HC 10: perinatale sterfte, deel 6/9 Flashcards

1
Q

4 aspecten van hoe vroeger met overleden foetus/kind werd omgegaan

A
  • Geen ceremonie, afscheid, anoniem
  • Lichaam werd verwijderd
  • Kalmeringsmiddelen voor moeder, ervaring vergeten, afvlakken
  • Snel een volgende zwangerschap aanraden

Zo weinig mogelijk contact met overleden kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt er vandaag met overleden foetus/kind om gegaan?

A

Leven én dood worden echt
Eerder het delen van ervaring vs afvlakken/vermijden
Net wél contact gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 klassieke psychoanalytische perspectieven op perinatale sterfte/rouw

A
  1. Geen rouw want foetus is nog geen object (Deutsch)
  2. Perinataal verlies raakt aan penisnijd (Freud)
  3. Perinatale sterfte als resultaat van onbewuste conflicten moederschap (Deutsch)
  4. Schuld als gevolg van onbewuste agressie en ambivalentie (Freud)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf ‘object’

A

Object wordt vaak gebruikt voor het woord ‘persoon’, ‘de ander’. Het vinden van een object is eigenlijk een terugvinden. In en door middel van het object tracht de drift zijn doet te bereiken, dat wil zeggen, een bepaald type bevrediging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zei Deutch in eerste instantie over ‘geen rouw want foetus is nog geen object’, klassieke benadering 1?

A
  • Foetus is nog geen object van moeder-liefde
  • Kind is nog een fantasie, product van moeders psyche
  • Gezonde zwangeren: vaak nog-niet-liefhebben van de foetus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt ‘kind is nog een fantasie, product van omeders psyche’ geïnterpreteerd?

A

Dat het verlies enkel frustratie over een wens betekent, geen écht verlies van object

(Dit is in de tijd vóór echografie meen ik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan als tegenargument gegeven worden bij ‘gezonde zwangeren: vaak nog-niet-liefhebben vd foetus’?

A

Ambivalentie want er zijn een veelheid aan ervaringen ->
Groeit met toename contact en eigenheid foetus (beweging, ritme)
Vooral laatste trimester voor moeder én vader (‘mag ik eens voelen’)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gaf Deutsch later zelf als tegenargument op de klassieke benadering (van haarzelf) ‘geen rouw want foetus is nog geen object’?

A
  • Ouderlijke voorstelling vd foetus
  • Temperament, persoonlijkheid (vh kind, v.a. 6 mnd zwangerschap)
  • Pre-natale hechting
  • Het kind is er al: beweging, voelbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan volgens Deutsch helpen om al een band te creëeren met het kind voor de geboorte?

A

Verschijnen vd foetus: kinesthetisch én visueel (echo)

Miss dat later indd echo mogelijk werd en ze daarom tegenargument gaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar had Deutsch wel oog voor?

‘De realiteit gemist, maar wel oog voor…’

A

Vroege oeidipale conflicten, genderidentiteit, ambivalentie, herleven van eigen ouderlijke banden en verlangens én mogelijkheid hierdoor te groeien in zwangerschap/ouderschap; omnipotentie en nodig narcisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly