HC 4: Kinderwens - infertiliteit, deel 10/15 Flashcards
Wat is het narrative self?
Het verhaal dat wij over onszelf vertellen én over ons verteld wordt
Wat heeft allemaal betrekking op ons narratieve zelf m.b.t. voortplanting?
Alle bewuste en onbewuste, fantasmatische en historische, cognitieve en emotionele factoren dragen bij aan dit verhaal
Welke 3 verschillende aspecten op ouder-worden (niet ouder als in leeftijd maar ouder als in mama/papa)
- Narratief, overtuigingen, beschrijvingen
- Beelden (op vakantie gaan als gezin etc)
- In bepaalde fases vh leven voor iedereen op voor- of achtergrond?
(Je vertelt jezelf een verhaal over jouzelf als ouder, je beeldt je dat in, en in sommige fases meer op de voor- en soms meer op de achtergrond)
Wat is kenmerkend aan dit verhaal?
Het is niet vaststaand: in beweging, veranderlijk en aanpasbaar
(Kans voor nieuwe narratieven van voortplanting)
Op welke manier verandert de controle m.b.t. vruchtbaarheid?
Van controle over niet-zwanger HOEVEN worden (met anticonceptie) naar geen controle over niet-zwanger KUNNEN worden (controle-verlies).
Wat houdt ‘meritocratie’ in?
Hoort bij: controle-verlies, infertiliteit
Weinig is onbereikbaar als je er hard genoeg voor werkt (je krijgt wat je verdient, waar je hard voor werkt).
Hoe hangen meritocratie en onvruchtbaarheid samen?
Onvruchtbaarheid is vaak eerste ontgoocheling, iets waar je geen controle over hebt, wat je niet kan bereiken als je er ‘maar hard voor werkt’
Wat maakt dat de partner moeilijk kan troosten?
Triggert nog meer afhankelijkheid
Waar is er een plotse grens aan?
Aan autonomie, aan eigen controle, er is een hulpeloosheid
Wat kan controle-verlies bij infertiliteit kunnen doen herbeleven?
Moeilijke infantiele of jeugdervaringen, opeens blijkt goedwerkende defentie te breken (bij onvruchtbaarheid)