HC 2 & 3 Gynaecologische Tumoren Flashcards

1
Q

wat is de incidentie en aantal sterfgevallen van ovariumcarcinoom in NL

A

1500 nieuwe patienten per jaar
1100 sterfgevallen per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn klachten van een ovariumcarcinoom?

A

geen

aspecifiek
- vage gastro-intestinale klachten
- toename van de buikomvang
- mictie of defaecatieproblemen

acute buikpijn door ruptuur van een cyste of steeldraai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

piek-incidentie ovariumcarcinoom

A

65-69 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wie krijgt ovariumcarcinoom?

A

minder ovulaties (hoe minder ovulaties, hoe lager de kans)
- de pil: 30-50% risico reductie indien >3 jaar
- meerdere zwangerschappen

genmutaties (10-15%)
- BRCA1, BRCA2
- Lynch syndroom: MLH1, PMS2, MSH2, MSH6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar let men op bij het echografisch onderzoek bij een ovariumcarcinoom?

A

cysteus (holte gevuld met vocht)/ solide (holte gevuld met weefsel)
- uni- multi loculair
- septae (dikte)

proliferaties
ascites (buikvocht)

dopplermeting
IOTA (international ovarium tumor analysis)
RMI (risk of malignancy index)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

na een echo maak je een CT scan bij een ovariumcarcinoom. je beschrijft dan alle kwadranten. welke kwadranten zijn di.

A

omentum (vetnet)
klieren
kleine bekken
cardiophrenische hoek
lever
longen
etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat vraag je aan bij laboratorium bij iemand met verdenking ovariumvarcinoom?

A

algemeen lab (preoperatief/ voor chemo)

tumormarkers
- CA125
- CEA

A1FP, hcG, LDH (markers bij kiemceltumoren)

inhibine A en B, estradiol, AMH (seks cord stroma celtumoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke histologische types van ovariumcarcinoom zijn er?

A

laaggradig endometrioid
graad 3 endometrioid
clear cell (heldercellig)
sereus ovarium carcinoom
- 80% van de ovariumcarcinomen
- meest agressief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de origine van een ovariumcarcinoom/ waaruit kan het ontstaan?

A

eierstok (ovarium)
eileider (tuba)
buikvlies (extraperitoneaal ovariumcarcinoom)

klinisch is het 1 entiteit en behandel je het ook op dezelfde manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe kan het dat ovariumcarcinomen snel metastaseren?

A

vroege intraperiotoneale metastasering door:
- intraperitoneale lokalisatie van de ovaria
- de exfoliatieve groei
- de versleping van de tumorcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarvan is de prognose van een ovariumca van afhankelijk?

A

prognose is afh van stadium, (radicale) chirurgie, chemotherapie en mutatiestatis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kun je laag stadium ovariumcarcinomen indelen?

A

IA: een eierstok
IB: beide eierstokken
IC: weefsel eromheen
IIA: eileider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn kenmerken van laaggradige ovariumcarcinomen?

A

Meestal toevalbevinding, geen klachten
75 tot 90% genezing
Chirurgische behandeling, stagering en adjuvante chemotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaat een stageringoperatie?

A

cytologie spoelvloeistof of ascites

inspectie en palpatie hele buikholte

uterus en adnex (eileider en eierstokken) extirpatie = verwijderen baarmoeder en adnex

omentectomie (omentum verwijderen)

stageringbiopten

lymfeklierdissecties/ sampling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het doel van een stageringsoperatie?

A

vaststellen of er (microscopische)uitzaaiingen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je hoog stadium ovariumcarcinomen indelen?

A

IIB: Verdere uitbreiding in het kleine bekken
III: Uitbreiding buiten het bekken, of retroperitoneale
klieren.
IIIA1: i en ii, retroperitoneale klieren
IIIA2: microscopische ziekte peritoneaal
IIIB: peritoneale metastase < 2 cm, N0
IIIC: peritoneale metastase > 2 cm of N1
IV: Afstands metastasen inclusief sister Mary Joseph nodule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn prognostische factoren van een ovariumcarcinoom?

A

conditie (karnofsky index)

FIGO stadium

tumorgraad

grootte van de restlaesies na chirurgie

chemotherapie

BRCA status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de behandeling van hoog stadium ovariumcarcinomen?

A

Primair of interval debulking chirurgie (alle laesies < 1 cm of zo veel mogelijk)
6 kuren chemo + PARP remmers
HIPEC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn recentste ontwikkelingen ovariumcarcinoom?

A

parp remmers
targeted therapy
hipec
intraperioneale chemo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is overleving hoog stadium ovariumca?

A

na primaire of interval debulking en chemo
- 75% klinisch complete remissie
- 50-75% krijgt recidief

mediane ziektevrije overleving: 18-24 maanden
mediane overleving: 36-60 maanden

mediane overleving na recidief is ong 2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe verloopt de ontwikkeling van een endometriumcarcinoom?

A

Verstoorde proliferatie -> benigne endometrium hyperplasie -> carcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn risicofactoren voor een endometriumcarcinoom?

A

Hormoongebruik, obesitas, infertiliteit, nullipariteit, late overgang, leeftijd, diabetes, hypertensie, radiotherapie, Lynch syndroom

23
Q

Waaruit bestaat de diagnostiek van het endometriumcarcinoom?

A

Transvaginale echografie, MRI/CT
Biopt (pipelle), hysteroscopie of curretage
CA125
Lynch onderzoek < 70 jaar

23
Q

Hoe kun je het T-stadium van endometriumcarcinomen indelen?

A

T1A: endometrium
T1B: myometrium
T2: cervix
T3A: ovarium
T3B: vagina
T3C: lymfeklieren
T4A: blaas/rectum
T4B: afstandmetastasen

24
Wat is de behandeling van een endometriumcarcinoom?
Chirurgie uterus + adnexa (totaal extirpatie) + Bestraling: lymfeklieren + Chemotherapie: peritoneum + Hormoonbehandeling: laaggradig met hormoonreceptoren
25
Wat zijn kenmerken van een cervixcarcinoom?
Piek incidentie 35 en 65 jaar (50% < 60 jaar) 95% door HPV Bloedverlies, afscheiding en buikpijn
26
welke diagnostiek doe je bij verdenking op een cervixca?
Cytologie/histologie: PAP smear Colposcopie: biopt Lab: SCC, CA125, routine + CT, MRI, PET
27
wat is het doel van een colposcopisch onderzoek?
beoordelen of de weefsel-las zichtbaar is kijken of er afwijkingen zichtbaar zijn bepalen van de plaats van de meest ernstige afwijkingen, waarvan biopt(en)
28
Hoe kun je het T-stadium van cervixcarcinomen indelen?
T1: baarmoedermond -> IA < 3-5 mm diep -> IBI&2: > 5 mm diep en max 2-4 cm -> IB3: > 5 mm diep en > 4 cm T2: beperkt naar schede of parametria T3: onderste 1/3 schede of bekkenwand T4: blaas of rectum
29
Wat is de behandeling van de verschillende stadia cervixcarcinomen?
CIN: LLETZ IA: conus of hysterectomie IB (1&2) en IIA: radicale trachelectomie of hysterectomie + lymfadenectomie IB3: chemoradiatie, hyperthermie
30
wat is CIN?
CIN II en III zijn voorstadia van cervixcarcinoom
31
Wat zijn uterus sparende behandelingen van cervixcarcinomen?
trachelectomie na pelviene klierdissectie - verwijderen cervix met parametria - uterus zelf blijft in situ indicatie - sterke kinderwens contra - tumor> 2cm - technisch onmogelijk
32
Wat zijn bijwerkingen van radiotherapie?
Acuut: frequentere aandrang ontlasting, diarree, krampen, frequentere mictie, branderigheid, huidreactie, mucositis, haaruitval lokaal, vermoeidheid Laat: ovariële dysfunctie (substitutie!), darmschade, ileitis terminalis, stricturen, proctitis, blaasschade: urgency, hematurie, fistel, necrose, vermoeidheid, osteoradionecrose sacrum
33
wat is een wertheim operatie?
Radicale hysterectomie of Wertheim-operatie: uitgebreide operatie waarbij de baarmoeder, een stukje van de vagina en de bindweefselbanden van de baarmoeder worden verwijdert. Hierbij doet de arts ook altijd een lymfeklierdissectie.
34
wat is de behandeling van een cervixca in een hoger stadia?
in en uitwendige radiotherapie in combinatie met chemotherapie (chemoradiatie) of diepe hyperthermie soms inductie na chemotherapie
35
wat is het doelgebied en dosis van uitwendige radiotherapie?
doelgebied: - uterus en cervix - bovenste 2/3 vagina, parametria - bekken klieren: iliacaal en obturator loge - eventueel liezen en para-aorale klieren dosis: - 45-50 Gy in 23-28 fracties van 1,8 tpt 2Gy
36
Welke cervixcarcinomen komen het meest voor?
Plaveiselcel (ectocervix): 80% Adenocarcinoom (endocervix): 15%
37
wat is inwendige radiotherapie en de dosis ervan?
combinatie van intra-uteriene katheter en tweetal ovoiden (fletcher-suit) spinaal/ epiduraal anaesthesie dosis: 3x7 Gy in laatste weken van de uitwendige bestraling (overall treatment time niet> 7 wkn)
38
wat kan je toevoegen aan RT?
chemotherapie (wekelijks cisplatin) hyperthermie vanaf stadium IIIb inductiechemotherapie gevolgd door RTH met hyperthermie bij bulky tumor of para-aortale klieren
39
Hoe heet de overgang in de cervix?
Transformatiezone met squamocolumnar junction (SCJ)
40
Wat is het ectropion?
Cilinderepitheel op ectocervix in fertiele fase
41
Wat zijn indicaties voor een uitstrijkje?
Bevolkingsonderzoek Onregelmatig/post coïtaal bloedverlies
42
Wat zijn kenmerken van HPV?
80% life time risk 8/10 binnen 2 jaar geklaard Type 16 & 18 meest gevaarlijk Voorkomt apoptose bij DNA schade
43
Wat zijn risicofactoren voor een cervixcarcinoom tgv HPV?
Roken, meerdere partners, falend immuunsysteem, laag socioeconomische status
44
Hoe werkt het bevolkingsonderzoek?
30 tot 60 jaar: eerst elke 5 jaar daarna 10 jaar - HPV screening - Cytologie (PAP smear) bij positief HPV - Doorverwijzen bij PAP 2 of hoger - Herhalen na 6 maanden bij PAP 1
45
Hoe ziet de PAP smear indeling eruit?
Pap. 0 niet te beoordelen, Pap. 1 Normaal cel beeld Pap. 2 Kleine cel afwijkingen Pap. 3A1 Geringe cel afwijkingen (CIN 1) Pap. 3A2 Matige cel afwijkingen (CIN 2) Pap. 3B Ernstige cel afwijkingen (CIN 3) Pap. 4 Carcinoma in situ (CIS) Pap. 5 Kankercellen
46
Wat is de KOPAC codering?
Kompositie, ontstekingsverschijnselen, plaveiselcelepitheel, andere afwijkingen en cilinderepitheel
47
Wat doe je bij een coloscopie?
Beoordelen/biopteren SCJ en transformatiezone + Azijnzuur en lugol kleuring
48
Hoe verlopen CIN 1 & 2?
CIN 1: 70% regressie binnen 2 jaar CIN 2: 50-70% regressie
49
Wanneer behandel je een CIN?
CIN III CIN II met voltooide kinderwens Persisterende (> 2 jaar) infectie
50
Wat zijn behandelingen voor CIN cervixcarcinomen?
LLETZ, cryocoagulatie, laser, conisatie + imiquimod of vaccinatie
51
Wat is het doel van HPV vaccinaties?
Primaire preventie, omdat condooms slechts deels beschermen -> 90% vaccinatie, 70% BVO en 90% behandeling
52
Wat zijn lange termijn complicaties van een conisatie?
Verlittekening Moeizamere afvoer van menstruatiebloed uitend in buikpijnklachten Verminderde aanmaak cervixslijm, grotere kans op infectie en vroegtijdig breken van vliezen Aantasting van de sluitfunctie van de baarmoederhals: vroeggeboorte