HC 8: PP - blues, depressie, angst, deel 5/7 Flashcards

1
Q

Wanneer is er een verhoogde prevalentie van angststoornissen?

A

In de perinatale periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5 soorten angststoornissen

A
  • Paniekstoornis
  • Gegeneraliseerde angststoornis
  • Obsessieve-compulsieve stoornis
  • Post-traumatische stress stoornis
  • Tokofobie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zijn mannen of vrouwen meer kwetsbaar voor angststoornissen?

A

Vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar kunnen er specifiek angsten over bestaan?

A

Zwangerschapsspecifieke angsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan een paniekstoornis omschreven kunnen worden?

A

Plots voorkomen van paniekaanvallen én de angstige anticipatie hierop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke symptomen omvat een paniekstoornis/paniek aanval?

A
  • Zweten
  • Hartkloppingen
  • Hyperventilatie
  • Opstijgende warmte
  • Tintelingen en somatische gewaarwording
  • Angstaanjagende gedachten
  • Derealisatie en depersonalisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar heeft een paniekstoornis vaak co-morbiditeit mee?

A

Depressie tijdens de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf gegeneraliseerde angststoornis

A

Langdurige angst met bijkomende ongemakken (misselijkheid, lichamelijke pre-occupaties etc) gedurende meer dan 6 mnd

DMS-IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf obsessief-compulsieve stoornis

A

Voorkomen van dwanghandelingen of dwanggedachten die dermate hinderend zijn dat ze tijd, spanning of andere problemen veroorzaken.
Wordt als Ego-dystoon ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef een voorbeeld van dwanghandelingen en dwanggedachten

A
  • Rituelen, wassen, checken, opsommen, symmetrie, cijfers etc
  • Intrusties rond agressiviteit, seksualiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer is de prevalentie van OCS verhoogd/

A

In post-partum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat maakt dat de prevalentie OCS in post-partum hoger is?

A

gevoel van controle willen behouden binnen een situatie die je eigenlijk helemaal niet kan controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly