HC 6: Abortus, deel 8/9 Flashcards

1
Q

Hoe kijkt Merleau Ponty naar lichaam?

A

het lichaam staat centraal: een lichaam hebben vs een lichaam zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zeggen Körper en Leib over het lichaam?

A

Lichaam als object (Körper: het fysieke lichaam) vs Lichaam als subject (Leib, hetgeen wat geleefd wordt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent ‘lichaam als nul-punt in de wereld’?

A

Het lichaam als startpunt, vanwaaruit ik doe en voel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke manier is het subject-lichaam aanwezig?

A

Als achtergrond, ongemerkt, impliciet (tijdens wandelen, lezen, zien, praten etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er wanneer er expliciet aandacht wordt gelegd op het lichaam?

A

Subject-lichaam wordt object-lichaam (opeens ben je je bewust van je neus als je verkouden bent en je kan niet meer ademen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vanuit welke perspectieven hebben we de mogelijkheid om ons lichaam te beleven?

A

1 persoons perspectief en 3 persoons perspectief (ik en ‘Sanne’)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly