
vrijfrequentie bepaald door relatieduur

dus nieuwe relatie–> toename vrijfrequentie

22
Q

wat zijn predictoren seksuele satisfactie bij 4e levensfase?

A

geestelijke en fysieke gezondheid
seksueel actief blijven
positieve attitude tov seksualiteit
hebben van een partner

23
Q

zeg wat overlijden partner in 4e levensfase

A

man overlijdt 5-6 jaar eerder
vrouw trouwt met man 2-3 jaar ouder
gemiddeld overleeft de vrouw haar man 8 jaar

eenzaamheid
rouw
depressie
loyaliteitsconflicten

24
Q

voordelen van ouder worden

A

remmingen verminderen –> toename seksueel plezier

geen prestatie
geen angst zwangerschap
vrijer omgaan met lichaam
meer intimiteit

25
Q

verschillen tussen jong en oud?

A

fysiek ouder worden–> fysieke potentie en frequentie neemt af

seks op jongere leeftijd; vooral fysieke potentie

emotionele rijping–> echte seksuele intimiteit en intensiteit

ouder meer seksuele problemen maar ervaren minder last